Rechtbank Limburg, 23-06-2020, ECLI:NL:RBLIM:2020:4465, 8510625 CV EXPL 20-2109
Rechtbank Limburg, 23-06-2020, ECLI:NL:RBLIM:2020:4465, 8510625 CV EXPL 20-2109
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Limburg
- Datum uitspraak
- 23 juni 2020
- Datum publicatie
- 30 juni 2020
- ECLI
- ECLI:NL:RBLIM:2020:4465
- Zaaknummer
- 8510625 CV EXPL 20-2109
Inhoudsindicatie
Kort geding. Arbeid. Conventie: loon. Art. 7:628 BW. Thuisquarantaine werknemer vanwege corona-achtige ziekteverschijnselen partner en een vriendin. Reconventie afgewezen: ontbreken spoedeisend belang.
Uitspraak
Zittingsplaats Maastricht
Burgerlijk recht
Zaaknummer 8510625 CV EXPL 20-2109
Vonnis in kort geding van de kantonrechter van 23 juni 2020
in de zaak van
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] ,
wonend aan de [adres] , [woonplaats] ,
eiser in conventie, verweerder in reconventie,
gemachtigde mr. drs. S. Krens,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MEENS SALES & LOGISTICS b.v. ,
statutair gevestigd te Schinnen en kantoor houdend aan de Thull 15-19, 6365 AC Schinnen,
gedaagde in conventie, eiseres in reconventie,
gemachtigde mr. S.J.M. Peters.
Partijen zullen hierna [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en Meens genoemd worden.
1 De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- -
-
de dagvaarding met producties 1 tot en met 14
- -
-
de eis in reconventie
- -
-
de pleitaantekeningen van mr. Peters
- -
-
de mondelinge behandeling van 15 juni 2020 die plaatsgevonden heeft tegelijk met de behandeling van het door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] ingediende verzoek (8567061 AZ VERZ 20-61) en alwaar [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zijn eis heeft vermeerderd.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2 De feiten
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] , geboren op [geboortedatum] 1970, is sedert 1 januari 2019 op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd (van rechtswege eindigend op 30 april 2020) bij Meens in dienst geweest in de functie van national retail fieldmanager, tegen een loon van laatstelijk € 5.700,00 bruto per maand exclusief vakantiebijslag en overige emolumenten.
Op 27 februari 2020 heeft Meens aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] meegedeeld dat de arbeidsovereenkomst niet wordt verlengd.
Op 16 maart 2020 bericht [eiser in conventie, verweerder in reconventie] via Whatsapp aan Meens:
“(…) Vriendin van ons die zaterdag de hele dag bij ons is geweest om te helpen verhuizen is ziek geworden en heeft griep. Kans op besmetting is aanwezig en vrienden van ons zijn ook ingelicht en blijven thuis. Ik wil best naar Limburg komen maar het risico van eventuele besmetting leg ik nu wel bij jou neer (…)”
Meens reageert daarop: “(…) je kan thuis blijven en je ziek melden.”
Op 19 maart 2020 heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in een e-mail aan Meens benadrukt dat hij zelf niet ziek is en thuis werkzaamheden verricht.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft op 23, 24 en 25 maart 2020 zijn werkzaamheden op locatie hervat.
Op 24 maart 2020 heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] verlof aangevraagd voor 26 en 27 maart 2020. De verlofaanvraag van 26 maart 2020 is door Meens afgewezen.
In de ochtend van 26 maart 2020 deelt [eiser in conventie, verweerder in reconventie] aan Meens mee dat hij onderweg naar zijn werk van zijn partner bericht krijgt dat zij verschijnselen van het coronavirus heeft waaronder koorts en hij huiswaarts zal keren en conform de RIVM-richtlijnen niet naar de locatie Schinnen zal komen. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft geen gehoor gegeven aan het verzoek van Meens om zijn werkzaamheden te Schinnen te komen verrichten.
Meens heeft twee wachtdagen op het loon van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] ingehouden en heeft 70% van het loon van maart 2020 betaald en 50% van het loon van april 2020. Verder heeft Meens verlofdagen ingehouden over de periode dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] thuis in quarantaine heeft gezeten.
3 Het geschil
Tegen de achtergrond van deze vaststaande feiten vordert [eiser in conventie, verweerder in reconventie] , na vermeerdering van eis, bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, betaling van het achterstallig loon over de maanden maart en april 2020 met nevenvorderingen (de wettelijke verhoging, wettelijke rente, vergoeding van buitengerechtelijke kosten, het verstrekken van loonspecificaties en € 962,86 aan onterecht ingehouden verlofdagen op het loon), alsmede tot betaling van de proceskosten en nakosten, vermeerderd met de wettelijke rente.
Meens heeft verweer gevoerd.
Op de stellingen van partijen - voor zover die relevant zijn - zal hierna worden ingegaan.
in reconventie
Meens vordert veroordeling van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
- -
-
om artikel 14 van de arbeidsovereenkomst (geheimhouding) strikt na te komen, zulks op straffe van verbeurte van een boete of dwangsom van € 10.000,00 per overtreding,
- -
-
om artikel 11 van de arbeidsovereenkomst (eigendommen bescheiden) strikt na te komen, meer in het bijzonder door alle gegevensdragers waarop data van Meens/Alfa voorkomen bij Meens in te leveren zonder daarvan enige kopie achter te houden, zulks op verbeurte van een dwangsom van € 10.000,00 per overtreding, te vermeerderen met € 1.000,00 per dag of dagdeel dat de overtreding voortduurt,
- -
-
om zijn LinkedIn status naar waarheid aan te passen, meer in het bijzonder in die zin dat Meens/Alfa niet meer als zijn huidige werkgever wordt vermeld, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 10.000,00 per overtreding, te vermeerderen met € 1.000,00 per dag of dagdeel dat de overtreding voortduurt,
- -
-
tot betaling van de proceskosten in reconventie.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft verweer gevoerd.
Op de stellingen van partijen - voor zover die relevant zijn - zal hierna worden ingegaan.