Rechtbank Limburg, 07-12-2020, ECLI:NL:RBLIM:2020:9584, AWB/ROE 19/1005
Rechtbank Limburg, 07-12-2020, ECLI:NL:RBLIM:2020:9584, AWB/ROE 19/1005
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Limburg
- Datum uitspraak
- 7 december 2020
- Datum publicatie
- 30 december 2020
- ECLI
- ECLI:NL:RBLIM:2020:9584
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:RVS:2023:709, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- AWB/ROE 19/1005
Inhoudsindicatie
Wob-verzoeken. Verweerder heeft ten onrechte het derde Wob-verzoek als een afzonderlijk verzoek aangemerkt. Met het derde Wob-verzoek hebben eiseressen hun eerdere Wob-verzoeken verduidelijkt en niet verruimd. Beroep in zoverre gegrond. De rechtbank kan niet toetsen of de weigeringsgronden voor het overige terecht zijn vanwege ontbreken van toestemming om kennis te nemen van de vertrouwelijke stukken. Overschrijding van de redelijke termijn.
Uitspraak
Zittingsplaats Roermond
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB/ROE 19/1005
1 [eiseres sub 1] , gevestigd te [vestigingsplaats] , eiseres,
2) Infriba S.A., gevestigd te Buenos Aires (Argentinië), eiseres,
gezamenlijk te noemen: eiseressen,
(gemachtigden: mr. M.A. Vles en mr. A.J.T.J. Meuwissen),
en
de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder
(gemachtigde: mr. R.P.J. Roef).
Procesverloop
Bij besluiten van 10 juli 2018 en 19 juli 2018 (de primaire besluiten) is verweerder gedeeltelijk tegemoet gekomen aan twee verzoeken van eiseressen om openbaarmaking van stukken op grond van de Wet openbaarheid bestuur (Wob). Deze Wob-verzoeken van eiseressen zijn bij verweerder geregistreerd onder nummers 17-2280 en 18-0237.
Bij besluit van 10 september 2018 heeft verweerder een beslissing genomen op een als een nieuw Wob-verzoek aangemerkt verzoek van eiseressen, geregistreerd bij verweerder onder nummer 18-0850.
Bij besluit van 26 februari 2019 (het bestreden besluit) heeft verweerder de bezwaren van eiseressen ongegrond verklaard.
Eiseressen hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend,
Bij uitspraak van 3 juli 2019 heeft de geheimhoudingskamer van de rechtbank bepaald dat de beperking van de kennisneming van de vertrouwelijke stukken bijlage 16, bijlagen 1 tot en met 15 en bijlagen 17 tot en met 30 gerechtvaardigd is.
Eiseressen hebben de rechtbank desverzocht geen toestemming verleend als bedoeld in artikel 8:29, vijfde lid, van de Awb. Daarop zijn de vertrouwelijke stukken als hiervoor genoemd aan verweerder geretourneerd.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 24 november 2020. Eiseressen zijn verschenen bij hun gemachtigden. Tevens is verschenen mevrouw [naam vertegenwoordigster] , vertegenwoordigster van eiseres sub 2. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.