Rechtbank Limburg, 18-06-2021, ECLI:NL:RBLIM:2021:4938, 8849608/AZ/20-179 18062021
Rechtbank Limburg, 18-06-2021, ECLI:NL:RBLIM:2021:4938, 8849608/AZ/20-179 18062021
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Limburg
- Datum uitspraak
- 18 juni 2021
- Datum publicatie
- 22 juli 2021
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:RBLIM:2021:4938
- Zaaknummer
- 8849608/AZ/20-179 18062021
Inhoudsindicatie
Verzoek tot herstel van de arbeidsovereenkomst dan wel betalen van een billijke vergoeding met nevenvorderingen. De kantonrechter oordeelt dat het UVW niet in strijd met het bepaalde in artikel 7:669 lid 3 sub a BW heeft gehandeld en de gevraagde ontslagvergunning terecht heeft afgegeven.
Uitspraak
Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 8849608 \ AZ VERZ 20-179
Beschikking van de kantonrechter van 18 juni 2021 (bij vervroeging)
in de zaak van:
[verzoekster] ,
wonend [adres] ,
[plaats] ,
werkneemster,
gemachtigde mr. S.J. de Wijs,
verzoekende partij in het verzoek,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid VISHANDEL [naam],
gevestigd te Venlo,
werkgever,
gemachtigde mr. V.M.C. Klaassen,
verwerende partij in het verzoek,
Partijen zullen hierna [verzoekster] en de Vishandel worden genoemd.
1 De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit het volgende:
- -
-
het op 30 oktober 2020 ontvangen verzoekschrift,
- -
-
het op 20 mei 2021 ontvangen verweerschrift,
- -
-
de mondelinge behandeling op 2 juni 2021.
Daarna is beschikking bepaald.
2 De feiten
[verzoekster] is in dienst bij de Vishandel. Tot 31 augustus 2020 werkte [verzoekster] 17.5 uur per week tegen een bruto maandsalaris van € 2.125,03, exclusief vakantietoeslag en werkte zij op dinsdag, donderdag en vrijdag.
Bij brief van 11 februari 2020 geeft de Vishandel onder meer aan dat op zaterdag de meeste omzet wordt gehaald gevolgd door de zondag en dat op dinsdag de minste omzet wordt behaald. De Vishandel geeft verder aan dat vanaf 1 maart 2020 de winkel iedere zondag open zal zijn en dat deze op de dinsdagen gesloten blijft, met uitzondering van de Duitse feestdagen en vakanties.
Volgens de toepasselijke cao wordt zaterdag als een gewone werkdag gezien, terwijl werken op zondag alleen op vrijwillige basis kan.
[verzoekster] reageert schriftelijk op de brief van 11 februari 2020 en geeft aan begrepen te hebben dat zij niet op een zondag hoeft te werken. Verder geeft [verzoekster] aan op zaterdag (zeker aanstaande) niet te kunnen werken in verband met de opvang van haar zoon.
De Vishandel heeft op 6 april 2020 bij het UWV een verzoek voor een deeltijdontslag ingediend. Bij beslissing van 16 juni 2020 heeft het UWV dit verzoek gehonoreerd en toestemming verleend om de arbeidsovereenkomst met [verzoekster] gedeeltelijk op te zeggen.
Bij brief van 18 juni 2020 heeft de Vishandel de arbeidsovereenkomst gedeeltelijk opgezegd, zodat deze met ingang van 30 augustus 2020 eindigt. Verder staat in de brief vermeld dat de nieuwe arbeidsovereenkomst met een werkweek van 11,5 uur ingaat op 31 augustus 2020.
3 Het geschil
[verzoekster] verzoekt, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
PRIMAIR:
De Vishandel te veroordelen om de arbeidsovereenkomst met [verzoekster] te herstellen en tot betaling van de proceskosten.
SUBSIDIAIR:
-
De Vishandel te veroordelen tot betaling van een billijke vergoeding ad € 38.251,20 bruto,
-
De Vishandel te veroordelen tot het binnen 7 dagen na het wijzen van deze beschikking verstrekken van een deugdelijke bruto/netto specificatie van het onder A genoemde bedrag, op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag of gedeelte van een dag dat de Vishandel daarmee in gebreke blijft,
-
Tot toekenning van een transitievergoeding berekend op basis van de juiste indiensttredingsdatum van [verzoekster] , geraamd op een bedrag van € 5.000,00 bruto,
-
Tot toekenning van de gefixeerde schadevergoeding wegens een onregelmatige opzegging beraamd op € 1.500,00 bruto.,
-
De Vishandel te veroordelen in de kosten van deze procedure.
[verzoekster] stelt dat er geen voldragen a-grond is, waardoor de toestemming van het UWV voor het deeltijdontslag ten onrechte is verleend. [verzoekster] noemt hiervoor de volgende argumenten:
- -
-
Er is geen sprake van bedrijfseconomische omstandigheden in de zin van artikel 7:669 lid 3 sub a BW;
- -
-
Er is geen sprake van (een noodzaak tot) structurele wijziging van de personele bezetting;
- -
-
Het deeltijdontslag is niet noodzakelijk;
- -
-
Het deeltijdontslag is op oneigenlijke gronden geënt.
De Vishandel heeft allereerst het formele verweer gevoerd dat het verzoek tot herstel van de arbeidsovereenkomst niet binnen de wettelijke vervaltermijn is ingediend.
Verder voert de Vishandel aan dat het UWV terecht toestemming voor het deeltijdontslag heeft verleend. Er is sprake van bedrijfseconomische omstandigheden waardoor de winkel op dinsdag is gesloten. Omdat [verzoekster] weigerde op zaterdag te werken, was er voor de Vishandel geen andere mogelijkheid dan deeltijdontslag aan te vragen. Er is geen sprake van een ontslag op oneigenlijke gronden.
Hierna wordt nader ingegaan op de standpunten van partijen.