Home

Rechtbank Limburg, 13-07-2023, ECLI:NL:RBLIM:2023:4370, 10482739 AZ 23-40

Rechtbank Limburg, 13-07-2023, ECLI:NL:RBLIM:2023:4370, 10482739 AZ 23-40

Gegevens

Instantie
Rechtbank Limburg
Datum uitspraak
13 juli 2023
Datum publicatie
2 augustus 2023
ECLI
ECLI:NL:RBLIM:2023:4370
Zaaknummer
10482739 AZ 23-40

Inhoudsindicatie

Volgens werkgever (gemeente) heeft werknemer (BOA) alcohol gedronken tijdens werktijd en daarna in dienstvoertuig gereden. Werknemer stelt alcoholvrij bier gedronken te hebben.

Werkgever verzoekt ontbinding arbeidsovereenkomst op grond van wanprestatie.

Uitspraak

beschikking

Burgerlijk recht

Zittingsplaats Maastricht

Zaaknummer: 10482739 AZ VERZ 23-40

Beschikking van 13 juli 2023

in de zaak van

de publiekrechtelijke rechtspersoon GEMEENTE HEERLEN,

gevestigd te Heerlen,

verzoekende partij,

gemachtigde mr. I. Swennen

tegen

[verweerder] ,

wonend te [woonplaats] ,

verwerende partij,

gemachtigde mr. P. Winkens.

Partijen zullen hierna de gemeente en [verweerder] genoemd worden.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

-

het verzoekschrift met 15 bijlagen

-

het verweerschrift met 8 bijlagen

-

de door de gemeente nagezonden bijlagen 16 en 17

-

de mondelinge behandeling op 29 juni 2023, waarbij namens de gemeente een pleitnota is overgelegd. Tijdens deze mondelinge behandeling is ook de zaak behandeld tussen de gemeente en [naam 1] (zaaknummer: 10482595 AZ VERZ 23-39).

1.2.

Ten slotte is beschikking bepaald op heden.

2 De feiten

2.1.

[verweerder] , geboren op [geboortedatum] 1973, is op 1 februari 2017 in dienst getreden van de gemeente in de functie van buitengewoon opsporingsambtenaar (hierna: BOA).

2.2.

Bij brief van 7 april 2022 heeft de gemeente [verweerder] een officiële waarschuwing gegeven nadat zes collega’s klachten over hem en [naam 1] (hierna: [naam 1] hadden ingediend. De gemeente concludeert in die brief dat [verweerder] zich schuldig heeft gemaakt aan kleineren/belachelijk maken van collega’s en dat [verweerder] onacceptabel gedrag heeft vertoond in de (telefonische) omgang met burgers. De gemeente heeft in de brief aangekondigd een verbetertraject met [verweerder] op te zullen starten.

2.3.

De gemeente heeft vervolgens bij brief van 21 april 2022 [verweerder] een tweede officiële waarschuwing gegeven omdat hij een dienstauto van de gemeente had geparkeerd in een parkeervak dat bedoeld was voor voertuigen van gehandicapte personen. De gemeente heeft in de brief vermeld dat [verweerder] zich geen misstap meer kan veroorloven en dat, wanneer dit wel gebeurt, dat verstrekkende gevolgen zal hebben voor zijn dienstverband.

2.4.

Met ingang van 1 oktober 2022 is [verweerder] gaan werken in het Cluster Interventieteam Ondermijning en Criminaliteit binnen het Team Sociale Veiligheid en Buurtregie.

2.5.

In de nacht van 5 op 6 november 2022 heeft [verweerder] samen met andere collega’s een integrale horecacontrole verricht. [verweerder] heeft toen samen met [naam 1] onopvallend (in burger gekleed) een aantal horecaondernemingen bezocht. Kort voor middernacht heeft [naam projectleider] (Projectleider integrale veiligheid bij de gemeente, hierna: [naam projectleider] ) zich bij [verweerder] en [naam 1] aangesloten.

2.6.

Op 10 januari 2023 heeft [naam projectleider] bij de gemeente gemeld dat [verweerder] tijdens de horecacontrole van 5/6 november 2022:

-

alcohol heeft genuttigd

-

daarna een dienstvoertuig heeft bestuurd

-

een e-sigaret heeft opgestoken tijdens een bezoek aan een horecagelegenheid

-

zich discriminerend heeft uitgelaten.

2.7.

De gemeente heeft daarop besloten dat het onderzoeksbureau 2Solve Investigations (hierna: 2Solve) een feitenonderzoek dient te verrichten.

2.8.

Bij brief van 24 januari 2023 heeft de gemeente [verweerder] geschorst en hem verboden tijdens de schorsing contact te hebben met zijn collega’s over de melding of andere werkgerelateerde zaken. Ook heeft zij [verweerder] in de brief medegedeeld dat 2Solve een onderzoek zou gaan verrichten. [naam directeur] (directeur Samenleving van de gemeente en leidinggevende van [verweerder] , hierna: [naam directeur] ) heeft deze brief persoonlijk aan [verweerder] overhandigd. [verweerder] heeft toen tegen [naam directeur] gezegd één biertje gedronken te hebben en dat hij daarna alcoholvrij bier gedronken heeft.

2.9.

Vervolgens heeft 2Solve onderzoek verricht. In dat verband heeft 2Solve op

18 januari 2023 gesproken met [naam projectleider] en op 27 januari 2023 met (afzonderlijk) [verweerder] en [naam 1] . Van die gesprekken zijn gespreksverslagen gemaakt die steeds voor akkoord zijn ondertekend. 2Solve heeft daarna verder onderzoek verricht en met getuigen gesproken. Daarna heeft 2Solve op 17 februari 2023 opnieuw (afzonderlijk) met [verweerder] en [naam 1] gesproken. Ook van die gesprekken zijn gespreksverslagen opgesteld die [verweerder] respectievelijk [naam 1] voor akkoord ondertekend hebben.

2.10. 2

Solve heeft de bevindingen van het onderzoek vastgelegd in een rapportage van 21 maart 2023. Op 31 maart 2023 heeft een medewerker van team P&O van de gemeente op basis van het rapport van 2Solve een “beslisdocument” opgesteld voor de directie. De P&O-medewerker concludeert in dat beslisdocument dat alle meldingen (zie 2.6.) gegrond worden geacht behalve die over de discriminerende uitlatingen.

2.11.

De gemeente heeft daarna [verweerder] bij brief van 3 april 2023 een kopie van het beslisdocument toegezonden en hem medegedeeld dat de gegronde klachten in combinatie met de waarschuwingen uit het verleden leiden tot de voorlopige beslissing om over te gaan tot beëindiging van het dienstverband. De gemeente heeft [verweerder] in de brief uitgenodigd voor een gesprek op 4 april 2023.

2.12.

Op 4 april 2023 heeft [verweerder] gesproken met een delegatie van de gemeente, onder wie [naam directeur] . Bij die gelegenheid heeft [verweerder] zijn persoonlijke omstandigheden toegelicht en kritische kanttekeningen geplaatst bij de werkwijze/rapportage van 2Solve.

2.13.

Bij brief van 5 april 2023 heeft de gemeente aan [verweerder] medegedeeld dat sprake is van een dringende reden voor ontslag op staande voet, maar dat daar op grond van de persoonlijke omstandigheden van [verweerder] niet toe overgegaan is. Zij heeft hem in de brief medegedeeld een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst bij de kantonrechter in te zullen dienen.

3 Het geschil

3.1.

De gemeente verzoekt:

  1. de arbeidsovereenkomst met [verweerder] te ontbinden,

  2. de einddatum van de arbeidsovereenkomst te bepalen op de datum van de beschikking,

  3. te bepalen dat [verweerder] ernstig verwijtbaar gehandeld heeft en dus geen recht heeft op een transitievergoeding,

  4. [verweerder] te veroordelen in de (na)kosten van deze procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na betekening van de beschikking tot de dag van betaling.

3.2.

In zijn verweer concludeert [verweerder] primair dat het verzoek van de gemeente afgewezen dient te worden. Subsidiair verzoekt hij de gemeente te veroordelen tot betaling van:

  1. de transitievergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na betekening van de beschikking tot de dag van betaling,

  2. een billijke vergoeding van € 50.929,20 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na betekening van de beschikking tot de dag van betaling,

  3. de (na)kosten van deze procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na betekening van de beschikking tot de dag van betaling.

3.3.

Op de stellingen van partijen zal hierna, voor zover relevant, nader ingegaan worden.

4 De beoordeling

5 De beslissing