Home

Rechtbank Limburg, 02-08-2023, ECLI:NL:RBLIM:2023:4975, C/03/306080 / HA ZA 22-263

Rechtbank Limburg, 02-08-2023, ECLI:NL:RBLIM:2023:4975, C/03/306080 / HA ZA 22-263

Gegevens

Instantie
Rechtbank Limburg
Datum uitspraak
2 augustus 2023
Datum publicatie
25 augustus 2023
ECLI
ECLI:NL:RBLIM:2023:4975
Zaaknummer
C/03/306080 / HA ZA 22-263

Inhoudsindicatie

Of de verzuimbegeleider/opdrachtnemer is tekortgeschoten door niet te adviseren over de voortzetting van het tweede spoortraject, ter bekorting van de opgelegde UWV-loonsanctie, kan in het midden blijven. Werkgever had alle reden om ook zonder dat advies in te zien dat de voorgenomen turboliquidatie problematisch was en had daarop moeten handelen. (Ook) in dat geval was de (gestelde) schade niet ontstaan. Werkgever heeft de turboliquidatie toch doorgezet: eigen schuld 100%, vorderingen jegens verzuimbegeleider afgewezen.

Uitspraak

Civiel recht

Zittingsplaats Maastricht

Zaaknummer: C/03/306080 / HA ZA 22-263

Vonnis van 2 augustus 2023

in de zaak van

[eiseres] IN LIQUIDATIE,

te [vestigingsplaats 1] ,

eisende partij,

hierna te noemen: [eiseres] ,

advocaat: mr. J.J.C. Delahaye,

tegen

VERZUIMVIZIE B.V.,

te Maastricht,

gedaagde partij,

hierna te noemen: Verzuimvizie,

advocaat: mr. A.M. van Cappelle.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding, - de conclusie van antwoord, - de brief van 31 augustus 2022 waarin een mondelinge behandeling is bepaald,

- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling op 20 april 2023,

- de brief van mr. Delahaye aan de rechtbank van 8 mei 2023, bevattend opmerkingen over de inhoud van het proces-verbaal van de mondelinge behandeling,

- de brief van de rechtbank aan mr. Delahaye van 9 mei 2023,

- de brief van mr. Van Cappelle aan de rechtbank van 12 mei 2023, houdende bezwaar tegen inhoud en strekking van de brief van mr. Delahaye van 8 mei 2023,- de brief van de rechtbank aan mr. Van Cappelle, c.c. aan mr. Delahaye, houdende mededeling dat de rechtbank bij vonnis zal beslissen naar aanleiding van de genoemde brieven van 8 mei en 12 mei 2023.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1.

[eiseres] heeft tot in het najaar van 2020 een onderneming gedreven die zich bezig hield met verkoop en reparatie/onderhoud van nieuwe en gebruikte auto’s, onder meer van de merken Fiat en Alfa Romeo. De onderneming was gevestigd in [vestigingsplaats 2] .[eiseres] maakt deel uit van de [eiseres] -groep, waartoe ook behoren: [naam B.V. 1] (hierna: [naam B.V. 1] ), [naam B.V. 2] ( [naam B.V. 2] ) en [naam B.V. 3] (hierna: [naam B.V. 3] ).

2.2.

Op 1 oktober 2020 heeft de algemene vergadering van aandeelhouders in[eiseres] besloten tot ontbinding van de rechtspersoon op de voet van artikel 2:19 lid 4 BW (de zogenaamde turboliquidatie). De ontbinding is, overeenkomstig het desbetreffende besluit, ingegaan op 29 december 2020 en is ingeschreven in het Handelsregister op14 januari 2021.Bij brief van 28 december 2021 heeft [naam B.V. 1] de Kamer van Koophandel meegedeeld dat inmiddels was gebleken dat [eiseres] ten tijde van de ontbinding nog beschikte over een bate die diende te worden vereffend. [naam B.V. 1] heeft verzocht om [eiseres] opnieuw in te schrijven in het Handelsregister als rechtspersoon in liquidatie.De Kamer van Koophandel is op 17 januari 2022 ingegaan op dit verzoek.

2.3.

Verzuimvizie dreef in de periode 2018-2021 (en drijft thans) een onderneming op het gebied van Arbo-begeleiding, verzuimbegeleiding en re-integratieactiviteiten.Verzuimvizie heeft vanaf 2012 tot eind 2020 op basis van overeenkomsten van opdracht werkzaamheden verricht ten behoeve van [eiseres] .

2.4.

[eiseres] heeft, in samenhang met de opdrachten aan Verzuimvizie, een verzuimverzekering afgesloten bij De Goudse. Deze verzekering bood een zogenaamde poortwachtergarantie, die, als aan de voorwaarden was voldaan, leidde tot een uitkering in geval van een door UWV opgelegde loonsanctie.[eiseres] heeft de verzekering in januari 2021 opgezegd, met terugwerkende kracht tot29 december 2020 en onder vermelding van ‘geen werknemers meer’ als reden voor de opzegging.

2.5.

[naam werknemer] (hierna: [naam werknemer] ) was werknemer van [eiseres] . [naam werknemer] is op6 december 2018 wegens ziekte arbeidsongeschikt geraakt.[eiseres] heeft Verzuimvizie verzocht om haar te begeleiden en adviseren bij het verzuim- en re-integratietraject van [naam werknemer] . Verzuimvizie heeft daarop een aanvang gemaakt met haar werkzaamheden, die in eerste instantie waren gericht op de terugkeer van [naam werknemer] op de eigen werkplek bij [eiseres] .In het voorjaar van 2020 is de aandacht verlegd naar (het bevorderen van) de re-integratie op een andere werkplek (het zgn. tweede spoortraject). Ten behoeve van de hiermee verbonden werkzaamheden hebben [eiseres] en Verzuimvizie een afzonderlijke overeenkomst van opdracht gesloten.[naam werknemer] is in het kader van het tweede spoortraject op therapeutische basis werkzaam geweest bij [naam B.V. 3] , maar is ook daar niet definitief gere-integreerd. Evenmin heeft hij in 2020 een passende werkkring elders gevonden.

2.6.

UWV heeft [eiseres] bij brief van 26 november 2020 als volgt bericht:‘ [naam controller] [controller van [eiseres] , rechtbank],

Uw werknemer, [naam werknemer] met burgerservicenummer (…), heeft bij ons een WIA-uitkering aangevraagd. In het re-integratieverslag bij die aanvraag heeft u aangegeven wat u heeft gedaan voor zijn re-integratie.

Beoordeling re-integratie

Wij hebben het re-integratieverslag beoordeeld. Volgens ons heeft u niet voldoende gedaan om uw werknemer te re-integreren. Hoe wij tot deze conclusie zijn gekomen, kunt u lezen in het bijgaande rapport van onze arbeidsdeskundige.

Langer loon doorbetalen

Omdat u niet voldoet aan uw re-integratieverplichtingen, moet u het loon van [naam werknemer] doorbetalen tot 2 december 2021.

De aanvraag van de WIA-uitkering behandelen wij nu niet.

Eerder stoppen met doorbetalen mogelijk

In het rapport van onze arbeidsdeskundige kunt u lezen wat u nog moet doen voor de re-integratie van uw werknemer en welk resultaat u daarmee kunt bereiken. Voldoet u aan deze verplichtingen? Stuur dan opnieuw een re-integratieverslag op. Dan kunnen wij beslissen dat u het loon niet verder hoeft door te betalen.

Meer over de re-integratie van uw werknemer en het re-integratieverslag kunt u lezen op uwv.nl.

Geen ontslag mogelijk

Tot 2 december 2021 mag u uw werknemer niet ontslaan. Doet u dat toch, dan is uw werknemer verplicht hiertegen te protesteren.

Uw werknemer mag ook niet zelf ontslag nemen, of met ontslag akkoord gaan. Doet hij dit toch, dan krijgt hij tot 2 december 2021 geen WIA-uitkering.

(…)’.

Uit het bij de brief van UWV gevoegde rapport van de arbeidsdeskundige volgt dat UWV van mening was dat het tweede spoortraject te laat - want niet in januari, maar pas in maart 2020 - van start was gegaan, waardoor mogelijk re-integratiekansen waren gemist.[eiseres] heeft Verzuimvizie op de hoogte gesteld van de beslissing van UWV, waarna partijen de ontstane situatie in december 2020 hebben besproken.

2.7.

[eiseres] heeft, daarin bijgestaan door Verzuimvizie, bezwaar gemaakt tegen de beslissing van UWV, welk bezwaar op 9 juni 2021 ongegrond is verklaard. [eiseres] heeft vervolgens beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van UWV, maar heeft dat beroep ook weer ingetrokken. De UWV-beslissing tot oplegging van de genoemde loonsanctie aan [eiseres] is daarmee onherroepelijk geworden.

2.8.

[naam werknemer] heeft geprotesteerd tegen de turboliquidatie en de nadelige gevolgen die deze voor hem had (onder andere: geen doorbetaling van loon). Hij heeft zich daarbij gericht tot [naam B.V. 1] , [naam B.V. 2] en [naam B.V. 3] , en nadien, na het ongedaan maken van de turboliquidatie, tot [eiseres] . In februari 2022 heeft [eiseres] een minnelijke regeling getroffen met [naam werknemer] , in het kader waarvan de arbeidsovereenkomst met [naam werknemer] is beëindigd en deze een geldsom van [eiseres] heeft ontvangen.

2.9.

[eiseres] heeft zich op het standpunt gesteld dat Verzuimvizie jegens haar is tekortgeschoten in de verzuimbegeleiding betreffende [naam werknemer] en heeft aanspraak gemaakt op betaling van € 33.926,08, stellende dat dit de kosten zijn voor [eiseres] van de met [naam werknemer] getroffen regeling.Verzuimvizie heeft aansprakelijkheid afgewezen.

3 Het geschil

3.1.

[eiseres] vordert thans bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad (samengevat):

I. voor recht te verklaren dat Verzuimvizie is tekortgeschoten in de nakoming van de tussen partijen bestaande overeenkomst en aansprakelijk is voor alle schade die daaruit hetzij direct, hetzij indirect voortvloeit;

II. Verzuimvizie te veroordelen, tegen behoorlijk bewijs van kwijting en binnen twee weken na betekening van het te wijzen vonnis althans binnen een door de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn, tot betaling van de door [eiseres] geleden schade ter hoogte van € 33.926,08, althans ter hoogte van een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag;

III. Verzuimvizie te veroordelen, tegen behoorlijk bewijs van kwijting en binnen twee weken na betekening van het te wijzen vonnis althans binnen een door de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn, tot betaling van de wettelijke handelsrente, althans de wettelijke rente, over het onder II. genoemde bedrag vanaf datum verzuim, althans vanaf datum dagvaarding;

IV. Verzuimvizie te veroordelen, tegen behoorlijk bewijs van kwijting en binnen twee weken na betekening van het te wijzen vonnis althans binnen een door de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn, tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten ad€ 1.114,26, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag;

V. Verzuimvizie te veroordelen in de kosten van deze procedure, waaronder het salaris van de advocaat van eiseres, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover met ingang van veertien dagen na de datum van het te wijzen vonnis.

3.2.

Verzuimvizie voert verweer.

3.3.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4 De beoordeling

5 De beslissing