Rechtbank Limburg, 11-12-2023, ECLI:NL:RBLIM:2023:7645, 10684538 AZ VERZ 23-91
Rechtbank Limburg, 11-12-2023, ECLI:NL:RBLIM:2023:7645, 10684538 AZ VERZ 23-91
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Limburg
- Datum uitspraak
- 11 december 2023
- Datum publicatie
- 2 augustus 2024
- ECLI
- ECLI:NL:RBLIM:2023:7645
- Zaaknummer
- 10684538 AZ VERZ 23-91
Inhoudsindicatie
Een ambtenaar van de gemeente Kerkrade zoekt niet functioneel gegevens op in de basisregistratie persoonsgegevens (BRP). De kantonrechter acht dit reden voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst, tenzij zij haar stelling kan bewijzen dat er sprake was van een cultuur op de betreffende afdeling waar dit vaker gebeurde en er weinig toezicht was.
Uitspraak
beschikking
Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 10684538 AZ VERZ 23-91
Beschikking van 11 december 2023
in de zaak van
de publiekrechtelijke rechtspersoon GEMEENTE KERKRADE,
gevestigd te Kerkrade ,
verzoekende partij,
verwerende partij in het voorwaardelijk tegenverzoek,
gemachtigde mr. S.H.A.M. Dassen
tegen
[verweerder] ,
wonend te [gemeente] ,
verwerende partij,
verzoekende partij in het voorwaardelijk tegenverzoek,
gemachtigde mr. A.F.G. Pennino.
Partijen zullen hierna de gemeente en [verweerder] genoemd worden.
1 De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- -
-
het verzoekschrift met bijlagen
- -
-
het verweerschrift met bijlagen
- -
-
de door de gemeente nagezonden bijlage 29 (ontvangen op 30 oktober 2023)
- -
-
de door de gemeente nagezonden bijlagen 30 t/m 32 (ontvangen op 1 november 2023)
- -
-
de mondelinge behandeling op 2 november 2023.
Ten slotte is beschikking bepaald op heden.
2 De feiten
[verweerder] , geboren op [geboortedatum] 1974, is vanaf 2015 werkzaam bij de gemeente in de functie van [functienaam] bij de afdeling [afdelingsnaam] . De functie wordt ook wel [functienaam] genoemd. [verweerder] was aanvankelijk werkzaam in deze functie op grond van een uitzendovereenkomst. Met ingang van 1 september 2020 is [verweerder] op grond van een arbeidsovereenkomst in dienst van de gemeente.
Op de arbeidsovereenkomst is de cao gemeenten van toepassing alsmede het personeelshandboek.
Op 9 december 2020 heeft [verweerder] de ambtsbelofte afgelegd.
[verweerder] heeft als [functienaam] toegang tot de basisregistratie persoonsgegevens (hierna: BRP) en tot het zaaksysteem genaamd Liber. Met Liber worden terugbelnotities gemaakt. Dit systeem is gekoppeld aan BRP.
Op 5 mei 2023 heeft de gemeente een melding ontvangen van een burger: een nicht van [verweerder] . De meldster klaagt daarin dat derden op de hoogte zijn van zaken over haar geadopteerd kind, terwijl die informatie volgens haar alleen bij de gemeente bekend is. Zij wil graag weten of er “een lek is bij de gemeente”.
Naar aanleiding van die melding heeft de gemeente onderzocht welke ambtenaren de gegevens van de meldster in de BRP hebben ingezien en op welke wijze en met welke zoekopdracht dat is gebeurd. De eerste resultaten van dit onderzoek leverden op dat [verweerder] in de periode tussen april 2022 en juni 2023 meermaals de persoonsgegevens van de meldster heeft geraadpleegd in de BRP. [verweerder] heeft daarbij in ieder geval vier keer doorgeklikt op het persoonsprofiel in de BRP.
Op 12 juni 2023 heeft naar aanleiding van die eerste onderzoeksbevindingen een gesprek plaatsgevonden tussen [verweerder] , [integriteitscoördinator] en [adelingshoofd] . Het daarvan opgemaakte verslag vermeldt (onder meer en voor zover hier van belang) dat [verweerder] heeft verklaard dat:
- -
-
de meldster familie van haar is;
- -
-
zij op verzoek van de meldster vorig jaar in de BRP heeft nagegaan of de verhuizing van meldster correct was doorgevoerd;
- -
-
zij de BRP van meldster had geraadpleegd omdat zij een brief moest versturen waarvoor zij de adresgegevens nodig had;
- -
-
zij zich niet kon herinneren waarom zij die andere twee keer de BRP had geraadpleegd.
- -
-
zij mogelijk een verjaardag van de kinderen van de meldster heeft opgezocht en wellicht heeft zij meldster opgezocht ter illustratie/voorbeeld voor collega’s omdat de meldster een geadopteerd kind heeft;
- -
-
zij mogelijk een keer een terugbelverzoek heeft gemaakt in verband met de gehandicaptenkaart en/of gehandicaptenpaal van meldster;
- -
-
zij op verzoek van meldster een terugbelverzoek aan [collega 1] , heeft gedaan. Deze collega heeft in het huis gewoond waar meldster naar toe is verhuisd en meldster ondervond veel problemen met dat huis. Voor dat terugbelverzoek heeft ze eveneens de gegevens van meldster opgezocht;
- -
-
zij sinds een paar maanden minder contact heeft met de meldster vanwege spanningen in de privé-sfeer;
- -
-
iedereen weet dat je niet zomaar gegevens kunt opzoeken;
- -
-
zij geen kwade bedoelingen heeft gehad en geen gegevens naar buiten heeft gebracht.
Tijdens dit gesprek is [verweerder] medegedeeld dat zij geschorst wordt en dat het onderzoek zal worden voortgezet.
[integriteitscoördinator] en [adelingshoofd] hebben op 13 juni 2023 gesproken met meldster en haar partner. Zij hebben onder meer verklaard dat:
- -
-
zij in april 2022 zijn verhuisd naar de gemeente [gemeente] ;
- -
-
meldster nooit telefonisch contact heeft gehad met [verweerder] via [haar functie] ;
- -
-
[verweerder] op eigen initiatief aan meldster een brief heeft verstuurd inzake energieleningen.
Aansluitend heeft de gemeente (na verkregen toestemming van meldster en haar partner) nader onderzocht of [verweerder] de gegevens van de partner en van hun kinderen heeft geraadpleegd. Uit dat nader onderzoek is gebleken dat [verweerder] naast de eerder reeds aan het licht gekomen raadplegingen:
- -
-
drie keer heeft doorgeklikt op het persoonsprofiel van de partner
- -
-
één keer heeft doorgeklikt op het persoonsprofiel van kind 1
- -
-
twee keer heeft doorgeklikt op het persoonsprofiel van kind 2
- -
-
drie keer de BRP heeft geraadpleegd door te zoeken op de achternaam van de partner en de kinderen.
Op 14 juni 2023 heeft [verweerder] bij de gemeente bezwaar gemaakt tegen de schorsing en heeft zij verzocht om haar werkzaamheden te mogen hervatten.
Op 16 juni 2023 heeft [verweerder] zich ziek gemeld bij de afdeling P&O.
Diezelfde dag heeft [verweerder] opnieuw gesproken met [integriteitscoördinator] en [adelingshoofd] . Bij dit gesprek was ook [clusterleider] aanwezig (het verslag dat is opgemaakt van dit gesprek vermeldt de naam “ [schrijffout] ”). Ook was de zus van [verweerder] bij dit gesprek aanwezig.
[verweerder] heeft bij dit gesprek min of meer dezelfde verklaringen gegeven voor de door haar verrichte raadplegingen. Ook tijdens dit gesprek heeft zij verklaard niet (meer) te weten waarom zij een aantal raadplegingen van de BRP heeft verricht. Verder heeft zij verklaard dat het bij [functienaam] heel gebruikelijk is dat privégegevens worden gebruikt om aan collega’s iets uit te leggen. Ook heeft ze verklaard dat het raadplegen van de BRP op een gegeven moment routine is geworden en op de automatische piloot gebeurd en dat zij vaak niet meer bewust bezig is met de privacy van burgers.
[adelingshoofd] en [integriteitscoördinator] hebben vervolgens op 20 juni 2023 opnieuw gesproken met de meldster en haar partner. Zij hebben tijdens dit gesprek enkele contactmomenten met de gemeente nader toegelicht.
Op 19, 20 en 22 juni 2023 hebben [adelingshoofd] , [integriteitscoördinator] en [clusterleider] gesproken met achtereenvolgens [collega 2] , [collega 3] en [collega 4] : drie collega’s van [verweerder] die ook werkzaam zijn als [functienaam] [afdelingsnaam] .
Bij brief van 28 juni 2023 heeft de gemeente aan [verweerder] medegedeeld dat de gemeente voornemens is een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst in te dienen.
3 Het geschil
De gemeente verzoekt:
- -
-
de arbeidsovereenkomst met [verweerder] te ontbinden met ingang van de dag na die waarop de beschikking wordt gegeven, althans per de eerst mogelijke datum nadien, zonder rekening te houden met de opzegtermijn,
- -
-
voor recht te verklaren dat [verweerder] geen aanspraak heeft op de transitievergoeding,
- -
-
[verweerder] te veroordelen tot betaling van de proceskosten (waaronder de nakosten), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na het vonnis (bedoeld zal zijn: de beschikking) tot de dag van betaling.
In haar verweer concludeert [verweerder] tot afwijzing van het verzoek tot ontbinding, In dat kader verzoekt zij de gemeente te veroordelen om haar toe te laten tot haar werkzaamheden.
Subsidiair, voor het geval de kantonrechter het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst toewijst, verzoekt [verweerder] :
- -
-
rekening te houden met de opzegtermijn,
- -
-
aan haar een transitievergoeding toe te kennen,
- -
-
aan haar een billijke vergoeding van € 50.000,00 toe te kennen.
De gemeente voert in reactie daarop aan dat aan dat de verzoeken van [verweerder] afgewezen dienen te worden.