Home

Rechtbank Limburg, 04-04-2024, ECLI:NL:RBLIM:2024:2267, 10940621 AZ VERZ 24-11

Rechtbank Limburg, 04-04-2024, ECLI:NL:RBLIM:2024:2267, 10940621 AZ VERZ 24-11

Gegevens

Instantie
Rechtbank Limburg
Datum uitspraak
4 april 2024
Datum publicatie
17 mei 2024
ECLI
ECLI:NL:RBLIM:2024:2267
Zaaknummer
10940621 AZ VERZ 24-11

Inhoudsindicatie

Ontslag op staande voet niet rechtsgeldig gegeven. Billijke vergoeding in beperkte mate toegewezen omdat de omstandigheden die tot het ontslag hebben geleid ook door verwijtbaar handelen van werknemer zelf zijn ontstaan.

Uitspraak

Zittingsplaats Maastricht

Burgerlijk recht

Zaaknummer 10940621 AZ VERZ 24-11

Beschikking van de kantonrechter van 4 april 2024

in de zaak van

[verzoeker] ,

wonend in [woonplaats] aan de [adres] ,

verzoekende partij,

gemachtigde mr. R.J. Ruiter,

tegen

de naamloze vennootschap

MERCEDES-BENZ CUSTOMER ASSISTANCE CENTER MAASTRICHT N.V.,

gevestigd en kantoor houdend in (6229 GK) Maastricht aan de Gelissendomen 5,

verwerende partij,

gemachtigde mr. L.H.J. Somers.

Partijen worden hierna [verzoeker] en MB genoemd.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

-

het op 18 februari 2024 ter griffie ontvangen verzoekschrift

-

het op 11 maart 2024 ter griffie ontvangen verweerschrift

-

de op 18 maart 2024 ter griffie ontvangen nadere bijlagen van de zijde van [verzoeker]

-

de mondelinge behandeling ter zitting van 21 maart 2024, waar de gemachtigden van partijen hun standpunten nader hebben toegelicht aan de hand van een pleitnota.

1.2.

Ten slotte is beschikking bepaald.

2 De feiten

2.1.

[verzoeker] is sinds 1 juli 2022 krachtens arbeidsovereenkomst full-time in dienst van MB in de functie van Technical Support Representer (TSR) 1 tegen een brutoloon van

€ 2.887,47 per maand.

2.2.

Ergens in de periode januari tot oktober 2023 heeft [verzoeker] een seksuele relatie met zijn direct leidinggevende [naam leidinggevende] (verder te noemen: [naam leidinggevende] ) gehad. In januari, februari of maart 2023 heeft [verzoeker] een paar weken een relatie gehad met een Spaanse collega. Vanaf maart 2023 heeft [verzoeker] een relatie gehad met een andere vrouwelijke collega, [naam collega 1] .

2.3.

Op 10 maart 2023 heeft [naam leidinggevende] bij het hogere management toestemming gevraagd om de functie van deputy-manager open te mogen stellen. [verzoeker] heeft op enig moment kenbaar gemaakt dat hij voor die functie belangstelling had (de vacature is uiteindelijk nooit opengesteld).

2.4.

Bij brief van 8 maart 2024 (productie 20 bij het verzoekschrift) heeft huisarts [naam huisarts] aan de gemachtigde van [verzoeker] het volgende gemeld:

“Dhr. [verzoeker] is op 14/72023 voor het eerst bij mij op het spreekuur geweest i.v.m. psychische klachten gerelateerd aan het werk. Patiënt vertelde over problemen met zijn leidinggevende die hem na enkele afspraken buiten het werk om zou blijven lastigvallen. Hij omschreef dit destijds als ‘seksual harassment’. Hij voelde zich hier zeer ongemakkelijk bij en wist niet goed dit op te lossen. Voor advies en begeleiding hierbij verwees ik hem naar onze praktijkondersteuning GGZ bij wie hij op 16/8/2023 een afspraak had. Daar is bovenstaande besproken.

Na zijn ontslag is patiënt wederom op het spreekuur van de huisarts geweest met psychische klachten (op 9/2/2024 en 23/2/2024): slaapproblemen, piekeren en verminderde eetlust. Hierna is hij gestart met antidepressiva en er heeft nog een gesprek plaatsgevonden met onze praktijkondersteuner GGZ op 29/2/2024, waarna hij is doorverwezen naar een GGZ-instelling (Mens GGZ). Van hen heb ik nog geen terugkoppeling gehad.”

2.5.

Op 24 oktober 2023 heeft [verzoeker] een gesprek gehad met een collega van de afdeling HR van MB, mevrouw [naam collega 2] (verder te noemen: [naam collega 2] ), waarin hij vertelde dat hij door [naam leidinggevende] was gedwongen tot seksuele handelingen en dat [naam leidinggevende] hem stalkte. Op 27 oktober 2023 heeft [naam collega 2] per email (bijlage 2 bij verzoekschrift) het volgende aan [verzoeker] geschreven:

“Thank you again for approaching me this week with the delicate situation you are in.

Yesterday we spoke again where you mentioned you would like to file this situation formally via a complaint.

I explained to you shortly that I would like to encourage you to write everything in paper. Attached you can find a format which is usually used for a grievance procedure. You can use this set-up of the document. But there is no need to do so. It is of course sufficient that you write it down in the way/form which suits you.

I will contact you soon about the further steps in the process. For now, I hope writing the situation on paper, helps you as well.

Feel free to reach out to me in case of any concerns or questions. (...)”

2.6.

Op 1 november 2023 is [naam leidinggevende] naar een andere afdeling binnen MB overgeplaatst.

2.7.

[verzoeker] heeft, conform het voorstel van [naam collega 2] , op 6 november 2023 een schriftelijke klacht (bestaande zeven pagina’s tekst) ingediend (bijlage 3 bij het verzoekschrift) die hij de titel “Grievance Story” meegaf.

2.8.

MB heeft vervolgens een extern onderzoeksbureau (Levent Bedrijfsrecherche, verder te noemen: Levent) ingeschakeld.

2.9.

Levent heeft op 10 november 2023 online een intakegesprek gehouden met [naam collega 2] .

2.10.

Op 14 november 2023 heeft Levent [verzoeker] van 9:30 uur tot 16:30 uur geinterviewd op een externe locatie (een vakantiewoning in het Dormio Resort in Maastricht).

2.11.

Op 15 november 2023 heeft Levent [naam leidinggevende] van 9:30 uur tot 16:30 uur geinterviewd en op 16 november 2023 heeft zij [naam leidinggevende] van 18:00 uur tot 21:45 uur nogmaals geinterviewd.

2.12.

Op 20 november 2023 heeft Levent vervolgens eerst [naam collega 2] en vlak daarna [naam recruiter] , recruiter, geinterviewd via MS Teams. Op 22 en 23 november 2023 heeft Levent nog vier andere medewerkers geinterviewd op voornoemde externe locatie.

2.13.

MB heeft op 18 december 2023 een concept-rapport van Levent ontvangen waarna op 31 december 2023 het definitieve rapport van Levent (bijlage 12 bij het verzoekschrift) is gevolgd.

2.14.

Naar aanleiding van het concept-rapport heeft 18 december 2023 een videocall plaatsgevonden waarbij MB [verzoeker] de resultaten van het onderzoek van Levent zoals neergelegd in het conceptrapport heeft medegedeeld waarbij hem verzocht is om daarop te reageren. Volgens MB is hem tijdens dat gesprek medegedeeld dat hij op non-actief werd gesteld en dat een ontslag niet was uitgesloten, terwijl volgens [verzoeker] hem was medegedeeld dat hij was ontslagen.

2.15.

Op 20 december 2023 heeft MB per brief (bijlage 5 bij het verzoekschrift) de arbeidsovereenkomst met [verzoeker] opgezegd. Uit die brief worden de navolgende passages aangehaald:

“On 24 October 2023, at your request, a meeting took place with [naam collega 2] from HR. During this conversation, you reported misconduct by your manager. You indicated (among other things) that you had been forced into sexual acts by your manager and that you had been stalked by her.

Subsequently, on 6 November 2023, you submitted a letter with your “grievance story”, describing undesired behaviour of your manager towards you, for example that she forced herself on you and refused to leave your apartment, after which “very disturbing” things happened that you did not want to describe.

Given the seriousness of your complaints about your manager, MB CAC has felt compelled to hire an (external/neutral) investigation agency to further investigate your complaints. (...)

MB CAC considers falsely accusing your manager of inappropriate or unwanted behaviour and/or filing complaints about the behaviour of your manager that are deviating from the truth, serious act(s), such that MB CAC cannot reasonably be required to continue the employment agreement with you. The same applies to the other behaviour you have exhibited towards colleagues and managers. You have caused a severe impairment of the employment relationship with MB CAC and crudely neglected the obligations imposed on you by the employment agreement and the standards for being a good employee. By your actions you have ceased to be worthy of the trust of MB CAC. (...)

During our meeting last Monday afternoon we confronted you with the findings of the investigation agency and we informed you that you were suspended with immediate effect.

You have been given the opportunity to respond to the above mentioned actions and behaviour. We have also asked whether there are any (personal) circumstances that we should take into account when considering the termination of the employment contract. You have not provided anything that could change the aforementioned conclusion.

Given the urgent reason(s) as described above and considering your (personal) circumstances, as far as we are aware, MB CAC has no other option than to terminate your employment agreement with immediate effect, so your employment agreement is terminated as per today. (...)”

3 Het verzoek

3.1.

[verzoeker] verzoekt primair een verklaring voor recht inhoudend dat het per 18 december 2023, althans 20 december 2023 gegeven ontslag onrechtmatig is gegeven.

3.2.

Daarnaast verzoekt [verzoeker] , eveneens primair, de veroordeling van MB tot betaling van:

1. de zogenoemde gefixeerde vergoeding ex art. 7:672 lid 11 BW (€ 4.177,40 bruto), te

vermeerderen met de wettelijke verhoging ex art. 7:625 BW;

2. de transitievergoeding ex art. 7:673 BW (€ 1.113,00 bruto);

3. een billijke vergoeding (€ 215.058,00);

4. een vergoeding van immateriële schade (€ 50.000,00);

5. de wettelijke rente over de onder 1. tot en met 4. genoemde bedragen vanaf de dag van

opeisbaarheid,

een en ander onder veroordeling van MB om binnen tien dagen na betekening van deze beschikking aan [verzoeker] een deugelijke specificatie te verstrekken ter zake van de genoemde bedragen, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag dat zij dat nalaat.

3.3.

Subsidiair verzoekt [verzoeker] de veroordeling van MB tot betaling van de transitievergoeding met rente, onder verstrekking van een deugdelijke specificatie, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag dat zij dat nalaat.

3.4.

[verzoeker] stel zich - kort gezegd - op het standpunt dat hij MB geen dringende reden heeft gegeven om de arbeidsovereenkomst op te zeggen. Ook stelt hij dat de opzegging niet onverwijld heeft plaatsgevonden. De beschuldigingen aan zijn adres in de ontslagbrief zijn bizar en onjuist en hebben een diffamerend karakter waardoor hij (reputatie)schade heeft opgelopen.

3.5.

MB heeft gemotiveerd verweer gevoerd, waarop hierna voor zover nodig zal worden ingegaan.

4 De beoordeling

5 De beslissing