Home

Rechtbank Limburg, 25-09-2024, ECLI:NL:RBLIM:2024:6709, 10973231 CV EXPL 24-1220

Rechtbank Limburg, 25-09-2024, ECLI:NL:RBLIM:2024:6709, 10973231 CV EXPL 24-1220

Gegevens

Instantie
Rechtbank Limburg
Datum uitspraak
25 september 2024
Datum publicatie
2 oktober 2024
ECLI
ECLI:NL:RBLIM:2024:6709
Zaaknummer
10973231 CV EXPL 24-1220

Inhoudsindicatie

Bijzondere overeenkomst; huurrecht; woonruimte ontbinding/ontruiming

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Civiel recht

Kantonrechter

Zittingsplaats Maastricht

Zaaknummer: 10973231 CV EXPL 24-1220

Vonnis van 25 september 2024

in de zaak van

[eiseres] in de hoedanigheid van executeur in de nalatenschap van [erflater] (hierna: erflater),

te [woonplaats 1] ,

eisende partij,

hierna te noemen: [eiseres] ,

gemachtigde: mr. S.L.B. Duijf,

tegen

[gedaagde] ,

te [woonplaats 2] ,

gedaagde partij,

hierna te noemen: [gedaagde] ,

gemachtigde: mr. M.W.M. van Doorn.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding
- de schriftelijke weergave van het mondelinge antwoord
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald

- het bericht van 20 mei 2024 van [gedaagde]

- de akte wijziging eis van [eiseres]

- de mondelinge behandeling van 21 mei 2024, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt

- de akte uitlating van [gedaagde] .

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1.

Tussen erflater, destijds wonende aan de [adres 1] te [woonplaats 2] , en [gedaagde] , zijnde de neef van erflater, is een huurovereenkomst tot stand gekomen met betrekking tot het naastgelegen woonhuis met erf en tuin (hierna: de woning) aan de [adres 2] te [woonplaats 2] .

2.2.

De huurovereenkomst is mondeling tot stand gekomen. De huurprijs bedraagt € 450,00 per maand. De huurbetalingen worden sedert oktober 2022 op de bankrekening van erflater overgemaakt.

2.3.

Op 9 maart 2023 is erflater overleden. [eiseres] is een vriendin van erflater. In zijn testament heeft erflater [eiseres] benoemd tot executeur, welke benoeming zij heeft aanvaard.

2.4.

[gedaagde] is geen erfgenaam, maar dat was hem aanvankelijk niet duidelijk althans [gedaagde] verkeerde in de veronderstelling een van de erfgenamen te zijn.

2.5.

Vanaf oktober 2023 heeft [gedaagde] geen huurbetalingen meer verricht.

2.6.

Per brief van 1 november 2023 heeft [eiseres] de huurovereenkomst met [gedaagde] opgezegd per 1 februari 2024, met als reden dat [eiseres] de woning moet verkopen en [gedaagde] de huur telkens niet, of niet tijdig, betaalt.

2.7.

Bij brief van 2 februari 2024 heeft [eiseres] [gedaagde] aangemaand tot betaling van de huur over de afgelopen vijf maanden, van oktober 2023 tot en met februari 2024, in totaal € 2.250,00.

2.8.

Diezelfde maand heeft [eiseres] [gedaagde] in rechte betrokken. [gedaagde] heeft de betalingsachterstand erkend. Op 15 mei 2024 heeft [gedaagde] de huur over oktober tot en met december 2023 volledig betaald en op 19 mei 2024 de volledige huur over januari 2024 tot en met mei 2024.

2.9.

In de woning bevinden zich thans nog altijd spullen van de erflater en diens eveneens overleden moeder. In het verleden heeft de moeder in de woning gewoond.

3 Het geschil

3.1.

[eiseres] vordert - samengevat - de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde en de veroordeling van [gedaagde] tot het betalen van € 2.250,00, alsook de huurprijs vanaf 1 maart 2024 tot en met de dag van de ontbinding, een en ander met rente en proceskosten (1 tot en met 4). Aanvullend vordert [eiseres]

-

(nogmaals) de ontruiming van het gehuurde (ditmaal) met uitzondering van de roerende zaken behorende tot de nalatenschap (5) en met dwangsom (6) en een veroordeling in de kosten van de ontruiming (9),

-

het binnen plaatsen van roerende zaken behorende tot de nalatenschap, welke buiten zijn geplaatst (7), met dwangsom (8),

-

ingeval van een vrijwillige ontruiming: een machtiging om achtergebleven eigendommen van [gedaagde] af te voeren en sloten te vervangen (10) en een veroordeling van [gedaagde] in de kosten van dit afvoeren (11)

-

de kosten van vervanging van sloten na een, al dan niet vrijwillige, ontruiming (12)

-

nakosten met rente (13).

3.2.

[gedaagde] voert verweer.

3.3.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4 De beoordeling

5 De beslissing