Home

Rechtbank Limburg, 21-02-2024, ECLI:NL:RBLIM:2024:782, 10288360 \ CV EXPL 23-212

Rechtbank Limburg, 21-02-2024, ECLI:NL:RBLIM:2024:782, 10288360 \ CV EXPL 23-212

Gegevens

Instantie
Rechtbank Limburg
Datum uitspraak
21 februari 2024
Datum publicatie
28 februari 2024
ECLI
ECLI:NL:RBLIM:2024:782
Zaaknummer
10288360 \ CV EXPL 23-212

Inhoudsindicatie

Grondslag voor demotie ontbreekt. Terugplaatsing in functie ongedaan gemaakt.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Civiel recht

Kantonrechter

Zittingsplaats Roermond

Zaaknummer: 10288360 \ CV EXPL 23-212

Vonnis van 21 februari 2024

in de zaak van

[eiser] ,

te [woonplaats] , [gemeente X] ,

eisende partij,

hierna te noemen: [eiser] ,

gemachtigde: mr. J.T.J. Poell,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ROCKWOOL B.V.,

te Roermond,

gedaagde partij,

hierna te noemen: Rockwool,

gemachtigde: mr. A.P.J. Cordang.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord

- de door [eiser] ingediende aanvullende producties
- de brief van 15 maart 2023 waarin een mondelinge behandeling is bepaald

- de mondelinge behandeling van 24 oktober 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt
- de brieven van partijen van 21 november 2023, waarin zij de kantonrechter berichten dat zij geen minnelijke regeling hebben kunnen treffen.

1.2.

Vervolgens is vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1.

[eiser] is op [indiensttredingsdatum] bij Rockwool in dienst getreden in de functie van [functie 1] . Hierna heeft [eiser] nog gewerkt als [functie 2] en laatstelijk als [functie 3] . Zijn salaris bedroeg laatstelijk € 3.984,00 bruto per maand, exclusief emolumenten. Op de arbeidsovereenkomst is de cao Rockwool 2021-2023 van toepassing.

2.2.

Onder zijn verantwoordelijkheid vielen een 30-tal logistiek medewerkers van [ploeg X] . [collega X] ( [functie 4] ) maakte ook deel uit van deze ploeg.

2.3.

Rockwool ontdekte rond februari 2022 dat er teveel warehouse operators werden ingezet in [ploeg X] . Tussen partijen staat vast dat het [collega X] was die door manipulatie in de systemen bewerkstelligde dat er meer personeel werd ingepland in [ploeg X] dan volgens de instructies was toegestaan. Hierdoor ontstond een “comfortabeler” werktempo voor de ploeg maar werd Rockwool met extra kosten opgezadeld.

2.4.

Rockwool is van mening dat de manipulatie gebeurde met medeweten van [eiser] . [eiser] was eindverantwoordelijk voor de planning en de accordering van de uren van de ingezette werknemers. Hij heeft dit laten gebeuren zonder in te grijpen.

2.5.

Zowel [eiser] als [collega X] zijn geschorst. [collega X] is overgeplaatst naar een ander team met behoud van zijn functie en arbeidsvoorwaarden. [eiser] is met ingang van [terugplaatsingsdatum] teruggeplaatst in functie van [functie 5] . Deze functie is vier loonschalen lager ingedeeld dan de met [eiser] overeengekomen functie.

2.6.

Rockwool heeft de demotie van [eiser] gegrond op artikel 8 lid 3 sub b van de cao. Artikel 8 lid 3 sub b van de cao luidt als volgt:

“Werknemers, die door eigen toedoen, wegens onbekwaamheid of op eigen verzoek worden geplaatst in een lager ingedeelde functie, worden in de overeenkomende lagere salarisschaal ingedeeld met ingang van de maand, volgend op die waarin de plaatsing in de lagere functie is geschied.”

3 Het geschil

3.1.

[eiser] vordert, na wijziging ter zitting van zijn subsidiaire vordering in een primaire vordering:

  1. voor recht te verklaren dat de aan [eiser] gemaakte verwijten geen demotie rechtvaardigen, en, voor zover de kantonrechter daarover anders mocht oordelen, geen demotie naar een functie die vier loonschalen lager is ingedeeld;

  2. Rockwool te veroordelen tot ongedaanmaking van de demotie en terugplaatsing in de functie van [functie 3] per [terugplaatsingsdatum] tegen betaling van het overeengekomen loon van € 3.984,00 bruto per maand, en wedertewerkstelling in deze functie op straffe van een dwangsom van € 500,00 voor iedere dag dat Rockwool met nakoming van het vonnis in gebreke mocht blijven;

  3. Rockwool te veroordelen tot betaling van de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW over het onbetaald gebleven loon vanaf [terugplaatsingsdatum] , alsmede tot betaling van de wettelijke rente over alle vorderingen, en wel vanaf de datum dat deze zijn verschuldigd;

  4. Rockwool te veroordelen tot betaling van de kosten van het geding.

3.2.

Rockwool voert verweer. Rockwool concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [eiser] , dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [eiser] , met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eiser] in de kosten van deze procedure.

3.3.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4 De beoordeling

5 De beslissing