Rechtbank Limburg, 18-12-2024, ECLI:NL:RBLIM:2024:9758, 11146723 \ CV EXPL 24-2894
Rechtbank Limburg, 18-12-2024, ECLI:NL:RBLIM:2024:9758, 11146723 \ CV EXPL 24-2894
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Limburg
- Datum uitspraak
- 18 december 2024
- Datum publicatie
- 30 december 2024
- ECLI
- ECLI:NL:RBLIM:2024:9758
- Zaaknummer
- 11146723 \ CV EXPL 24-2894
Inhoudsindicatie
Bijzondere overeenkomst; arbeidsrecht; loonvordering (met of zonder ontslag)
Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 11146723 \ CV EXPL 24-2894
Vonnis van 18 december 2024
in de zaak van
[eiseres] ,
wonende te [woonplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiseres] ,
gemachtigde: mr. R.H.J.G. Borger,
tegen
CARE DIENSTENGROEP B.V.,
gevestigd te Nijverdal, gemeente Hellendoorn,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Care,
gemachtigde: mr. C. Özcan
1 De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding,- de conclusie van antwoord,- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
- het bericht van 16 oktober 2024 met producties van de zijde van Care,
- de akte van overlegging producties en wijziging van eis van de zijde van [eiseres] ,
- de spreekaantekeningen van de zijde van [eiseres] ,- de mondelinge behandeling van 29 oktober 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2 De feiten
[eiseres] is sinds 15 november 2021 bij Care in dienst in de functie medewerker schoonmaak, laatstelijk op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Per 15 maart 2023 is een arbeidsomvang overeengekomen van 35 uur per week.
[eiseres] heeft zich op 30 mei 2023 ziek gemeld.
De arbodienst heeft [eiseres] arbeidsgeschikt bevonden voor haar werkzaamheden.
Care heeft [eiseres] bij brief van 7 juni 2023 gesommeerd om per 8 juni 2023 haar werkzaamheden te hervatten. Daarbij heeft Care aangegeven dat de loonbetaling zou worden gestopt als [eiseres] niet komt werken.
Op 8 juni 2023 heeft [eiseres] de werkzaamheden niet hervat en heeft zij haar leidinggevende bij Care een e-mail gestuurd met de volgende inhoud:
“Goede avond [naam 1] ik ga maandag weer beginnen omdat je zegt dat gaat niet
Dan neem ik per direct ontslag
Omdat je niet wil luisteren naar mijn daar ben ik klaar mee met jouw
En bel mijn niet meer afz [eiseres] ”
Bij e-mail van 8 juni 2023 heeft Care het ontslag van [eiseres] bevestigd.
Op 11 juni 2023 stuurt [eiseres] een WhatsApp-bericht aan haar leidinggevende waarin staat vermeld:
“Hoi [naam 1] waarom kan ik niet maandag beginnen ik heb mijn toch beter vrijdag”
Op dit bericht reageert Care op 12 juni 2023 met het WhatsApp-bericht met de volgende inhoud:
“(...)
Ik denk dat wij eerst een gesprek moeten inplannen met jou, voordat wij kunnen beslissen om de samenwerken verder aan te gaan. Je hebt inmiddels je ontslag ingediend bij ons.
Je kunt vandaag om 12.30 uur op kantoor komen om dit gesprek met mij en [naam 2] samen te bespreken.
(...)”
Op 12 juni 2023 is door [eiseres] een brief ondertekend waarin het volgende staat opgenomen:
“(...)
Er is met u gesproken over een wijziging in het aantal uren dat u werkzaam bent voor Care Dienstengroep. Met dit schrijven bevestigen we de gemaakte afspraken.
Middels ondertekening van dit formulier geeft u akkoord, met ingang van 12-6-2023, af te zien van 10 minuren /uren per week.
Dit betreft de vermindering van de werkuren op het volgende object/de volgende objecten:
(...)
[adres] minuren /uren per week
(...)
Wel is er met u afgesproken dat, indien er extra werkzaamheden zijn in verband met ziekte of vakantie, u de mogelijkheid krijgt om deze uren te vervangen.
(...)”
Bij brief van 13 juni 2023 heeft (de gemachtigde van) [eiseres] Care aangegeven dat [eiseres] met haar bericht van 8 juni 2023 geen ontslag heeft willen nemen en beroept zij zich erop dat het dienstverband niet is geëindigd.
Vanaf periode 7 van 2023 heeft [eiseres] minder uren uitbetaald gekregen.
Bij brief van 20 december 2023 heeft (de gemachtigde van) [eiseres] Care geïnformeerd dat zij vanaf periode 7-2023 niet conform 35 uur per week betaald heeft gekregen en vordert zij alsnog betaling van deze 35 uur per week.
Deze betaling is door Care uitgebleven.
3 Het geschil
[eiseres] vordert - samengevat – na eiswijziging:
I. Care te veroordelen om [eiseres] per 15 maart 2023 het loon en overige emolumenten te betalen behorende bij een arbeidsomvang van 35 uur per week, bestaande uit:
€ 482,80 € 482,80 aan eindejaarsuitkering over 2023, vermeerderd met 50% wettelijke verhoging en te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf datum opeisbaarheid;
€ 482,80 € 13.219,54 aan achterstallig loon over de periode -periode 4 van 2023 tot en met periode 4 van 2024-, vermeerderd met 50% wettelijke verhoging en de wettelijke rente vanaf data opeisbaarheid;
II. Care te veroordelen om gecorrigeerde loonspecificaties te verstrekken vanaf periode 4 van 2023 en een gecorrigeerde jaaropgave 2023, op straffe van een dwangsom van € 50,00 per dag;
III. Care te veroordelen tot betaling van € 1.197,22 aan buitengerechtelijke kosten;
IV. Care te veroordelen in de proceskosten en nakosten.
[eiseres] legt aan haar vordering ten grondslag dat zij met Care een arbeidsovereenkomst heeft gesloten met een arbeidsomvang van 35 uur per week en dat Care haar vanaf 15 maart 2023 niet conform deze arbeidsomvang heeft betaald. Met de ondertekende brief van 12 juni 2023 stelt [eiseres] geen afstand te hebben gedaan van een arbeidsomvang van 10 uren per week, maar alleen te hebben aangegeven dat zij niet meer op het project [adres] werkzaam wilde zijn. Zij meent dat door Care een andere invulling zou worden gegeven voor deze 10 uren. Care heeft volgens [eiseres] echter geen vervangend werk aangeboden. [eiseres] betwist de handtekening onder de brief van 16 juni 2023 waarin afstand zou zijn gedaan van 8 uur per week op het project Folkoriade.
Care voert verweer. Zij concludeert dat [eiseres] tweemaal (schriftelijk) afstand heeft gedaan van een deel van haar arbeidsomvang: op 12 juni 2023 voor 10 uren per week en op 16 juni 2023 voor 8 uren per week (producties 2 en 5 bij conclusie van antwoord). Care stelt dat daarmee uiteindelijk een arbeidsomvang van 17 uur per week resteert en dat zij [eiseres] conform deze arbeidsomvang heeft uitbetaald. Care voert verder aan dat [eiseres] niet eerder haar beklag heeft gedaan over de minder uitbetaalde uren dan bij brief van 20 december 2023. Care concludeert tot afwijzing van de vorderingen van [eiseres] , met veroordeling van [eiseres] in de kosten van deze procedure.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.