Rechtbank Limburg, 09-04-2025, ECLI:NL:RBLIM:2025:3411, 11109374 \ CV EXPL 24-2528
Rechtbank Limburg, 09-04-2025, ECLI:NL:RBLIM:2025:3411, 11109374 \ CV EXPL 24-2528
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Limburg
- Datum uitspraak
- 9 april 2025
- Datum publicatie
- 18 april 2025
- ECLI
- ECLI:NL:RBLIM:2025:3411
- Zaaknummer
- 11109374 \ CV EXPL 24-2528
Inhoudsindicatie
Bijzondere overeenkomst; arbeidsrecht; loonvordering (met of zonder ontslag)
Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 11109374 \ CV EXPL 24-2528
Vonnis van 9 april 2025
in de zaak van
[eiser] ,
wonende te [woonplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: mr. B.R. van der Zwan, Stichting Achmea Rechtsbijstand,
tegen
GOURMAND PASTRIES NL B.V.,
gevestigd te Kerkrade,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Gourmand,
gemachtigde: mr. H.J. Wiarda en mr. M.R. Scheper.
1 De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding- de conclusie van antwoord- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald
- de mondelinge behandeling van 14 januari 2025, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt- spreekaantekeningen van [eiser]
- spreekaantekeningen van Gourmand.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2 De feiten
[eiser] is op 4 februari 2008 bij (de rechtsvoorganger van) Gourmand in dienst getreden, Hij is werkzaam in de functie van commercieel vertegenwoordiger, op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
Eind 2021 hebben partijen onderhandelingen gevoerd over de verhoging van het basisloon van [eiser] en een aanpassing van de variabele beloning.
Op 21 februari 2022 hebben partijen een addendum op de arbeidsovereenkomst gesloten waarin - voor zover van belang - het volgende is opgenomen:
“(...)
1. Werknemer en Werkgever komen overeen dat Werknemer met ingang van 01/01/2022 een vast maandelijks bruto loon ontvangt van 4.410€.
2. De variabele beloning (commissielonen) wordt met ingang van 01/01/2022 gebaseerd op targets die door de werkgever bepaald worden. (...)
3. Per 01/01/2023 wordt een indexatie van het vast maandelijks bruto loon toegepast (cfr de sector van de industriële bakkerij).
(...)”
Gourmand heeft het salaris van [eiser] met ingang van 1 januari 2023 verhoogd met 3,4% naar € 4.559,94 bruto.
Met ingang van 1 januari 2024 heeft Gourmand het salaris van [eiser] met 4,5% verhoogd naar € 4,765,14 bruto.
3 Het geschil
[eiser] vordert - samengevat –
a. een verklaring voor recht dat Gourmand is gehouden de loonsverhogingen voor de industriële bakkerij toe te passen met ingang van 1 januari 2023,
en met veroordeling van Gourmand:
tot betaling van het achterstallig salaris over de maanden juli tot en met december 2023 van € 1.915,17 bruto;
tot betaling van de resterende dertiende maand van € 159,60 bruto;
tot betaling van het achterstallig salaris over de maanden januari, februari en maart 2024 van totaal € 1.000,68 bruto;
tot betaling van de wettelijke rente over het onder sub b, c en d gevorderde vanaf de dag van verzuim tot de dag van volledige betaling;
tot betaling van de wettelijke verhoging over het onder sub b, c, en d gevorderde;
tot betaling van het salaris van € 5.098,70 bruto per maand vanaf april 2024;
om met ingang van 1 juli 2024 de CAO verhoging van 4,5% toe te passen en [eiser] aldus vanaf dat moment het salaris van € 5.328,14 bruto per maand te betalen;
tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten van € 432,55;
tot betaling van de proceskosten.
[eiser] legt aan zijn vordering het volgende ten grondslag. Met de indexatie van het salaris uit artikel 3 van het addendum, hebben partijen afgesproken dat vanaf 1 januari 2023 de CAO voor de Industriële Bakkerij (hierna: CAO) wordt gevolgd voor wat betreft de indexatie van het loon. Daardoor dient Gourmand elke CAO-verhoging te volgen. Volgens [eiser] dient het woord ‘per’ uit het betreffende artikel te worden gelezen als ‘met ingang van’. Het doel van het addendum was immers een meer marktconform salaris te bieden aan [eiser] .
[eiser] stelt dat Gourmand het loon op 1 januari 2023 en op 1 januari 2024 heeft geïndexeerd, maar dat Gourmand heeft nagelaten de CAO-verhogingen toe te passen per 1 juli 2023 en 1 juli 2024. Doordat Gourmand niet alle CAO-verhogingen na 1 januari 2023 heeft gevolgd, is sprake van achterstallig loon. Over dit achterstallig loon vordert [eiser] ook de wettelijke verhoging en rente.
Gourmand voert verweer en betwist dat partijen met artikel 3 van het addendum zijn overeengekomen om het loon vanaf 1 januari 2023 mee te laten stijgen met elke CAO-verhoging. Gourmand stelt dat het woord ‘per’ uit het betreffende artikel gelezen moet worden als ‘op’ en dat het een eenmalige indexatie betrof. Dat alleen het loon op 1 januari 2023 zou worden verhoogd met de indexatie van de CAO en niet elke verhoging zou worden gevolgd, blijkt volgens Gourmand ook uit de woorden ‘een indexatie’ uit artikel 3. Verder betwist Gourmand gebonden te zijn aan de CAO nu Gourmand niet onder deze CAO valt en de CAO in het addendum niet van toepassing is verklaard op de arbeidsovereenkomst. Gourmand concludeert dat zij [eiser] heeft betaald conform de afspraak in het addendum en dat zij [eiser] verder niets verschuldigd is. Zij verzoekt de vorderingen van [eiser] af te wijzen met veroordeling van [eiser] in de kosten van deze procedure.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.