Home

Rechtbank Limburg, 31-01-2025, ECLI:NL:RBLIM:2025:803, 11297958/AZ/24-87

Rechtbank Limburg, 31-01-2025, ECLI:NL:RBLIM:2025:803, 11297958/AZ/24-87

Gegevens

Instantie
Rechtbank Limburg
Datum uitspraak
31 januari 2025
Datum publicatie
5 februari 2025
ECLI
ECLI:NL:RBLIM:2025:803
Zaaknummer
11297958/AZ/24-87

Inhoudsindicatie

Werkgever heeft niet voldaan aan de regels uit het huishoudelijk reglement die zien op de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om de arbeidsovereenkomst met een lid van het managementteam te beëindigen.

De kantonrechter komt daarom niet toe aan de beantwoording van de vraag of is voldaan aan een van de in de wet geformuleerde gronden voor ontbinding waarop door de werkgever een beroep is gedaan.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Civiel recht

Kantonrechter

Zittingsplaats Roermond

Zaaknummer / rekestnummer: 11297958 \ AZ VERZ 24-87

Beschikking van 31 januari 2025

in de zaak van

de stichting STICHTING BOSPOP,

statutair gevestigd te Weert,

verzoekende partij,

verwerende partij in het (voorwaardelijk) tegenverzoek,

hierna te noemen: Bospop,

gemachtigde: mr. S.A. van Ierssel,

tegen

[verweerder] ,

wonende te [woonplaats] ,

verwerende partij,

verzoekende partij in het (voorwaardelijk) tegenverzoek,

hierna te noemen: [verweerder] ,

gemachtigde: mr. B.T.G.M. Lamers.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het op 5 september 2024 ontvangen verzoekschrift van Bospop,

- het op 19 november 2024 door [verweerder] ingediende verweerschrift, met een tegenverzoek,

- de op 22 november 2024 door [verweerder] ingediende aanvullende producties 16 tot en met 18,

- de op 25 november 2024 door [verweerder] ingediende aanvullende productie 19,

- de op 25 november 2024 door Bospop ingediende aanvullende producties 36 tot en met 42,

- de op 26 november 2024 door [verweerder] ingediende aanvullende producties 20 tot en met 22,

- de op 28 november 2024 door [verweerder] ingediende aanvullende productie 23.

1.2.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 29 november 2024. Bij die gelegenheid heeft Bospop spreekaantekeningen in het geding gebracht.

1.3.

Daarna is beschikking bepaald.

2 De feiten

2.1.

Bospop is een stichting die als statutaire doelstelling heeft het organiseren van culturele activiteiten, met de nadruk op muzikale activiteiten. Bospop organiseert het jaarlijks terugkerende driedaagse festival “Bospop Weert”. Dit festival is in de jaren 80 voor het eerst georganiseerd door [naam 1] . Hij is een van de bestuursleden van Bospop en hij is tevens festivaldirecteur.

2.2.

[verweerder] , geboren op [geboortedatum] 1981, is sinds medio 2000 als vrijwillig actief voor Bospop. Op 18 december 2021 is een vrijwilligersovereenkomst tot stand gekomen. Deze is bij addendum van 22 maart 2022 aangevuld. Bospop heeft deze vrijwilligersovereenkomst opgezegd bij brief van 5 september 2024 tegen 5 december 2024.

2.3.

[verweerder] is naast zijn activiteiten als vrijwilliger uit hoofde van de hiervoor genoemde overeenkomst, op 1 juli 2022 voor acht uur per week in dienst getreden bij Bospop. De functie van [verweerder] is [functienaam] . Hij ontvangt een salaris van € 840,00 bruto per maand exclusief vakantiegeld en andere emolumenten. [verweerder] maakt deel uit van het management team van Bospop. Het management team bestaat, naast [verweerder] , uit drie bestuursleden, waaronder [naam 1] , en zeven andere personen.

2.4.

[verweerder] is middellijk bestuurder en enig aandeelhouder van [bedrijfsnaam] B.V. Deze vennootschap heeft op 15 maart 2017 een zogenaamde barter-/sponsorovereenkomst met Bospop gesloten. De samenwerking uit hoofde van deze overeenkomst heeft tot en met de festivaleditie van juli 2023 voortgeduurd. Bospop en [bedrijfsnaam] hebben onder andere een geschil over de domeinnaam www.bospop.nl.

3 Het verzoek, het verweer en het (voorwaardelijk) zelfstandig verzoek

3.1.

Bospop verzoekt, bij beschikking voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de arbeidsovereenkomst met [verweerder] te ontbinden, primair vanwege een ernstig en duurzaam verstoorde arbeidsverhouding, subsidiair vanwege verwijtbaar handelen door [verweerder] en meer subsidiair vanwege een combinatie van deze gronden. In het verlengde hiervan verzoekt Bospop te bepalen dat [verweerder] recht heeft op een transitievergoeding van maximaal € 735,81 in het geval de arbeidsovereenkomst per 1 januari 2025 wordt ontbonden. Verder verzoekt zij geen aanvullende vergoeding zoals bedoeld in artikel 7:671b lid 8 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) toe te kennen dan wel een lagere vergoeding toe te kennen dan de helft van de transitievergoeding.

3.2.

[verweerder] voert verweer tegen toewijzing van het verzoek. Voor het geval de arbeidsovereenkomst toch wordt ontbonden, verzoekt [verweerder] om toekenning van de transitievergoeding en een billijke vergoeding van € 5.000,00 bruto.

3.3.

Op de stellingen van partijen zal hierna, voor zover van belang, worden ingegaan.

4 De beoordeling

5 De beslissing