Rechtbank Midden-Nederland, 03-07-2018, ECLI:NL:RBMNE:2018:3084, 6809174
Rechtbank Midden-Nederland, 03-07-2018, ECLI:NL:RBMNE:2018:3084, 6809174
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Midden-Nederland
- Datum uitspraak
- 3 juli 2018
- Datum publicatie
- 11 juli 2018
- ECLI
- ECLI:NL:RBMNE:2018:3084
- Zaaknummer
- 6809174
Inhoudsindicatie
ontbinding arbeidsovereenkomst, 7:671c BW. Door toekenning contractuele vergoeding artikel 7:686a lid 6 BW niet van toepassing.
Uitspraak
Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 6809174 UE VERZ 18-152 AS/31467
Beschikking van 3 juli 2018
inzake
[verzoeker] ,
wonende te [woonplaats],
verder ook te noemen [verzoeker],
verzoekende partij,
gemachtigde: mr. R.P.P. Caubo,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ALSO Nederland B.V.,
gevestigd te Nieuwegein,
verder ook te noemen ALSO,
verwerende partij,
gemachtigde: mr. E.H. Deur.
1 Verloop van de procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- -
-
het verzoekschrift van [verzoeker], ter griffie ingekomen op 11 april 2018;
- -
-
het verweerschrift van ALSO van 15 mei 2018;
- -
-
de pleitnota van [verzoeker];
- -
-
de pleitnota van ALSO.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 25 mei 2018. De griffier heeft daarvan aantekening gehouden.
Hierna is uitspraak bepaald.
2 Feiten
[verzoeker], geboren op [geboortedatum] 1979, is op 1 november 2009 bij Five 4 U B.V. (de rechtsvoorganger van ALSO) (hierna: Five 4 U) in dienst getreden, laatstelijk als Director Logistics. De arbeidsovereenkomst geldt als te zijn aangegaan voor onbepaalde tijd. Het salaris van [verzoeker] bedraagt € 8.959,05 bruto exclusief emolumenten, waaronder een auto van de zaak en een pensioenregeling.
Op 20 mei 2014 is er tussen Five 4 U en [verzoeker] een nieuwe arbeidsovereenkomst gesloten. In de arbeidsovereenkomst staat – voor zover relevant – het volgende:
“(...)
6. Beëindiging
Indien een beëindiging van de arbeidsovereenkomst op initiatief van Werkgeefster niet haar uitsluitende of voornaamste reden vindt in onrechtmatige handelingen of ernstige nalatigheden van Werknemer, zoals bijvoorbeeld het geval is in geval van fusie, overname, reorganisatie of fundamentele wijzigingen van het te voeren beleid, zal Werkgeefster, afgezien van de door haar in acht te nemen opzegtermijn, een schadeloosstelling betalen.
Deze schadeloosstelling bedraagt 1 bruto jaarsalaris, vermeerder met alle daaraan verbonden emolumenten, zoals deze in het jaar voorafgaand aan het einde van het dienstverband, door Werkgeefster aan Werknemer zijn betaald. Het totale bedrag van de schadeloosstelling wordt met 10% extra verhoogd, voor iedere jaar dat Werknemer de directiefunctie heeft bekleed. (...)
De totale schadeloosstelling zal echter nooit meer dan 2 x het bruto jaar salaris bedragen.
Eenzelfde schadeloosstelling als overeengekomen in het vorige lid zal door Werkgeefster aan Werknemer worden uitgekeerd in geval van beëindiging van de arbeidsovereenkomst op initiatief van Werknemer op grond van het feit dat de werknemer zijn functie niet langer wenst uit te oefenen op basis van zodanige gewijzigde omstandigheden, dat van de Werknemer in redelijkheid niet kan worden gevergd zijn functie nog langer uit te oefenen, zoals het geval zou kunnen zijn bij fusie, overname, reorganisatie of fundamentele wijzigingen van het te voeren beleid of de inhoud van de functie, dan wel bij aanstelling van een rechts of feitelijk hoger geplaatste bestuurder of andere functionaris.
(...)”
Five 4 U is door ALSO overgenomen. De overname is in maart 2018 definitief geworden.
Vóór de overname vervulde [verzoeker] de functie van Chief Operating Officer (COO). Samen met de heren [A] (CFO) en [B] (CEO) vormde [verzoeker] de directie van Five 4 U. [B] was de grootaandeelhouder van Five 4 U. In de functie van COO was hij ook verantwoordelijk voor distributie en alle ICT-systemen.
Bij brief van 21 februari 2018 heeft [verzoeker] ALSO bericht dat hij tot een beëindiging van de arbeidsovereenkomst wil komen. Daarbij maakt [verzoeker] aanspraak op een vergoeding op grond van de bepalingen in de arbeidsovereenkomst. [verzoeker] schrijft verder – voor zover relevant – het volgende:
“(...)
Na de overname door ALSO Holding AG heb ik een oprechte poging gedaan om als onderdeel van een veel grotere onderneming een goede invulling te geven aan een nieuwe functie-inhoud en gewijzigd beleid. Met name de beperkte invloed op fundamentele bedrijfsbeslissingen, die mijns inziens mede veroorzaakt wordt door de aanwezigheid van een centrale directie en centrale functies binnen de ALSO Holding, hebben mij echter doen beseffen dat ik binnen de totale ALSO organisatie onvoldoende op mijn plek ben. De recente (en in mijn ogen verkeerde) keuzes rondom de verhuizing van Five 4 U en de migratie van onze bedrijfssystemen zijn daar de meest expliciete, maar zeker niet de enige voorbeelden van. Ik hecht veel waarde aan een integere uitvoering van mijn rol als directielid en ben van mening dat ik daar zowel richting medewerkers als mijn collega directieleden helaas niet meer aan kan voldoen.
(...)”
3 Verzoek en verweer
[verzoeker] verzoekt op grond van de bepaalde in artikel 7:671c van het Burgerlijk Wetboek (BW) om ontbinding van de arbeidsovereenkomst van partijen met ingang van 1 juni 2018, dan wel een door de kantonrechter te bepalen datum en vordert een schadeloosstelling van € 229.615,86 bruto, alsmede veroordeling van ALSO in de proceskosten.
[verzoeker] voert daartoe aan dat door de overname van Five 4 U door ALSO de veranderingen voor zijn positie binnen ALSO en voor zijn functie naar zijn mening zodanig ingrijpend zijn dat in redelijkheid van hem niet kan worden verlangd dat hij de arbeidsovereenkomst met ALSO voortzet. [verzoeker] maakt verder aanspraak op een schadeloosstelling op grond van artikel 6.4 van de arbeidsovereenkomst. De schadeloosstelling bedraagt conform artikel 6.2 van de arbeidsovereenkomst één bruto jaarsalaris, vermeerderd met alle daaraan verbonden emolumenten, zoals deze in het jaar voorafgaand aan het einde van het dienstverband door werkgever aan werknemer zijn betaald. De schadeloosstelling wordt met 10% verhoogd voor elk jaar dat [verzoeker] de directiefunctie heeft bekleed. Het bruto jaarsalaris van [verzoeker] bedraagt (12 x € 8.959,05 + 8% vakantietoeslag =) € 116.109,29. De emolumenten bestaan uit de fiscale bijtelling van de auto van de zaak en het werkgeversdeel van de pensioenpremie, en bedragen (auto van de zaak € 595,25 + pensioenpremie € 359,34 =) € 954,59 per maand en € 111.455,08 per jaar. Het jaarsalaris met emolumenten bedraagt dus € 127.564,37. [verzoeker] heeft bij beëindiging per 1 juni 2018 acht volle jaren een directiefunctie bekleed, zodat de totale vergoeding (1,8 x € 127.564,37 =) € 229.615,86 bruto bedraagt.
ALSO voert verweer.
Op de stellingen van partijen wordt – voor zover relevant – hierna ingegaan.