Home

Rechtbank Midden-Nederland, 15-02-2018, ECLI:NL:RBMNE:2018:368, 6475203

Rechtbank Midden-Nederland, 15-02-2018, ECLI:NL:RBMNE:2018:368, 6475203

Gegevens

Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Datum uitspraak
15 februari 2018
Datum publicatie
28 februari 2018
ECLI
ECLI:NL:RBMNE:2018:368
Zaaknummer
6475203

Inhoudsindicatie

Arbeidsrecht, ontslag op staande voet, geen dringende reden.

Uitspraak

Civiel recht

kantonrechter

locatie Amersfoort

zaaknummer: 6475203 AE VERZ 17-90 RK/1069

en

zaaknummer 6494941 AE VER 17-94 RK/1069

Beschikking van 15 februari 2018

inzake

[verzoeker] ,

wonende te [woonplaats] ,

verder te noemen [verzoeker] ,

verzoekende partij,

gemachtigde: mr. S.B.H. Dijkstra,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[verweerster] B.V.,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

verder te noemen [verweerster] ,

verwerende partij,

gemachtigde: mr. A.J. Noordam.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedures blijkt uit:

- het verzoekschrift van [verzoeker] , ter griffie ingekomen op 20 november 2017;

- het verweerschrift van [verweerster] ;

- het verzoekschrift van [verweerster] , ter griffie ingekomen op 29 november 2017;

- het verweerschrift van [verzoeker] .

1.2.

De verzoeken zijn ter zitting van 18 januari 2018 behandeld. Van de zitting is aantekening gehouden.

1.3.

Hierna is uitspraak bepaald.

2 De feiten

2.1.

[verzoeker] , geboren op [1982] , is sinds 1 juli 2011 voor onbepaalde tijd in dienst van [verweerster] , laatstelijk als systeembeheerder tegen een salaris van € 3.750,00 bruto, te vermeerderen met vakantietoeslag en emolumenten.

2.2.

[verweerster] is een landelijke organisatie met ervaring op het gebied van schuldhulpverlening en insolventie en helpt mensen met schulden bij het vinden van een oplossing voor hun problematiek. Zij voert minnelijke en wettelijke schuldregelingen uit en biedt ondersteuning in de vorm van budgetbeheer, beschermingsbewind, budgetcoaching en cursussen. De directie is in handen van de heer [A] en mevrouw [B] .

2.3.

[verweerster] maakt gebruik van een personeelshandboek. Hierin is onder meer het volgende vermeld:

“3.5 Nevenwerkzaamheden Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van werkgever is het voor de werknemer gedurende de duur van het dienstverband niet toegestaan, buiten deze dienstbetrekking om werkzaamheden te verrichten, al dan niet tegen betaling van loon of een onkostenvergoeding, welke strijdig kunnen zijn met de belangen van werkgever. Dit is ter beoordeling van de werkgever.

4.3

Bedrijfseigendommen Binnen [verweerster] kan in sommige gevallen gebruik worden gemaakt van een laptop, navigatie of telefoon. De werknemer heeft ten opzichte van deze eigendommen een zorgplicht, bijvoorbeeld de eigendommen niet onbeheerd achter te laten en op een correcte wijze gebruik te maken van de eigendommen.

4.13

Internet Gebruik van het systeem van [verweerster] is onderworpen aan een gebruikersovereenkomst tussen [verweerster] en de werknemer. Door toegang te hebben tot het systeem en alle informatie en documenten die het systeem bevatten, gaat de werknemer er expliciet mee akkoord dat deze uitsluitend zakelijk gebruikt roden. Gebruik van internet is enkel toegestaan als dit noodzakelijk is voor de werkzaamheden. Privé gerelateerd internetgebruik is in principe niet toegestaan. Daarnaast verleent de werknemer voordat hij/zij inlogt op het systeem toestemming tot het monitoren van zijn/haar werkzaamheden als de directie van [verweerster] hiervoor aanleiding heeft. Voor de aanvullende richtlijnen omtrent internet en e-mailgebruik, verwijzen wij naar de bijlage ‘Internet en E-mailprotocol’.”

2.4.

[verzoeker] houdt zich in zijn privé-tijd bezig met het zogenaamde ‘minen van bitcoins’. Hij heeft thuis enkele bitcoinmachines staan. Op een gegeven moment - omstreeks het voorjaar van 2017 - heeft [verzoeker] een zogenaamde bitcoinmachine geïnstalleerd in een serverkast in de vestiging van [verweerster] in [vestigingsplaats] . Met deze machine kon hij virtueel bitcoins delven.

2.5.

Het delven van de bitcoins vond plaats via het wifi-netwerk van [verweerster] , van welk netwerk medewerkers gebruik konden maken voor privégebruik.

2.6.

Tijdens een bedrijfsetentje op 21 september 2017 is bij mevrouw [B] het vermoeden ontstaan dat [verzoeker] zich ook mogelijk op het werk bezig hield met het delven van bitcoins. Zij heeft op 26 september 2017 de door [verzoeker] geïnstalleerde bitcoinmachine in de serverruimte in [vestigingsplaats] ontdekt. Zij heeft [verzoeker] hiervoor op 27 september op non-actief gesteld.

2.7.

[B] heeft op 27 september 2017 met [verzoeker] over haar ontdekking gesproken. Op 28 september 2017 heeft [verweerster] [verzoeker] op staande voet ontslagen. Dit ontslag is bij brief van diezelfde dag schriftelijk aan [verzoeker] bevestigd. In de brief staat onder meer het volgende:

“Dinsdag 26 september 2017 eind van de middag heb ik een vermoeden gekregen, dat u onze computersystemen niet alleen voor bedrijfsdoeleinden gebruikt, maar ook voor privé doeleinden. Om dit vermoeden verder te kunnen onderzoeken, heb ik u gisteren geschorst. Dit onderzoek heb ik gisteren uitgevoerd.

Ik heb vastgesteld, dat u onze computersystemen niet alleen gebruikt heeft voor bedrijfsdoeleinden, maar ook voor privé doeleinden. Het betreft niet een eenmalig incidenteel gebruik, maar grootschalig gebruik voor het maken en handelen in zgn bit-coins.

U heeft hiermee gehandeld in strijd met de voorschriften, zoals deze zijn vastgelegd in ons personeelshandboek en het protocol inzake internet gebruik. Met dit gebruik heeft u ons bedrijf niet alleen blootgesteld aan gevaren van buitenaf (virus, hacken en gijzeling) maar ook diefstal (de kosten van het energie verbruik alleen al zijn door mij becijferd op ca. € 2.100,-).

Daarnaast bent u werkzaam als systeembeheerder. Met het gebruik is door u misbruik gemaakt van uw positie binnen de onderneming, waardoor het vertrouwen in u onherstelbaar is geschaad. Ik geef u hierbij ontslag op staande voet. Dit betekent, dat uw dienstverband per direct is beëindigd.(...)”

2.8.

Het personeel bij [verweerster] heeft toestemming om mobiele telefoons en laptops aan te sluiten op de stroomvoorziening op kantoor. Privégebruik van de mobiele telefoon tijdens werktijd moet zoveel mogelijk worden vermeden.

3 Het verzoek

3.1.

[verzoeker] verzoekt de kantonrechter bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, na vermindering van eis, om ten laste van [verweerster] een transitievergoeding toe te kennen van € 8.886,16 bruto, een vergoeding wegens onregelmatige opzegging van € 9.330,47 bruto en een billijke vergoeding van € 50.000,00 bruto, te vermeerderen met wettelijke rente. Daarnaast verzoekt hij om veroordeling van [verweerster] tot betaling van een behoorlijke eindafrekening van € 4.810,43 bruto, te vermeerderen met de wettelijke verhoging van 50%, tot betaling van de buitengerechtelijke kosten van € 1.568,52, tot betaling van een bedrag van € 923,17 netto aan nog te declareren onkosten en tot overlegging van een deugdelijke bruto/netto specificatie.

3.2.

Aan zijn verzoek legt [verzoeker] het navolgende ten grondslag. Hij bestrijdt dat sprake is van een dringende reden voor ontslag op staande voet. Het is hem onduidelijk wat [verweerster] hem verwijt. [verweerster] heeft slechts in algemene bewoordingen opgeschreven wat haar ertoe bracht om op te zeggen, zonder dit te motiveren. Niet vast te stellen is bovendien of [verweerster] onverwijld opzegde. [verzoeker] begrijpt niet waarom [verweerster] onmiddellijk grijpt naar de arbeidsrechtelijk zwaarste sanctie. [verzoeker] is bovendien van mening dat niet onverwijld is opgezegd.

3.3.

[verweerster] voert verweer. Zij heeft onder meer betoogd, kort samengevat, dat [verzoeker] heeft gehandeld in strijd met de voorschriften van het personeelshandboek en het protocol inzake internetverbruik door gebruik van computersystemen voor privé doeleinden. Hij heeft het bedrijf blootgesteld aan gevaren van buitenaf, diefstal gepleegd door het ontvreemden van elektriciteit en het vertrouwen onherstelbaar beschadigd. Zij zal de eindafrekening opmaken en uitbetalen, maar hierop de door [verzoeker] verschuldigde gefixeerde schadevergoeding in mindering brengen.

4 Het tegenverzoek

5 De beoordeling

6 Tegenverzoek

7 De beslissing