Home

Rechtbank Midden-Nederland, 07-02-2019, ECLI:NL:RBMNE:2019:424, 7255527

Rechtbank Midden-Nederland, 07-02-2019, ECLI:NL:RBMNE:2019:424, 7255527

Gegevens

Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Datum uitspraak
7 februari 2019
Datum publicatie
26 februari 2019
ECLI
ECLI:NL:RBMNE:2019:424
Zaaknummer
7255527

Inhoudsindicatie

Koper moet montagekosten voor een bureau betalen

Uitspraak

Civiel recht

kantonrechter

locatie Utrecht

zaaknummer: 7255527 UC EXPL 18-11118 RB/40162

Vonnis van 13 februari 2019

inzake

de besloten vennootschap

[eiseres] B.V.,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

verder ook te noemen [eiseres] ,

eisende partij,

gemachtigde: [gemachtigde] ,

tegen:

de besloten vennootschap

[gedaagde] B.V.,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

verder ook te noemen [gedaagde] ,

gedaagde partij,

vertegenwoordigd door [A] .

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding van 1 oktober 2018, met producties,

- de conclusie van antwoord, met producties,

- de conclusie van repliek, met producties,

- de conclusie van dupliek, met producties,

- de akte uitlating producties.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De beoordeling

2.1.

[gedaagde] heeft van [eiseres] een bureau gekocht. Op de website van [eiseres] werd vermeld dat de meeste producten van [eiseres] eenvoudig te monteren zijn door middel van een bijgevoegde montagehandleiding. Bij de levering van het bureau bleek een montagehandleiding te ontbreken. Nadat [gedaagde] om een montagehandleiding had gevraagd, heeft [eiseres] per e-mail een korte instructie aan [gedaagde] gezonden, met daarbij een tekening. [gedaagde] vond deze instructie en tekening niet duidelijk. [eiseres] en [gedaagde] zijn naar aanleiding daarvan overeengekomen dat [eiseres] het bureau tegen betaling zou monteren. Na afloop van de montage heeft [eiseres] € 110,11 bij [gedaagde] in rekening gebracht. [gedaagde] vindt dat hij deze kosten niet hoeft te betalen omdat hij geen deugdelijke montagehandleiding heeft ontvangen. In deze procedure vordert [eiseres] de betaling van de montagekosten van € 110,11, vermeerderd met de wettelijke handelsrente.

2.2.

De kantonrechter zal deze vordering toewijzen. Het verweer van [gedaagde] slaagt niet, om de volgende redenen. Om te beginnen zijn de koopovereenkomst met betrekking tot het bureau en de montageovereenkomst aparte overeenkomsten. Als [eiseres] de koopovereenkomst niet nakomt, brengt dat op zichzelf niet mee dat [gedaagde] de montagekosten niet hoeft te betalen. Daar komt bij dat [gedaagde] niet concreet heeft gemaakt wat er aan de door [eiseres] toegezonden instructie en tekening schort. [gedaagde] stelt weliswaar dat hij het bureau niet aan de hand van die instructie en tekening kan monteren, maar maakt niet duidelijk op welke punten deze onjuist of onduidelijk zijn. Uit het enkele gegeven dat de tekening handgemaakt is, valt niet af te leiden dat deze ondeugdelijk is. Ook hierom slaagt het verweer van [gedaagde] niet.

2.3.

[eiseres] vordert € 40,00 aan buitengerechtelijke incassokosten. Dit komt overeen met het in het artikel 6:96 lid 4 Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) bepaalde tarief en zal worden toegewezen.

2.4.

[gedaagde] krijgt ongelijk en zal daarom in de proceskosten aan de kant van [eiseres] worden veroordeeld. Deze worden begroot op:

- dagvaarding € 86,00

- griffierecht € 119,00

- salaris gemachtigde € 60,00 (2 punten x tarief € 30,00)

Totaal € 265,00

3 De beslissing

De kantonrechter:

3.1.

veroordeelt [gedaagde] om aan [eiseres] te betalen € 151,86, vermeerderd met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW over € 110,11 vanaf 1 oktober 2018 tot de voldoening;

3.2.

veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten aan de zijde van [eiseres] , tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 265,00, waarin begrepen € 60,00 aan salaris gemachtigde;

3.3.

verklaart dit vonnis tot uitvoerbaar bij voorraad.

Dit vonnis is gewezen door mr. J.A. Schuman, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 13 februari 2019.