Rechtbank Midden-Nederland, 07-04-2020, ECLI:NL:RBMNE:2020:1450, UTR - 19 _ 4835
Rechtbank Midden-Nederland, 07-04-2020, ECLI:NL:RBMNE:2020:1450, UTR - 19 _ 4835
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Midden-Nederland
- Datum uitspraak
- 7 april 2020
- Datum publicatie
- 20 april 2020
- ECLI
- ECLI:NL:RBMNE:2020:1450
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:RVS:2021:2434, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- UTR - 19 _ 4835
Inhoudsindicatie
Het beroep van [eiseres] tegen de omgevingsvergunning die het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht heeft verleend aan [naam derde-partij] voor het tijdelijk verwijderen van het orgel uit het [het gasthuis] is niet-ontvankelijk. De belangen die eiseres krachtens haar doelstellingen en blijkens haar feitelijke werkzaamheden heeft zijn niet rechtstreeks bij de omgevingsvergunning betrokken. Ook heeft eiseres geen ander rechtstreeks en actueel belang bij de omgevingsvergunning.
Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 19/4835
uitspraak van de meervoudige kamer van 7 april 2020 in de zaak tussen
[eiseres] , te [vestigingsplaats] , eiseres
(gemachtigde: D.C. Meerburg),
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht (het college), verweerder
(gemachtigde: mr. A. Erdogan).
Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen:
[naam derde-partij] N.V. ( [naam derde-partij] ),
(gemachtigde: J.A. Blom).
Inleiding
1. Het [het gasthuis] (het gasthuis) is in 1567 gesticht als pesthuis en heeft in de loop der jaren diverse functies gehad. In de periode 1930 tot en met 2004 is het gebouw in gebruik geweest als kerk. In 1954 is ten behoeve van dat gebruik een [...orgel] in het gebouw geplaatst.
2. Op 20 juni 1967 is het gasthuis aangewezen als rijksmonument. Op 21 juni 2010 is aan de omschrijving van het monument toegevoegd: ‘Tweeklaviers mechanisch orgel met vrij pedaal en 22 registers, gebouwd in 1954 door de firma [...] uit [plaatsnaam] .’
3. Eiseres is in de periode van 22 december 2004 tot 11 januari 2019 eigenaresse geweest van het gasthuis. Zij heeft het gasthuis zonder orgel per 11 januari 2019 verkocht aan [naam derde-partij] . Het [...orgel] heeft zij verkocht aan de orgelbouwer. Het orgel is op dit moment in bruikleen gegeven aan de Grote Kerk in Zwolle.
4. [naam derde-partij] heeft op 20 mei 2019 een aanvraag ingediend voor het verlenen van een omgevingsvergunning voor het tijdelijk verwijderen van het orgel uit het gasthuis. Het college heeft deze aanvraag voor advies voorgelegd aan de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (de RCE), de Afdeling Cultureel Erfgoed van de gemeente Utrecht en de commissie Welstand en Monumenten. Vervolgens heeft het college een ontwerpomgevingsvergunning ter inzage gelegd. Op het ontwerpbesluit zijn twee zienswijzen ingediend, onder andere door eiseres.
5. Op 25 september 2019 heeft het college op basis van de aanvraag een omgevingsvergunning verleend voor een periode van vijf jaar (de omgevingsvergunning). In de vergunning is het voorschrift opgenomen dat het [...orgel] voor 1 januari 2024 weer in het gasthuis moet worden teruggeplaatst.
6. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen de omgevingsvergunning. Het college heeft een verweerschrift ingediend.
7. De rechtbank heeft partijen met een brief van 19 februari 2020 ervan op de hoogte gesteld dat op de zitting onder andere de vraag aan de orde zal worden gesteld, of eiseres als belanghebbende kan worden aangemerkt.
8. De zaak is behandeld op de zitting van 13 maart 2020. De gemachtigde van eiseres was hierbij aanwezig, bijgestaan door mr. [A] . Ook de gemachtigde van het college was aanwezig, vergezeld door [B] . Namens [naam derde-partij] was de gemachtigde aanwezig.
9. Met partijen is afgesproken dat verweerder binnen een week na sluiting van het onderzoek het advies van de RCE aan de rechtbank en aan partijen zal toesturen, zodat het dossier van de rechtbank volledig is. De rechtbank heeft het advies van de RCE op 19 maart 2020 ontvangen.