Rechtbank Midden-Nederland, 15-01-2020, ECLI:NL:RBMNE:2020:210, 8091413 UE VERZ 19-305
Rechtbank Midden-Nederland, 15-01-2020, ECLI:NL:RBMNE:2020:210, 8091413 UE VERZ 19-305
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Midden-Nederland
- Datum uitspraak
- 15 januari 2020
- Datum publicatie
- 4 februari 2020
- ECLI
- ECLI:NL:RBMNE:2020:210
- Zaaknummer
- 8091413 UE VERZ 19-305
Inhoudsindicatie
Verzoek vermindering arbeidsomvang door oudere werknemer in fabriek; ploegendiensten, met volcontinurooster met nachtwerk; beroep werkgever op zwaarwegende bedrijfsbelangen
Uitspraak
Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 8091413 UE VERZ 19-305 aw/1370
Beschikking van 15 januari 2020
inzake
[verzoeker] ,
wonende te [woonplaats] ,
verder ook te noemen: [verzoeker] ,
verzoekende partij,
gemachtigde: mr. J.E.S. Dolmans,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[verweerster] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
verder ook te noemen: [verweerster] ,
verwerende partij,
gemachtigde: mr. M. Verschoof.
1 De procedure
Hoe de procedure is verlopen, blijkt uit het volgende:
- -
-
het verzoekschrift van [verzoeker] , dat door de griffie is ontvangen op 9 oktober 2019,
- -
-
het verweerschrift van [verweerster] , dat door de griffie is ontvangen op 29 november 2019,
- -
-
de nagezonden producties 6 en 7 van [verzoeker] ,
- -
-
de mondelinge behandeling, die heeft plaatsgevonden op 11 december 2019. Van hetgeen is besproken heeft de griffier aantekening gemaakt. Partijen hebben ieder een pleitnota overgelegd. Aan het slot van de mondelinge behandeling heeft de kantonrechter meegedeeld dat op 15 januari 2020 uitspraak zal worden gedaan.
2 De feiten
[verweerster] is één van de private label marktleiders in Noordwest Europa op het gebied van zoete biscuits. In de hoog geautomatiseerde fabriek van [verweerster] zijn 80 vaste medewerkers werkzaam op basis van een volcontinu-rooster. Alle vaste medewerkers in de fabriek hebben een voltijds dienstverband. Daarnaast maakt [verweerster] gebruik van uitzendkrachten.
[verzoeker] , geboren op [geboortedatum] 1958 en nu dus 61 jaar oud, is sinds 19 mei 2014 in dienst van [verweerster] , in de functie van “ [functie van verzoeker] ”. Dit betreft een functie op MBO-niveau (bij voorkeur procestechniek). De werkzaamheden bestaan onder andere uit: instellen van verpakkingsmachines; opzetten van verpakkingsmaterialen; volgen en bewaken van het verpakkingsproces; kwaliteitscontrole en borging; afstemmen van aanvoer met de productie; verhelpen van storing aan de verpakkingslijn; ombouwen van de verpakkingslijn; verrichten van klein onderhoud aan de verpakkingslijn; signaleren van storingen en deze oplossen; rapporteren van de voortgang.
[verzoeker] is werkzaam op de inpakafdeling van de fabriek, op basis van een rooster van 5-ploegendienst met gematigd voorwaartse rotatie. Dat betekent een tiendaagse cyclus met zes dagen van 8 uur werk, waarna vier vrije dagen volgen. De eerste twee dagen van de cyclus wordt gewerkt in de ochtenduren, vervolgens twee dagen in de middaguren en de laatste twee dagen wordt gewerkt in de nachtelijke uren.
De CAO voor de Zoetwarenindustrie 2019-2020 (hierna: de CAO) is op de arbeidsovereenkomst van toepassing. Daarin is, voor zover hier van belang, het volgende opgenomen:
“Preambule
Het werken in de bakkerij- en zoetwarenbranche betekent veelal zwaar werk, niet zelden op onregelmatige uren. Cao-partijen hebben getracht een samenhangend pakket aan maatregelen te treffen waardoor werknemers beter in staat worden gesteld om langer door te werken. Het zware werk vergt ook veel van jongeren; daarom is ook voor hen een aantal ontziemaatregelen opgenomen in de cao. Het geheel beoogt een levensfasebewust personeelsbeleid te formuleren. Een belangrijk onderdeel van dit beleid is de hersteltijd die met name oudere en jongere werknemers nodig hebben om van het fysiek en mentaal zware werk te kunnen herstellen. Daarom is het vooral voor deze werknemers van belang dat zij extra tijd krijgen om te recupereren, opdat zij hun werkzaamheden zo fit en vitaal mogelijk kunnen blijven verrichten en duurzaam inzetbaar blijven. Andere maatregelen zijn bijvoorbeeld het verruimen van de 80-90-100-maatregel en het verlenen van voorrang voor het verrichten van dagdiensten aan werknemers van 55 jaar en ouder. Extra vrije dagen zijn een geschikt middel om de werknemer in naar mate hij ouder wordt in toenemende mate staat te stellen om de extra rust te nemen die noodzakelijk is om te blijven voldoen aan de fysieke en mentale eisen die van hen verlangd worden. Naarmate werknemers ouder worden neemt de belastbaarheid steeds verder af. Cao-partijen hebben gemeend dat naarmate de leeftijd van de werknemers stijgt, zij meer behoefte hebben aan recuperatie, zodat een oplopend aantal vrije dagen een passende maatregel is om de inzetbaarheid van oudere werknemers te waarborgen.
(…)
Artikel 8a
80/90/100 regeling
1. Werknemers die de laatste 10 jaar onafgebroken bij dezelfde werkgever of zijn rechtsvoorganger(s) hebben gewerkt kunnen vanaf 8 jaar voorafgaand aan de voor hen geldende AOW-gerechtigde leeftijd, onder bepaalde voorwaarden, deelnemen aan de 80/90/100 regeling en daarmee de arbeidsduur verkorten met 20% teneinde de werknemer fysiek en mentaal langer inzetbaar te houden in zijn functie en werkrooster.
2. In Bijlage XII zijn de voorwaarden en vereisten voor deelname aan de 80/90/100 regeling opgenomen.
Bijlage XII
80/90/100 regeling
-
In de bedrijfsomgeving van werkgever komen onregelmatige en vol/semi-continuroosters veelvuldig voor. Iedere werknemer kan conform de Wet Flexibel Werken de werkgever om vermindering van de arbeidsduur verzoeken.
-
Deze regeling stelt de werknemer met een dienstverband van tenminste 0,7 fte in de gelegenheid om vanaf 8 jaar voorafgaand aan de voor hem geldende AOW-gerechtigde leeftijd, de arbeidsduur met 20% te verkorten teneinde de werknemer fysiek en mentaal langer inzetbaar te houden in zijn functie en werkrooster.
-
De daarvoor bij werkgever geldende bijzondere voorwaarden en arbeidsvoorwaarden worden geregeld in deze regeling.
Toepassing en voorwaarden
(…)
6. De werknemer met een dienstverband van tenminste 0,7 fte wordt éénmalig in de gelegenheid gesteld zijn arbeidsduur met 20% te verkorten met behoud van 50% van het maandinkomen over deze arbeidsduurverkorting en met behoud van de pensioenopbouw over 100/90 deel van het pensioengevend salaris.”
Artikel 12
1. Bij het opstellen van werkroosters wordt gekeken naar zowel het belang van de werkgever als dat van de werknemer.
(…)
Artikel 21 Afbouwregeling toeslag
(…)
2. Werknemers van 45 jaar en ouder die in een werkrooster werkzaam zijn waarin regelmatig nachtdiensten voorkomen, kunnen een verzoek indienen om één of meer nachtdiensten minder te gaan werken tegen inlevering van vakantiedagen en/of loon. Dit verzoek zal worden gehonoreerd tenzij zwaarwegend bedrijfsbelang zich daartegen verzet. De behandeling van het verzoek geschiedt conform vereisten Wet Flexibel Werken (verzoek om deeltijdarbeid).”
Bij brief van 24 mei 2019 heeft [verzoeker] aan [verweerster] gevraagd één dag per ploegenweek minder te mogen gaan werken, met ingang van 1 januari 2020. Hij stelt daarbij voor de laatste nachtdienst of de eerste ochtenddienst als vaste dag te laten vervallen.
In reactie op dat verzoek schrijft [verweerster] op 14 juni 2019 aan [verzoeker] :
“Jouw verzoek kan niet gehonoreerd worden. Er wordt bij [verweerster] gewerkt conform werkroosters, zoals opgenomen in de CAO Zoetwarenindustrie, artikel 12. Het maken van de personeelsplanning vereist dat personeelsbezetting conform deze werkroosters is. De enige uitzondering waarin de CAO Zoetwarenindustrie in voorziet is de 80/90/100 regeling. Deze is niet van toepassing op jou situatie aangezien een vereiste is dat de werknemer 10 jaren onafgebroken in dienst is bij de werkgever.”
3 Het verzoek en het verweer
[verzoeker] verzoekt de kantonrechter de overeengekomen arbeidsomvang te verminderen met 1 dag per ploegendienst / ploegenblok, derhalve met 8 uur per ploegendienst / ploegenblok, ingaande 1 januari 2020, met veroordeling van [verweerster] om aan hem een dwangsom te betalen van € 1.000,00 per dag voor iedere dag dat zij nalaat aan dat verzoek te voldoen, met een maximum van € 20.000,00, en met veroordeling van [verweerster] in de proceskosten.
[verzoeker] legt aan zijn verzoek – samengevat – ten grondslag dat hij 61 jaar oud is en fysieke ongemakken ondervindt als gevolg van de nachtdiensten en het onregelmatige werkrooster. Hij merkt dat hij veel tijd nodig heeft om te herstellen na een periode van 6 dagen en vreest dat hij dit werkrooster in de toekomst niet meer zal kunnen volhouden en (langdurig) zal uitvallen. Hij heeft daarom aan [verweerster] op grond van artikel 2 Wet Flexibel Werken (hierna: WFW) alsook op grond van artikel 21 van de CAO een verzoek tot vermindering van arbeidsomvang gedaan. [verweerster] heeft dat verzoek ten onrechte afgewezen. Hij wijst erop dat het in het kader van de 80/90/100 regeling kennelijk wel mogelijk is om te schuiven in een volcontinurooster. [verweerster] heeft de mogelijkheden om aan zijn verzoek tot arbeidsvermindering tegemoet te komen volgens [verzoeker] onvoldoende onderzocht. Daardoor houdt zij geen rekening met zijn gerechtvaardigde belangen en handelt zij in strijd met artikel 12 en met de preambule van de CAO.
[verweerster] voert als verweer – samengevat – aan dat haar zwaarwegend bedrijfsbelang in de weg staat aan inwilliging van het verzoek van [verzoeker] om de arbeidsduur te verminderen. Dat zwaarwegend belang bestaat uit ernstige problemen van roostertechnische aard, maar ook het niet kunnen herbezetten van de uren die zouden vrijkomen alsook problemen op het gebied van de veiligheid.