Rechtbank Midden-Nederland, 23-09-2020, ECLI:NL:RBMNE:2020:4082, 8176577 UC EXPL 19-12663
Rechtbank Midden-Nederland, 23-09-2020, ECLI:NL:RBMNE:2020:4082, 8176577 UC EXPL 19-12663
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Midden-Nederland
- Datum uitspraak
- 23 september 2020
- Datum publicatie
- 25 november 2020
- ECLI
- ECLI:NL:RBMNE:2020:4082
- Zaaknummer
- 8176577 UC EXPL 19-12663
Inhoudsindicatie
artikel 7:658 BW. Schending zorgplicht werkgever. Blootstelling aan psychosociale arbeidsbelasting. Hoofdelijke aansprakelijkheid formele werkgever en inlener.
Uitspraak
Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 8176577 UC EXPL 19-12663 SM/1152
Vonnis van 23 september 2020
inzake
[eiser] ,
wonende te [woonplaats] ,
verder ook te noemen [eiser] ,
eisende partij,
gemachtigde: mr. B.M.E. Drykoningen,
tegen:
1 Het zelfstandig bestuursorgaan Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers,
gevestigd te [vestigingsplaats 1] ,
hierna: het COA
2. de besloten vennootschap
Start People B.V.,
hierna: Start People,
gevestigd te [vestigingsplaats 2] ,
gedaagde partijen
verder ook gezamenlijk te noemen het COA,
gemachtigde: mr. K.M. Volker.
1 Het verloop van de procedure
[eiser] heeft een vordering ingesteld tegen het COA en Start People. Het COA heeft verweer gevoerd in een conclusie van antwoord. Start People heeft een incidentele vordering ingediend en verzocht het COA in vrijwaring te mogen oproepen. Bij vonnis van
26 februari 2020 heeft de kantonrechter de incidentele vordering tot vrijwaring toegestaan. Bij e-mail van 11 mei 2020 heeft de advocaat van Start People meegedeeld dat het COA en Start People zijn overeengekomen dat (de advocaat van) het COA mede namens Start People verweer zal voeren tegen de vordering van [eiser] .
De mondelinge behandeling was op 24 augustus 2020. Daarbij was [eiser] aanwezig, bijgestaan door mr. Drykoningen. Namens het COA waren aanwezig de heer [A] , [functie van A] en de heer [B] , [functie van B] . Zij werden bijgestaan door mr. Volker. Mr. Volker trad ook op namens Start People. Ter zitting hebben partijen vragen van de kantonrechter beantwoord en hun standpunten nader toegelicht. De griffier heeft daarvan aantekeningen gemaakt. Na de zitting heeft de kantonrechter meegedeeld dat schriftelijk uitspraak wordt gedaan.
2 Het geschil
[eiser] heeft op basis van een uitzendovereenkomst met Start People gewerkt bij het COA van [datum 1] 2015 tot en met [datum 2] 2016. Zijn functie was [functie van eiser] in de noodopvang voor asielzoekers, locatie [naam locatie] (hierna: de locatie). De tewerkstelling bij het COA is geëindigd vanwege sluiting van deze locatie.
In deze procedure vordert [eiser] een verklaring voor recht dat het COA en Start People hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade die hij heeft geleden:
(i) als gevolg van een arbeidsongeval dat hem op [datum 3] 2016 is overkomen, en
(ii) als gevolg van de psychosociale arbeidsbelasting waar hij gedurende zijn werkzaamheden op de locatie aan bloot is gesteld.
[eiser] stelt dat hij op [datum 3] 2016 op het terrein van de locatie is gevallen en daarbij zijn elleboog heeft gebroken. Hij was onderweg naar het magazijn en heeft toen even een balletje getrapt met bewoners die op het terrein aan het voetballen waren. Daarna is hij weer doorgelopen om verder te gaan met zijn werkzaamheden. Tijdens het voetballen of bij het weglopen is hij gestruikeld over de ongelijke bestrating van het terrein. Volgens [eiser] heeft het COA niet voldaan aan haar zorgplicht omdat zij geen maatregelen heeft genomen om te voorkomen dat haar medewerkers ten val komen door de ongelijke bestrating.
Daarnaast stelt [eiser] dat hij psychisch letsel heeft opgelopen doordat hij tijdens zijn werkzaamheden is geconfronteerd met het leed en de ernstige trauma’s die de bewoners van de noodopvang met zich meedroegen. Volgens hem waren er in de periode dat hij daar werkte veelvuldig heftige en schokkende incidenten, variërend van verbale en fysieke agressie tot zelfverminking en suïcidepogingen. Hij werd ook indirect geconfronteerd met schokkende gebeurtenissen, omdat de bewoners - vaak afkomstig uit Syrië - hem vertelden over wat zij daar hadden meegemaakt. Hij hoorde daardoor verhalen uit de eerste hand over willekeurige executies van burgers, verkrachtingen en onthoofdingen. Bewoners lieten hem foto’s en filmpjes zien op hun telefoons of zij lieten hem hun littekens zien. Door deze schokkende gebeurtenissen heeft hij een posttraumatische stressstoornis en een depressie opgelopen, waarvoor hij behandeld moest worden. Volgens [eiser] heeft het COA niet voldaan aan haar zorgplicht. Zij heeft hem op geen enkele wijze voorbereid op de omgang met ernstig getraumatiseerde bewoners en er was geen enkele vorm van begeleiding, opvang of nazorg voor de werknemers die direct of indirect met schokkende gebeurtenissen werden geconfronteerd.
Het COA heeft verweer gevoerd. Over de val op het terrein heeft zij in de eerste plaats naar voren gebracht dat dit niet is gebeurd in de uitvoering van de werkzaamheden. Volgens het COA is de toedracht niet duidelijk, omdat er geen getuigen zijn die [eiser] hebben zien vallen. Voetballen met de bewoners hoorde niet tot de werkzaamheden van de [functie van eiser] en het was hen verboden dit te doen. Verder heeft het COA tegengesproken dat zij niet zou hebben voldaan aan haar zorgplicht.
Met betrekking tot het psychisch letsel heeft het COA tegengesproken dat [eiser] is blootgesteld aan doorlopende agressie en direct is geconfronteerd met suïcidepogingen. In het meldingssysteem zijn er geen meldingen met betrekking tot dat soort incidenten die afkomstig zijn van [eiser] . Het COA vindt het daarom niet aannemelijk dat zijn gestelde psychische klachten het gevolg zijn van zijn werkzaamheden. Volgens het COA heeft zij wel aan haar zorgplicht voldaan. [eiser] heeft in de periode dat hij op de locatie werkte bovendien nooit geklaagd over de psychische belasting die het werk met zich bracht. Zijn leidinggevende was er niet van op de hoogte en kon dus ook geen hulp bieden.