Home

Rechtbank Midden-Nederland, 22-09-2021, ECLI:NL:RBMNE:2021:4523, UTR 20/3596

Rechtbank Midden-Nederland, 22-09-2021, ECLI:NL:RBMNE:2021:4523, UTR 20/3596

Gegevens

Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Datum uitspraak
22 september 2021
Datum publicatie
22 september 2021
ECLI
ECLI:NL:RBMNE:2021:4523
Formele relaties
Zaaknummer
UTR 20/3596

Inhoudsindicatie

Wet natuurbescherming, stikstofemissie. De rechtbank vernietigt de weigering om handhavend op te treden tegen een vleesverwerkingsbedrijf in IJsselstein. Beoordeling situatie PAS-melders; zicht op legalisatie en evenredigheid; aansluiting bij criteria uitspraak Logtsebaan.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht

Bestuursrecht

zaaknummer: UTR 20/3596

uitspraak van de meervoudige kamer van 22 september 2021 in de zaak tussen


Coöperatie Mobilisation for the Environment U.A., gevestigd in Nijmegen, eiseres

(gemachtigde: mr. D. Delibes)

en

het college van gedeputeerde staten van de provincie Utrecht, verweerder

(gemachtigde: mr. M.M. Kaajan).

Verder heeft als partij aan het geding deelgenomen:

Westfort Vleesverwerking B.V., gevestigd in IJsselstein

(gemachtigde: mr. F.H. Damen)

Partijen worden hierna MOB, gedeputeerde staten en Westfort Vleesverwerking genoemd.

Inleiding

1. Westfort Vleesverwerking is een slachterij en vleesverwerkingsbedrijf dat in IJsselstein is gevestigd. Het bedrijf ligt in de nabijheid van het Natura 2000-gebied Zouweboezem. Dit gebied is gevoelig voor stikstof. Gedeputeerde staten zijn op grond van de Wet natuurbescherming (Wnb) verantwoordelijk voor de beoordeling van de gevolgen van plannen en projecten op het Natura 2000-gebied.

2. In 2015 is Westfort Vleesverwerking uitgebreid met onder andere een slachterij en een stal. Door die uitbreiding veroorzaakt het bedrijf stikstofdepositie op het Natura 2000-gebied. Voor deze uitbreiding heeft het bedrijf een melding op grond van het Programma Aanpak Stikstof (PAS) ingediend. De meldingsplicht op grond van het PAS bestond voor activiteiten met een geringe stikstofdepositie. Gedeputeerde staten hebben deze melding geaccepteerd, omdat de stikstofdepositie onder de toen geldende wettelijke grenswaarde bleef. Het bedrijf heeft daarna nog een PAS-melding gedaan vanwege de toename van transportbewegingen, die ook door gedeputeerde staten is geaccepteerd. Op basis daarvan heeft het bedrijf investeringen gedaan en is het bedrijf uitgebreid en de bedrijfsvoering veranderd.

3. Met de uitspraak van 29 mei 2019 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) het PAS onverbindend verklaard.1 MOB heeft gedeputeerde staten op 1 november 2019 verzocht om handhavend op te treden tegen Westfort Vleesverwerking, omdat door de uitspraak een illegale situatie is ontstaan.

4. Gedeputeerde staten hebben het handhavingsverzoek afgewezen met het besluit van 6 april 2020. Gedeputeerde staten stellen dat zowel op landelijk als provinciaal niveau hard gewerkt wordt aan het legaliseren van de activiteiten van PAS-meldingen. Ook wijzen zij erop dat zij zich aan de Landelijke Handhavingsstrategie hebben geconformeerd en dat op grond daarvan vooralsnog niet tot actieve handhaving van PAS-melders wordt overgegaan.

5. Op 8 september 2020 hebben gedeputeerde staten een beslissing genomen op het bezwaarschrift van MOB (het bestreden besluit). Gedeputeerde staten hebben het bezwaar gegrond verklaard, omdat nog geen waarschuwingsbrief aan het bedrijf is verzonden. De afwijzing van het handhavingsverzoek blijft wel in stand, omdat gedeputeerde staten handhavend optreden onevenredig vinden, omdat een nieuw landelijke toetsingskader voor PAS-melders in de maak is.

6. MOB heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Gedeputeerde staten hebben een verweerschrift ingediend.

7. De rechtbank heeft de zaak behandeld op de zitting van 29 juni 2021. MOB heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde, vergezeld door mr. H. Zwetsloot. Gedeputeerde staten hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigde, bijgestaan door mr. U.E.A. Arnhold, juridisch adviseur bij de Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) en [A] en [B] , beiden toezichthouder bij de RUD. Namens Westfort Vleesverwerking is [C] , algemeen directeur verschenen, bijgestaan door mr. F.H. Damen.

Vooraf

Inhoudelijke overwegingen

Beslissing

Bent u het niet eens met deze uitspraak?