Home

Rechtbank Midden-Nederland, 11-10-2021, ECLI:NL:RBMNE:2021:4813, UTR 19/3438

Rechtbank Midden-Nederland, 11-10-2021, ECLI:NL:RBMNE:2021:4813, UTR 19/3438

Gegevens

Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Datum uitspraak
11 oktober 2021
Datum publicatie
11 oktober 2021
ECLI
ECLI:NL:RBMNE:2021:4813
Zaaknummer
UTR 19/3438

Inhoudsindicatie

In de einduitspraak over het Wob-verzoek over documenten over de Stint die ten grondslag liggen aan de toelating van de Stint in 2011 en aan de twee brieven van 21 september 2018 en 1 oktober 2018 van verweerder aan de Tweede Kamer over het ongeval in Oss, oordeelt de rechtbank dat verweerder niet alle geconstateerde gebreken in de tussenuitspraak heeft hersteld. Het beroep is gegrond. Verweerder moet een nieuw besluit nemen met inachtneming van de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht

Bestuursrecht

zaaknummer: UTR 19/3438

RTL Nederland, te Hilversum, eiseres

(gemachtigden: Y. Vugts en R.J.E. Vleugels),

en

Minister van Infrastructuur en Waterstaat, verweerder

(gemachtigde: mr. E. Koornwinder).

Inleiding

1. Eiseres heeft op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) verzocht om alle onderliggende documenten die ten grondslag liggen aan de toelating van de Stint in 2011 en aan de twee brieven van 21 september 2018 en 1 oktober 2018 van verweerder aan de Tweede Kamer over het ongeval in Oss. Verweerder heeft het verzoek deels afgewezen. Bij tussenuitspraak van 29 december 2020 heeft de rechtbank beslist dat verweerder niet alle documenten op de juiste manier heeft overgelegd aan de rechtbank en dat verweerder de weigeringsgronden om een deel van de documenten niet of niet geheel openbaar te maken onvoldoende heeft gemotiveerd. De rechtbank heeft verweerder in de gelegenheid gesteld om de geconstateerde gebreken in het bestreden besluit te herstellen. Voor het procesverloop tot het onderzoek ter zitting op 2 oktober 2020 verwijst de rechtbank naar de bijlage bij die uitspraak.

2. Verweerder heeft in reactie op de tussenuitspraak op 9 februari 2021 een aanvullend besluit met een aanvullende motivering ingediend (aanvullend besluit), waarop eiseres een schriftelijke zienswijze heeft ingediend.

3. De rechtbank heeft bepaald dat een nadere zitting achterwege blijft en doet uitspraak. In deze uitspraak beslist de rechtbank dat verweerder bij aanvullend besluit niet alle geconstateerde gebreken heeft hersteld. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en vernietigt het bestreden besluit en het aanvullend besluit, voor zover de gebreken niet zijn hersteld. Verweerder dient een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen.

4. De uitspraak gaat eerst in op de tussenuitspraak, de poging tot herstel van het gebrek van verweerder en de zienswijze van eiseres. Daarna zal de rechtbank motiveren waarom de rechtbank oordeelt dat verweerder het bestreden besluit en het aanvullend besluit onjuist heeft gemotiveerd. De documenten die verweerder op een onjuiste manier heeft geweigerd of openbaar gemaakt, zijn opgenomen in de bijlage die deel uitmaken van deze uitspraak.

Overwegingen

Beslissing

Bent u het niet eens met deze uitspraak?