Home

Rechtbank Midden-Nederland, 01-12-2021, ECLI:NL:RBMNE:2021:5959, C/16/513553 / HA ZA 20-1001

Rechtbank Midden-Nederland, 01-12-2021, ECLI:NL:RBMNE:2021:5959, C/16/513553 / HA ZA 20-1001

Gegevens

Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Datum uitspraak
1 december 2021
Datum publicatie
16 december 2021
ECLI
ECLI:NL:RBMNE:2021:5959
Zaaknummer
C/16/513553 / HA ZA 20-1001

Inhoudsindicatie

Internationaal geschil. Toepasselijkheid algemene voorwaarden. Non-conformiteit geleverde druiven? Consignatieovereenkomst mango's. Melding kredietverzekeraar.

Uitspraak

vonnis

Civiel recht

handelskamer

locatie Utrecht

zaaknummer / rolnummer: C/16/513553 / HA ZA 20-1001

Vonnis van 1 december 2021

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[eiseres] B.V.,

gevestigd te [vestigingsplaats 1] ,

eiseres in conventie,

verweerster in reconventie,

advocaat mr. I.C.M. Janssen te Veghel,

tegen

de vennootschap naar Belgisch recht

[gedaagde] BVBA,

gevestigd te [vestigingsplaats 2] ,

gedaagde in conventie,

eiseres in reconventie,

advocaat mr. T. Meevis te Eindhoven.

Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde] worden genoemd.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

-

de dagvaarding van 23 oktober 2020 met producties;

-

de conclusie van antwoord in conventie tevens eis in reconventie met producties;

-

de conclusie van antwoord in reconventie met producties;

-

de akte met aanvullende producties aan de zijde van [gedaagde] BVBA;

-

de mondelinge behandeling van 19 oktober 2021;

-

de pleitaantekeningen van [eiseres] en [gedaagde] .

1.2.

Daarna is vonnis bepaald op vandaag.

2 De feiten

2.1.

[eiseres] is een importeur, distributeur en verkoper van verse groenten en fruit in Europa. [gedaagde] importeert en exporteert wereldwijd verse groenten en fruit.

2.2.

Partijen doen sinds 2019 regelmatig zaken met elkaar. [gedaagde] koopt groenten en fruit in bij [eiseres] . [gedaagde] heeft de factuur voor de levering van druiven van het soort Red Globe Oppenheimer (hierna te noemen: ‘de druiven’), met factuurnummer VF20-2313 en factuurdatum 20 mei 2020, niet aan [eiseres] voldaan. [gedaagde] heeft de verschuldigdheid van de facturen met factuurnummers VF20-2314 en VF20-2767 erkend en verrekend met haar vordering op [eiseres] uit hoofde van een tussen partijen gesloten consignatieovereenkomst. Na verrekening resteerde een bedrag van € 960,00 dat door [gedaagde] op 11 augustus 2020 is overgeboekt op de bankrekening van [eiseres] .

2.3.

Als gevolg van het feit dat [gedaagde] de koopsom voor het door [eiseres] aan [gedaagde] geleverde fruit niet (volledig) heeft voldaan aan [eiseres] , heeft [eiseres] hiervan melding gedaan bij haar kredietverzekeraar [onderneming 1] . [onderneming 1] heeft het kredietlimiet van [gedaagde] tijdelijk ingetrokken.

2.4.

Daarnaast is tussen [eiseres] en [gedaagde] op 11 mei 2020 via Whatsapp een consignatieovereenkomst gesloten op basis waarvan [eiseres] in opdracht van [gedaagde] en ten behoeve van [gedaagde] een partij mango’s heeft verkocht aan derden. Partijen zijn overeengekomen dat [eiseres] recht heeft op een vergoeding van 6% van de uiteindelijke verkoopprijs van de mango’s.

3 Het geschil

3.1.

[eiseres] vordert dat [gedaagde] wordt veroordeeld, uitvoerbaar bij voorraad, tot betaling van een bedrag van – in hoofdsom – € 39.026,00, vermeerderd met de contractuele rente over dat bedrag van 12% per jaar vanaf veertien dagen na de respectievelijke factuurdata tot aan de dag dat volledig is betaald. Daarnaast vordert [eiseres] van [gedaagde] een bedrag van € 5.853,90 aan contractuele incassokosten en een veroordeling in de proceskosten en nakosten vermeerderd met de wettelijke rente. Tot slot verzoekt [eiseres] dit vonnis te voorzien van een certificaat zoals bedoeld in artikel 53 van de EEX-Verordening 1215/2012.

3.2.

Aan haar vordering heeft [eiseres] ten grondslag gelegd dat partijen voor de levering van het fruit drie koopovereenkomsten met elkaar hebben gesloten waarop de algemene voorwaarden van [eiseres] van toepassing zijn. [eiseres] heeft het fruit aan [gedaagde] geleverd. [gedaagde] is ondanks aanmaningen in gebreke gebleven om de vordering van [eiseres] uit hoofde van de koopovereenkomsten te voldoen.

3.3.

[gedaagde] heeft verweer gevoerd tegen deze vordering en heeft daartoe aangevoerd dat de algemene voorwaarden van [eiseres] niet van toepassing zijn op de gesloten koopovereenkomsten, omdat deze niet tijdig van toepassing zijn verklaard. [gedaagde] heeft zich op het standpunt gesteld dat 72% van de druiven non-conform waren op het moment van levering door [eiseres] , terwijl [eiseres] heeft gegarandeerd dat de druiven zonder problemen gedurende drie weken op transport konden voordat deze verder zouden worden verhandeld.

in reconventie

3.4.

[gedaagde] vordert dat de koopovereenkomst met betrekking tot de druiven gedeeltelijk wordt ontbonden waardoor de verschuldigde koopsom met 72% wordt verminderd, althans met een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, althans voor recht te verklaren dat [eiseres] aansprakelijk is voor de door [gedaagde] geleden schade wegens de tekortkoming in de nakoming van de koopovereenkomst met betrekking tot de druiven. Daarnaast vordert [gedaagde] dat [eiseres] wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 40.893,76, althans € 35.782,04, althans tot het saldo dat uit hoofde van de consignatieovereenkomst resteert na de verrekening met de vordering in conventie, vermeerderd met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW vanaf 3 juli 2020, althans 11 mei 2020, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum tot aan de dag dat volledig is betaald. Ook vordert [gedaagde] dat [eiseres] wordt veroordeeld tot betaling van € 960,00 vermeerderd met wettelijke rente vanaf 11 augustus 2020 en tot betaling van de door [gedaagde] geleden materiële schade van € 48.000,00, vermeerderd met wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW en geleden immateriële schade als gevolg van de door [eiseres] gepleegde onrechtmatige daad.

3.5.

[gedaagde] heeft aan haar vordering ten grondslag gelegd dat 72% van de door [eiseres] geleverde druiven non-conform waren, waardoor de prijs voor deze druiven met 72% dient te worden verminderd. Daarnaast stelt [gedaagde] dat zij de overige twee facturen, waarvan zij de verschuldigdheid niet betwist, voor het door [eiseres] geleverde fruit rechtsgeldig heeft verrekend met haar vordering op [eiseres] uit hoofde van de consignatieovereenkomst. [gedaagde] stelt dat tussen partijen op 11 mei 2020 een consignatieovereenkomst tot stand is gekomen waarbij partijen zijn overeengekomen dat [eiseres] de mango’s zou verkopen voor minimaal € 8,00 per doos tegen een commissievergoeding van 6% van de verkoopprijs. Subsidiair stelt [gedaagde] dat [eiseres] gehouden was de mango’s te verkopen tegen een marktprijs van (minimaal) € 7,00 per doos. Ten aanzien van het onrechtmatig handelen door [eiseres] stelt [gedaagde] zich op het standpunt zij materiële en immateriële schade heeft geleden als gevolg van de melding die [eiseres] aan [onderneming 1] heeft gedaan.

3.6.

[eiseres] betwist dat zij non-conforme druiven heeft geleverd aan [gedaagde] . Ook stelt [eiseres] dat [gedaagde] op grond van haar algemene voorwaarden niet bevoegd was tot verrekening van de vordering. Tot slot betwist [eiseres] dat partijen ten aanzien van de consignatieovereenkomst een minimale verkoopprijs zijn overeengekomen.

4 De beoordeling

5 De beslissing