Rechtbank Midden-Nederland, 26-08-2022, ECLI:NL:RBMNE:2022:3446, UTR 22/3241 en UTR 22/3263
Rechtbank Midden-Nederland, 26-08-2022, ECLI:NL:RBMNE:2022:3446, UTR 22/3241 en UTR 22/3263
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Midden-Nederland
- Datum uitspraak
- 26 augustus 2022
- Datum publicatie
- 26 augustus 2022
- ECLI
- ECLI:NL:RBMNE:2022:3446
- Zaaknummer
- UTR 22/3241 en UTR 22/3263
Inhoudsindicatie
De voorzieningenrechter schorst de vergunningen voor een bierfestival in een rijksmonumentaal stadspark. Onder de ruimtelijke gevolgen van een project vallen ook de mogelijke gevolgen voor de bodem, wat direct verband houdt met de te beschermen monumentale waarden van de parkaanleg. Het belang van de monumentenzorg speelt zo een rol in de procedure, en de afweging over de maatregelen om verdere verdichting van de bodem tegen te gaan is niet overtuigend.
Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummers: UTR 22/3241 en UTR 22/3263
uitspraak van de voorzieningenrechter van 26 augustus 2022 op de verzoeken om voorlopige voorziening in de zaken tussen
Stichting Wilhelminapark en Omgeving en
[verzoeker 2] , uit [woonplaats] , verzoekers
(gemachtigde: mr. F. Khalil),
en
het college van burgemeester en wethouders en
de burgemeester van de gemeente Utrecht, verweerders
(gemachtigde: mr. J. Aznag).
Verder neemt als partij aan de zaken deel:
[onderneming 1] B.V., gevestigd in [vestigingsplaats]
(gemachtigde: L.P.E. van den Ouden).
Inleiding
[onderneming 1] is van plan om in het weekend van 9 tot en met 11 september 2022 het [.] Bierfestival te organiseren in het Wilhelminapark in Utrecht. Het festivalterrein is de ‘grote weide’ van het park, die wordt ingericht met tafels, banken en stoelen. Verder komen er onder andere overkappingen van zeildoek, koelcontainers, een EHBO-container, foodtrucks, tapbuffetten, koelkasten en een kassa-unit. Om het festivalterrein komen hekken met niet-transparante zeilen. Daarbuiten komen toiletvoorzieningen, een kantoor-unit en een fietsenstalling. Het festival biedt plaats aan 1800 betalende bezoekers per dag. [onderneming 1] wil het festival gaan opbouwen vanaf 6 september 2022. De aanvoer van materialen gebeurt via vrachtwagens die daarvoor het park inrijden. Voor de op- en afbouw worden daartoe tijdelijk rijplaten aangebracht op de weide.
Het Wilhelminapark is een rijksmonument. In het aanwijzingsbesluit is de parkaanleg beschreven, waaronder ook de grote weide. Het geldende bestemmingsplan1 laat evenementen in het park niet toe, maar het Wilhelminapark is in het Utrechtse evenementenbeleid2 wel als evenementenlocatie aangewezen.
De stichting zet zich in voor het behoud van het Wilhelminapark. [verzoeker 2] woont direct aan het park. Verzoekers vinden dat een festival van deze omvang niet past bij de te beschermen monumentale waarden van het park. Zij vrezen onder meer voor verdere verdichting van de bodem en de schade die daardoor aan het park kan ontstaan.
De burgemeester heeft op 23 juni 2022 aan [onderneming 1] een evenementenvergunning verleend.
Het college heeft op 27 juni 2022 aan [onderneming 1] een omgevingsvergunning verleend om van het bestemmingsplan af te wijken. Deze omgevingsvergunning is op 18 juli 2022 gewijzigd.
Verzoekers hebben bezwaar gemaakt tegen de evenementenvergunning en tegen de omgevingsvergunning. Omdat het niet de verwachting is dat verweerders nog voor de start van het festival beslissingen nemen op deze bezwaren, hebben verzoekers de voorzieningenrechter gevraagd om beide vergunningen te schorsen.
De voorzieningenrechter heeft de zaken behandeld op de zitting van 24 augustus 2022. [verzoeker 2] was samen met zijn partner aanwezig. De stichting heeft zich laten vertegenwoordigen door haar [functie 1] [A] en verzoekers werden bijgestaan door hun gemachtigde. Verweerders hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigde en door [B] , [functie 2] bij de gemeente. [onderneming 1] heeft zich laten vertegenwoordigen door [C] en [D] , bijgestaan door de gemachtigde.
De griffier heeft partijen laten weten dat de voorzieningenrechter vandaag uitspraak doet en niet op 31 augustus 2022, zoals op de zitting was aangekondigd.