Home

Rechtbank Midden-Nederland, 28-07-2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:4053, C/16/526982 / FA RK 21-1799

Rechtbank Midden-Nederland, 28-07-2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:4053, C/16/526982 / FA RK 21-1799

Gegevens

Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Datum uitspraak
28 juli 2023
Datum publicatie
4 augustus 2023
ECLI
ECLI:NL:RBMNE:2023:4053
Zaaknummer
C/16/526982 / FA RK 21-1799

Inhoudsindicatie

Geldigheid huwelijkse voorwaarden, uitgekleed finaal verrekenbeding, opgepotte winsten, wolf in schaapskleren, verdeling draagplicht schulden niet bij helfte.

Uitspraak

Familierecht

locatie Utrecht

zaaknummers: C/16/526982 / FA RK 21-1799 (echtscheiding met nevenvoorzieningen)

C/16/532876 / FA RK 21-2603 (afwikkeling huwelijkse voorwaarden)

Beschikking van 28 juli 2023

in de zaak van:

[verzoeker] ,

wonende in [woonplaats 1] ,

hierna te noemen: de man,

advocaat mr. K.A. Boshouwers,

tegen

[verweerster] ,

wonende in [woonplaats 2] ,

hierna te noemen: de vrouw,

advocaat mr. A.M.B. Leerkotte.

1 De procedure

1.1.

De rechtbank heeft de volgende stukken ontvangen:

-

het verzoekschrift van de man met bijlagen, binnengekomen op 1 september 2021;

-

het verweerschrift van de vrouw met daarin een aantal zelfstandige verzoeken en bijlagen, binnengekomen op 12 november 2021;

-

de brief van de vrouw van 24 november 2021 met daarin een aanvullend verzoek;

-

het verweerschrift van de man tegen de zelfstandige verzoeken van de vrouw van 30 december 2021 met gewijzigde verzoeken en bijlagen;

-

de brief van de vrouw van 24 maart 2022 met gewijzigde verzoeken en bijlagen;

-

de brief van de man van 25 mei 2022 met een gewijzigd verzoek en bijlagen;

-

het F-formulier van de vrouw van 31 mei 2022 met daarbij een door beide partijen ondertekend ouderschapsplan;

-

het F-formulier van de vrouw van 21 februari 2023 met bijlagen;

-

het F-formulier van de man van 22 februari 2023 met bijlagen;

-

het F-formulier van de vrouw van 23 februari 2023 met bijlage;

-

het F-formulier van de vrouw van 3 maart 2023 met bijlagen.

1.2.

De rechtbank heeft aan [B (voornaam)] , de dochter van partijen, gevraagd wat zij van de verzoeken vindt. [B (voornaam)] heeft op 6 maart 2023 met de rechter gesproken.

1.3.

De verzoeken zijn besproken tijdens de mondelinge behandeling van 7 maart 2023. Daarbij waren beide partijen met hun advocaten aanwezig. Van deze mondelinge behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.4.

Vanwege uitval van de behandelend rechter is aan partijen verzocht zich uit te laten over het verdere verloop van de procedure.

1.5.

Nadien heeft de rechtbank ontvangen:

-

een akte van de man van 13 juni 2023 met producties;

-

een akte van de vrouw van 23 juni 2023 met producties en een aanvullend verzoek;

-

een akte van de man van 26 juni 2023 met producties;

-

een akte van de vrouw van 27 juni 2023 met producties.

1.6.

Vervolgens heeft er opnieuw een mondelinge behandeling plaatsgevonden, en wel op 6 juli 2023. Daarbij waren wederom partijen en hun advocaten aanwezig. Van het verhandelde ter zitting is door de griffier aantekening gemaakt. Namens beide partijen zijn pleitnotities overgelegd. Daarna heeft de rechtbank besloten uitspraak te doen.

2 De feiten

2.1.

Partijen zijn op [2009] met elkaar gehuwd in [plaats 1] . Daarvoor hebben zij vanaf 2001 samengewoond.

2.2.

Op 27 mei 2009 hebben partijen bij een notaris huwelijkse voorwaarden laten maken en getekend.

2.3.

Partijen hebben beiden de Nederlandse nationaliteit.

2.4.

Partijen zijn de ouders van:

-

[A] , geboren op [2003] in [geboorteplaats] ;

-

[B] , geboren op [2005] in [geboorteplaats] .

2.5.

[A (voornaam)] is meerderjarig. [B (voornaam)] was ten tijde van de indiening van het verzoekschrift en de eerste zitting nog minderjarig. Op [2023] is [B (voornaam)] meerderjarig geworden.

2.6.

De rechtbank heeft voorlopige voorzieningen getroffen en in de beschikking van 31 januari 2022, die is hersteld bij beschikking van 18 maart 2022, (voor zover relevant) het volgende beslist:

-

de man moet vanaf 26 november 2021, bij vooruitbetaling, een bedrag van € 195,- per maand aan de vrouw betalen als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van [B (voornaam)] ;

-

de man moet vanaf 26 november 2021, bij vooruitbetaling, een bedrag van

€ 1.795,- bruto per maand aan de vrouw betalen, als bijdrage in de kosten van haar levensonderhoud.

3 De verzoeken

3.1.

Beide partijen hebben de rechtbank verzocht de echtscheiding uit te spreken. Verder hebben beide partijen een aantal nevenverzoeken ingediend. Een deel daarvan hebben zij in de loop van de procedure ingetrokken. Voor zover deze nog openstaan en op de wet zijn gebaseerd zal de rechtbank daar een beslissing op nemen en aangeven wat voor de rechtbank daarbij doorslaggevend is geweest.

4 De beoordeling

5 De beslissing