Home

Rechtbank Midden-Nederland, 04-04-2024, ECLI:NL:RBMNE:2024:2352, 10991559 / MV EXPL 24-35

Rechtbank Midden-Nederland, 04-04-2024, ECLI:NL:RBMNE:2024:2352, 10991559 / MV EXPL 24-35

Gegevens

Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Datum uitspraak
4 april 2024
Datum publicatie
22 april 2024
Annotator
ECLI
ECLI:NL:RBMNE:2024:2352
Zaaknummer
10991559 / MV EXPL 24-35

Inhoudsindicatie

KG, mondeling uitspraak, vordering tot het opnemen van aanvullend geboorteverlof en ouderschapsverlof vader wordt toegewezen, werkgever heeft geen zwaarwegend bedrijfsbelang in de zin van artikel 4:3 lid 4 en 6:5 lid 3 Wazo dat in de weg staat aan het opnemen van geboorte- en ouderschapsverlof, onvoldoende aannemelijk gemaakt dat vier weken langere afwezigheid van werknemer voor ontwrichting zorgt.

Uitspraak

proces-verbaal

Civiel recht
kantonrechter

locatie Almere

Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak, uitgesproken op 4 april 2024

in de zaak met zaaknummer / rolnummer 10991559 / MV EXPL 24-35 BW 31650 van

[eiser] ,
wonende te [woonplaats] ,
eiser, hierna ook te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: mr. J.R. Versluis,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagde, hierna ook te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde: mr. M.A.E. Spekreijse-Braakman.

Aanwezig zijn mr. M.M.J. Schoenaker, kantonrechter, en mr. W. Boers, griffier.

Na uitroeping van de zaak verschijnen:

- [eiser] , bijgestaan door mr. Versluis,

-Namens [gedaagde] : dhr. [A] (bestuurder), bijgestaan door mr. Spekreijse-Braakman.

1 Het procesverloop

1.1.

De kantonrechter heeft de volgende stukken ontvangen en gelezen:

- de betekende dagvaarding van 20 maart 2024 met 12 producties,
- de producties 1 tot en met 3 van [gedaagde] .

1.2.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op de locatie van deze rechtbank in Lelystad op 4 april 2024. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat besproken is met partijen. Partijen hebben hun standpunten toegelicht aan de hand van spreekaantekeningen.

1.3.

Na afloop van de mondelinge behandeling heeft de kantonrechter, na een korte schorsing, met toepassing van artikel 29a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering op de zitting een mondelinge beschikking gegeven.

2 Wat is er feitelijk aan de hand?

2.1.

[gedaagde] houdt zich bezig met het ontwikkelen, produceren en uitgeven van software en advisering/ondersteuning op het gebied van IT.

2.2.

[eiser] is sinds 1 januari 2023 in dienst bij [gedaagde] als System Engineer voor 36 uur per week.

2.3.

[eiser] heeft herhaaldelijk (in september en december 2023 mondeling) en op 3 januari, 1 en 22 februari 2024 schriftelijk bij [gedaagde] kenbaar gemaakt dat hij na de geboorte van zijn kind betaald ouderschapsverlof wil opnemen. Op deze aanvragen heeft [gedaagde] afwijzend gereageerd en heeft zij laten weten aan [eiser] dat hij maximaal vier aaneengesloten weken (geboorte- en ouderschaps)verlof mag opnemen.

2.4.

Op [2024] is [eiser] vader geworden en is zijn geboorteverlof ingegaan.

3 De beslissing

De kantonrechter:

3.1.

veroordeelt [gedaagde] om [eiser] toe te staan om per 8 april 2024 aanvullend geboorteverlof op te nemen voor 36 uren per week, gedurende twee weken;

3.2.

veroordeelt [gedaagde] om [eiser] toe te staan om per 22 april 2024 ouderschapsverlof op te nemen voor 36 uur per week, gedurende twee weken, ingaande aansluitend na afloop van het aanvullend geboorteverlof;

3.3.

veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van [eiser] , tot vandaag vastgesteld op
€ 1.036,00;

3.4.

verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;

3.5.

wijst het meer of anders gevorderde af.

4 De motivering van de beslissing