Rechtbank Midden-Nederland, 10-07-2024, ECLI:NL:RBMNE:2024:4096, 11088198 \ UE VERZ 24-122
Rechtbank Midden-Nederland, 10-07-2024, ECLI:NL:RBMNE:2024:4096, 11088198 \ UE VERZ 24-122
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Midden-Nederland
- Datum uitspraak
- 10 juli 2024
- Datum publicatie
- 25 juli 2024
- ECLI
- ECLI:NL:RBMNE:2024:4096
- Zaaknummer
- 11088198 \ UE VERZ 24-122
Inhoudsindicatie
Ontslag op staande voet wegens onvoldoende gewerkte uren bij maandelijkse inroostering. Kantonrechter vernietigt de opzegging omdat er geen dringende reden is. Einddatum arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Stilzwijgende voortzetting voor drie maanden of verlenging voor zes maanden. Artikel 7:628 BW. Loon wegens minder gewerkte uren ten onrechte ingehouden.
Uitspraak
Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 11088198 UE VERZ 24-122 SV/40160
Beschikking van 10 juli 2024
inzake
[eiser] ,
wonende te [woonplaats] ,
verder ook te noemen: [eiser] ,
verzoekende partij,
gemachtigde: mr. L.S. van Dis,
tegen:
de besloten vennootschap
[gedaagde] B.V., tevens handelend onder de naam [handelsnaam],
gevestigd te Bunnik,
verder ook te noemen: [handelsnaam] ,
verwerende partij,
vertegenwoordigd door: [gemachtigde] , directeur.
1 De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift van [eiser] met 2 producties, ter griffie ingekomen op 2 mei 2024;
- de e-mail van de gemachtigde van [eiser] met een aanvullende productie;
- de mondelinge behandeling.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 13 juni 2024. [eiser] was aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde mr. Van Dis. [handelsnaam] werd vertegenwoordigd door haar directeur [gemachtigde] . Van het verhandelde ter zitting zijn door de griffier aantekeningen gemaakt.
Hierna is uitspraak bepaald.
2 De feiten
[eiser] is per 1 oktober 2023 in dienst getreden bij [handelsnaam] op basis van een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van drie maanden, voor gemiddeld 16 uur per week. Het laatst genoten salaris bedraagt € 928,37 bruto per maand. Ook de vakantietoeslag en de vakantiedagen worden per maand uitbetaald.
[eiser] werd door [handelsnaam] ingeroosterd aan de hand van de beschikbaarheid die hij doorgaf aan [A] , HR-medewerker bij [handelsnaam] . Als [eiser] in een maand minder uren had gewerkt dan gemiddeld 69,33 uur per maand, werd het loon over de minder gewerkte uren als onbetaald verlof gerekend en ingehouden op het maandloon.
Na december 2023, na het verstrijken van de bepaalde tijd van drie maanden, is [eiser] voor [handelsnaam] blijven werken.
Op 13 maart 2024 heeft [eiser] een gesprek gehad met [B] , directeur van [handelsnaam] , en [A] . [handelsnaam] heeft tijdens dit gesprek de arbeidsovereenkomst met [eiser] per direct opgezegd omdat ‘ [eiser] wekelijks niet aan 16 uur per week komt’. [eiser] heeft zich aanvankelijk bij deze opzegging neergelegd, maar in een e-mail van 15 maart 2024 aan [B] en [gemachtigde] heeft hij [handelsnaam] alsnog laten weten niet akkoord te zijn met het beëindigen van de arbeidsovereenkomst. Daarbij heeft [eiser] zich ziekgemeld. Namens [handelsnaam] is daarop per e-mail van 22 maart 2024 als volgt gereageerd:
“Dag [eiser] ,
Wij hebben op 13 maart jl mondeling jouw contract opgezegd vanwege het feit dat je wekelijks niet aan de afgesproken 16 uur per week komt. Je hebt hiermee ingestemd. Tevens gaf je aan ook de komende periode niet 16 uur per week te kunnen maken, net als de afgelopen maanden (januari -29 uur, februari – 12 uur, maart -33). Dit is in januari met jou besproken (gesprek met [gemachtigde] , [A] en jij) en we hebben daarin geen verbetering gezien.
14 maart stond je nog op de planning om te werken. Deze dag willen we je nog extra uitbetalen.
(..)”
[eiser] heeft in zijn e-mail van 29 maart 2024 aan [handelsnaam] onder meer geschreven dat zijn contract tot 1 juli doorloopt en dat hij daarom doorbetaling van loon tot deze datum vordert, en de wettelijke transitievergoeding. [handelsnaam] heeft daarop niet meer gereageerd.
3 Het verzoek
[eiser] verzoekt de kantonrechter bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de opzegging van de arbeidsovereenkomst per 13 maart 2024 te vernietigen en te verklaren dat de arbeidsovereenkomst na deze datum nog steeds voortduurt. Ook verzoekt [eiser] [handelsnaam] te veroordelen om het achterstallig salaris, te vermeerderen met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente, te voldoen en de transitievergoeding te voldoen, met veroordeling van [handelsnaam] in de proceskosten.
Aan zijn verzoeken legt [eiser] ten grondslag dat er geen dringende reden voor ontslag is en dat hij tot 1 juli 2024 in dienst is van [handelsnaam] voor gemiddeld 16 uur per week, zodat hij ook in de weken dat [handelsnaam] hem geen 16 uur per week aan werkzaamheden heeft verschaft, recht heeft op het loon voor 16 uur per week.
[handelsnaam] voert verweer. Namens [handelsnaam] is onder meer betoogd, kort samengevat, dat de arbeidsovereenkomst met [eiser] hoe dan ook eind maart 2024 zou aflopen omdat de arbeidsovereenkomst per 1 januari 2024 stilzwijgend is voortgezet voor drie maanden. [handelsnaam] had voldoende werk voor [eiser] en heeft [eiser] er meerdere keren op aangesproken dat hij niet alle contracturen werkte.