Home

Rechtbank Midden-Nederland, 21-08-2024, ECLI:NL:RBMNE:2024:5076, 10690073 \ UC EXPL 23-5951

Rechtbank Midden-Nederland, 21-08-2024, ECLI:NL:RBMNE:2024:5076, 10690073 \ UC EXPL 23-5951

Gegevens

Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Datum uitspraak
21 augustus 2024
Datum publicatie
23 augustus 2024
ECLI
ECLI:NL:RBMNE:2024:5076
Zaaknummer
10690073 \ UC EXPL 23-5951

Inhoudsindicatie

Gedaagde is de stiefmoeder van eisers. Hun vader is overleden en heeft vlak voor zijn overlijden een lijfrenteverzekering uitsluitend op naam laten zetten van de dochter van gedaagde, stiefzus van eisers. Eisers stellen dat gedaagde zowel met vader, als met hen heeft afgesproken dat zij een vierde deel van de uitkering van de lijfrente verzekering zou uitbetalen aan elk van eisers. Eisers vorderen dat gedaagde aan die afspraak wordt gehouden en een deel van de uitkering aan hen moet betalen. De kantonrechter oordeelt dat de bedoelde afspraak in strijd is met de goede zeden (artikel 3:40 BW), omdat de afspraak de strekking heeft dat gedaagde geld moet afnemen van een derde (haar dochter) zonder dat de belangen van die derde zijn beschermd of dat daar een rechtsgrond voor bestaat. De vorderingen van eisers worden afgewezen.

Uitspraak

Civiel recht

kantonrechter

locatie Utrecht

zaaknummer: 10690073 UC EXPL 23-5951 WMB/61313

Vonnis van 21 augustus 2024

inzake

1 [eiser sub 1] ,

wonende te [woonplaats 1]

2 [eiser sub 2] ,

wonende te [woonplaats 1]

3 [eiser sub 3] ,

wonende te [woonplaats 1] ,

verder ook tezamen en in mannelijk enkelvoud te noemen: [eiser c.s.] ,

eisende partij,

gemachtigde: mr. R. Bagasrawalla,

tegen:

[gedaagde] ,

wonende te [woonplaats 2] ,

verder ook te noemen: [gedaagde] ,

gedaagde partij,

procederend in persoon.

1 De procedure

2 De beoordeling

3 De beslissing