Rechtbank Midden-Nederland, 14-02-2024, ECLI:NL:RBMNE:2024:749, 10852305 UV EXPL 23-316 LH/1040
Rechtbank Midden-Nederland, 14-02-2024, ECLI:NL:RBMNE:2024:749, 10852305 UV EXPL 23-316 LH/1040
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Midden-Nederland
- Datum uitspraak
- 14 februari 2024
- Datum publicatie
- 16 februari 2024
- ECLI
- ECLI:NL:RBMNE:2024:749
- Zaaknummer
- 10852305 UV EXPL 23-316 LH/1040
Inhoudsindicatie
Kort geding. Contractwissel in de ICT-branche. Overdracht van beheer en onderhoud van datacenters van [onderneming 1]. Geen overgang van onderneming.
Uitspraak
Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 10852305 UV EXPL 23-316 LH/1040
Kort geding vonnis van 14 februari 2024
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats 1] ,
verder ook te noemen [eiseres] ,
eisende partij,
gemachtigden: mr. M.W. Koole en mr. R.M. Beltzer,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats 2] ,
verder ook te noemen [gedaagde] ,
gedaagde partij,
gemachtigden: mr. S.F. Sagel en mr. R. van Haeringen.
1 Het verloop van de procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit de volgende stukken:
- -
-
de dagvaarding (met 12 producties);
- -
-
de akte houdende overlegging producties van [gedaagde] (met 22 producties);
- -
-
de nagekomen productie 13 van [eiseres] ;
- -
-
de zittingsaantekeningen van de mondelinge behandeling van 2 februari 2024;
- -
-
de pleitaantekeningen van mrs. Koole en Beltzer;
- -
-
de pleitaantekeningen van mrs. Sagel en Van Haeringen.
Na het sluiten van de mondelinge behandeling is partijen dit vonnis aangekondigd.
2 De feiten
[eiseres] is het ICT-bedrijf dat sinds 1 april 2019 in opdracht van [onderneming 1] N.V. (hierna: [onderneming 1] of de bank) de datacenters van [onderneming 1] (in [plaats 1] , [plaats 2] en [plaats 3] ) heeft beheerd en onderhouden. Deze datacenters zijn een beveiligd gebouw waarin servers staan waarop gegevens zijn opgeslagen die [onderneming 1] -medewerkers dagelijks raadplegen, bewerken en verwerken.
De door [eiseres] voor [onderneming 1] verrichte datacenterdienstverlening heeft bestaan uit het monitoren van de goede werking van de datacenters, het verzekeren van de voortdurende beschikbaarheid van de servers, het verhelpen van storingen, de zorg voor databeveiliging en -zekerheid (back up en security) en het beheren en onderhouden van de software (besturingssystemen en de daarvoor benodigde licenties) en van de hardware (servers, bekabeling e.d.). Dit deel van de opdracht wordt ook wel de run genoemd. Daarnaast was [eiseres] verantwoordelijk voor het ondersteunen van door de bank gewenste veranderingen (de changes). Deze ‘datacenter-kavel’ besloeg ongeveer 70% van de werkzaamheden die [eiseres] in de afgelopen jaren voor [onderneming 1] heeft verricht. [eiseres] heeft daartoe een groep van ongeveer 30 werknemers ingezet (onder wie oud- [onderneming 1] -werknemers die zij in april 2019, bij de out-sourcing door [onderneming 1] , van de bank had overgenomen); zij hebben hun werk - eyes on glass (middels het bekijken van alerts op beeldschermen ter plekke) - op locatie verricht, in ruimte(n) die [eiseres] daartoe huurde. De software en hardware (daaronder licenties en onderhoudscontracten) die nodig zijn voor de voortdurende beschikbaarheid van de servers (en de daarin opgeslagen gegevens) zijn eigendom van [onderneming 1] . De fysieke behuizing van de servers (de cages) is door de bank, via [eiseres] , gehuurd van [onderneming 2] , omdat het de bank (aanbestedingsrechtelijk) niet is toegestaan rechtstreeks met deze leverancier te contracteren. Voor de monitoring van de cages (met camera’s en sensoren van [onderneming 1] ) heeft [eiseres] haar eigen systeem gebruikt, dat zij niet alleen voor [onderneming 1] maar ook voor haar andere opdrachtgevers inzet.
Behalve dit beheer en onderhoud van de datacenters heeft [eiseres] voor [onderneming 1] ook werkzaamheden verricht die verband houden met de IT-servicedesk en met het toegangsmanagement (de zogenoemde identity & access management, IAM). Bij de gehele opdracht van [onderneming 1] aan [eiseres] (de drie ‘kavels’: datacenter-, servicedesk- en IAM-dienstverlening) waren ruim 120 medewerkers van [eiseres] betrokken, zowel eigen werknemers als (voor ongeveer een derde) ‘externen’ (zzp-ers, uitzendkrachten e.d.).
In de loop van 2022 heeft [onderneming 1] besloten de opdrachtovereenkomst met [eiseres] te beëindigen. De bank had er geen vertrouwen in dat zij de in de loop der tijd ontstane knelpunten in het datacenterbeheer kon oplossen en gewenste verbeteringen zou kunnen doorvoeren. In de zomer van 2023 heeft [onderneming 1] het beheer en onderhoud van haar datacenters en de servicedeskwerkzaamheden opnieuw aanbesteed. De bank zal de IAM-werkzaamheden weer zelf gaan doen (in-sourcing). De opdracht betreffende het beheer en onderhoud van de datacenters (run en changes) is gegund aan [gedaagde] . De werkzaamheden die verband houden met de servicedesk zullen worden verricht door een derde ( [onderneming 3] ).
De periode die nodig is voor de overdracht van de datacenterdienstverlening van [eiseres] naar [gedaagde] is, omdat er geen onderbreking van de dienstverlening mag zijn, geschat op vier maanden en is gestart op 1 oktober 2023. In deze transitieperiode hebben [eiseres] en [gedaagde] samengewerkt om een soepele en aansluitende overdracht van de dienstverlening (zonder ‘dips in de run’) te waarborgen. [gedaagde] -medewerkers hebben zich daartoe in de afgelopen maanden op de hoogte gesteld van het ‘ [onderneming 1] -landschap’. Inmiddels is duidelijk dat de streefdatum van 1 februari 2024 niet wordt gehaald. De voorziene overdrachtsdatum is nu 19 februari 2024. Toen bleek dat [eiseres] de [onderneming 1] -opdracht zou kwijtraken, heeft zij afscheid genomen van de door haar bij de bank te werk gestelde ‘externen’ en hebben enkele werknemers ontslag genomen. Op dit moment heeft [eiseres] nog 25 werknemers in dienst die tot de voorziene overdrachtsdatum de datacenterdienstverlening aan de bank verrichten.
[gedaagde] zal het beheer en onderhoud van de datacenters van [onderneming 1] op zich nemen zodra de transitieperiode is afgesloten, dus - naar nu wordt aangenomen - per 19 februari 2024. [gedaagde] zal de datacenterdienstverlening aan [onderneming 1] integreren in haar wereldwijde organisatiestructuur en door multi client teams (met ongeveer 120 medewerkers) in Polen en Spanje op afstand (remote) laten verrichten. De change-activiteiten worden duidelijker gescheiden van de run. De werkzaamheden worden ook in technisch opzicht anders ingericht. [gedaagde] gaat de ruimte(n) die [eiseres] huurde en waaruit haar personeel de dienstverlening heeft verricht, niet gebruiken. Het systeem dat [eiseres] gebruikte om de cages te monitoren, blijft bij haar achter omdat [eiseres] dat voor andere cliënten blijft gebruiken. [gedaagde] neemt voor de bank wel de rol van huurder van de [onderneming 2] -cages over. [gedaagde] wenst geen werknemers van [eiseres] over te nemen.
3 De vordering en de standpunten van partijen
[eiseres] vordert in dit kort geding, zakelijk weergegeven, dat [gedaagde] wordt veroordeeld om met ingang van het einde van de transitieperiode, naar verwachting per
19 februari 2024, de verplichtingen na te komen die dan vanwege de overgang van onderneming voor [gedaagde] voortvloeien uit de arbeidsovereenkomsten tussen [gedaagde] en de 25 werknemers van [eiseres] die tot dan toe de datacenterdienstverlening aan [onderneming 1] hebben verricht, om die werknemers dan toe te laten tot hun werk en aan hen het toekomende salaris met emolumenten op de gebruikelijke wijze te betalen, alsmede om aan deze werknemers schriftelijk te bevestigen dat zij - [gedaagde] - aan die veroordeling zal voldoen, een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten (met rente) en in de nakosten.
[eiseres] legt aan haar vordering ten grondslag dat de contractwissel een overgang van onderneming in de zin van artikel 7:662 Burgerlijk Wetboek (BW) van haar naar [gedaagde] meebrengt, en dat de werknemers die tot het einde van de transitieperiode voor haar - [eiseres] , als overdragende ondernemer - de betreffende werkzaamheden hebben verricht ingevolge artikel 7:663 BW van rechtswege overgaan naar [gedaagde] als verkrijgende ondernemer. Volgens [eiseres] handelt [gedaagde] onrechtmatig door haar werkgeversverplichtingen jegens die werknemers niet te willen nakomen. Nu een lopend bedrijf overgaat en de identiteit ervan bewaard blijft, geldt het principe ‘mens volgt werk’, aldus [eiseres] . Het is (de ‘datacenter-kavel’ uit) de opdracht van [onderneming 1] die zonder onderbreking overgaat naar [gedaagde] . [gedaagde] zet deze voort met dezelfde of soortgelijke bedrijfsactiviteiten. Dat [gedaagde] die opdracht op een andere manier gaat organiseren, doet daar niet aan af omdat de functionele band tussen de productiefactoren na de overgang behouden blijft. De overgang vindt aan het eind van de transitieperiode as is plaats. [eiseres] stelt zich op het standpunt dat de datacenterdienstverlening (vooral) kapitaalintensief is, omdat daarvoor aanzienlijke uitrusting noodzakelijk is. Dat [gedaagde] geen personeel van [eiseres] wil overnemen, leidt er daarom niet toe dat zij de consequenties van artikel 7:663 BW (de overgang van rechtswege van de verplichtingen uit de arbeidsovereenkomsten van de betrokken werknemers) kan ontgaan. Omdat het bij de vraag of van identiteitsbehoud sprake is niet uitmaakt wie eigenaar is van de activa die door [onderneming 1] ter uitvoering van de opdracht ter beschikking worden gesteld, komt het er in dit geding op aan dat [gedaagde] voor de dienstverlening aan [onderneming 1] - noodzakelijkerwijs - dezelfde elementen en middelen van de bank gaat gebruiken als die [eiseres] daarvoor heeft aangewend. Bij de materiële activa gaat het om de soft- en hardware van [onderneming 1] die voor de dienstverlening onontbeerlijk zijn. [gedaagde] gaat ook, net als [eiseres] , de cages gebruiken; zij zet voor [onderneming 1] het contract met [onderneming 2] voort. Zonder deze materiële activa kan [gedaagde] de dienstverlening voor [onderneming 1] eenvoudigweg niet verrichten. De immateriële activa die overgaan zijn de data die [eiseres] , als object van de opdracht, bij haar dienstverlening aan [onderneming 1] heeft gebruikt en die [gedaagde] op haar beurt gaat gebruiken, aldus [eiseres] .
[gedaagde] voert zowel een procedureel als inhoudelijk verweer. Zij meent allereerst dat [eiseres] geen zelfstandig vorderingsrecht tot naleving van de arbeidsovereenkomsten met de betrokken 25 werknemers toekomt, noch ingevolge artikel 7:662 e.v. BW noch langs de band van artikel 6:162 BW. Omdat de arbeidsrechtelijke regels omtrent overgang van onderneming bij uitstek werknemersbeschermingsrecht zijn, kan [eiseres] daaraan als werkgever van die werknemers geen rechten ontlenen. Ook aan het relativiteitsvereiste van artikel 6:163 BW is daarom niet voldaan: de beweerdelijk geschonden norm strekt niet tot bescherming van [eiseres] . Uitsluitend de betrokken werknemers zelf kunnen aanspraak maken op een mogelijk recht op overgang van hun arbeidsovereenkomst. Ook vanuit grondrechtelijk perspectief komt [eiseres] geen vorderingsrecht toe. Het grondrecht op vrije arbeidskeuze staat eraan in de weg dat een werknemer zou worden gedwongen zijn arbeidsovereenkomst met een eventuele verkrijger voort te zetten. In dit verband wijst [gedaagde] er op dat geen van de werknemers van [eiseres] zich bij haar heeft gemeld, terwijl zij ook in dit kort geding geen partij zijn. [gedaagde] betwist ten slotte de spoedeisendheid aan de zijde van [eiseres] .
Inhoudelijk stelt [gedaagde] zich op het standpunt dat de heraanbesteding van de opdracht die [eiseres] sinds 2019 voor [onderneming 1] heeft uitgevoerd niet tot een overgang van onderneming leidt, zodat geen verplichtingen jegens werknemers van [eiseres] overgaan. De datacenterdienstverlening is een (vooral) arbeidsintensieve activiteit, nu het draait om de kundige inzet van het personeel. Omdat [gedaagde] geen personeel van [eiseres] overneemt, is van behoud van identiteit van de onderneming geen sprake. Door de contractwissel gaan evenmin relevante activa over. De opdracht van [gedaagde] verschilt ook zodanig van die van [eiseres] dat niet kan worden gezegd dat de activiteiten voor en na de overdracht overeenkomen. De datacenterdienstverlening zal ook anders worden georganiseerd en uitgevoerd, aldus [gedaagde] .