Rechtbank Midden-Nederland, 09-05-2025, ECLI:NL:RBMNE:2025:2362, UTR 24/5695
Rechtbank Midden-Nederland, 09-05-2025, ECLI:NL:RBMNE:2025:2362, UTR 24/5695
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Midden-Nederland
- Datum uitspraak
- 9 mei 2025
- Datum publicatie
- 10 juni 2025
- ECLI
- ECLI:NL:RBMNE:2025:2362
- Zaaknummer
- UTR 24/5695
Inhoudsindicatie
Woo-verzoek van RTL over herstelbetalingen voor het slavernijverleden. Het is niet aannemelijk dat de zoekslag onvoldoende is geweest. De weigeringsgrond van artikel 5.1, lid 2 onder i, van de Woo heeft de minister terecht ingeroepen met het oog op mogelijke toekomstige procedures tegen de Staat. Het beroep is ongegrond.
Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 24/5695
RTL Nieuws B.V., uit Hilversum, eiseres
(gemachtigde: F. Lambie),
en
de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de minister
(gemachtigde: mr. drs. H.H.B. Hartkamp).
Inleiding
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen het besluit van de minister over haar verzoek op openbaarmaking van documenten op grond van de Wet open overheid (Woo).
De minister heeft het verzoek van eiseres met het besluit van 1 maart 2024 gedeeltelijk ingewilligd. Bij het bestreden besluit van 25 juli 2024 heeft de minister het bezwaar van eiseres gedeeltelijk gegrond verklaard en alsnog geoordeeld over twee documenten die niet bij het primaire besluit waren betrokken.
De minister heeft op beroep gereageerd met een verweerschrift.
De rechtbank heeft beroep op 20 februari 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van eiseres en de gemachtigde van de minister. Namens eiseres was ook [A] aanwezig en namens de minister [B] en [C].
Op de zitting is de behandeling van de zaak aangehouden om te bezien of partijen in onderling overleg het geschil konden beëindigen, dan wel tot een andere werkbare oplossing met elkaar konden komen. Partijen hebben overleg gevoerd, gegevens uitgewisseld en vervolgens bij brieven van respectievelijk 1 en 4 april 2025 aangegeven dat de behandeling van de zaak moest worden voortgezet.
De rechtbank heeft de behandeling voortgezet op de zitting van 15 april 2025. Na de zitting is het onderzoek gesloten.