Rechtbank Noord-Holland, 08-02-2017, ECLI:NL:RBNHO:2017:1078, C/15/245321 / FA RK 16-3935
Rechtbank Noord-Holland, 08-02-2017, ECLI:NL:RBNHO:2017:1078, C/15/245321 / FA RK 16-3935
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 8 februari 2017
- Datum publicatie
- 3 maart 2017
- ECLI
- ECLI:NL:RBNHO:2017:1078
- Zaaknummer
- C/15/245321 / FA RK 16-3935
Inhoudsindicatie
De man verzoekt om nihilstelling van de door hem aan de vrouw te betalen partnerbijdrage aangezien sprake is van een wijziging van omstandigheden. De man is ontslagen en heeft een ontslagvergoeding ontvangen van € 310.000 bruto. Thans ontvangt hij een WW uitkering. De vraag is of en zo in hoeverre hij de ontslagvergoeding moet aanwenden ter suppletie van zijn inkomen. De rechtbank is van oordeel dat aangezien de man inmiddels 61 jaar is en het aannemelijk is dat zijn kansen op de arbeidsmarkt niet erg groot zijn, het redelijk is dat de ontslagvergoeding wordt aangewend ter suppletie van zijn inkomen totdat de man de pensioengerechtigde leeftijd bereikt.
Uitspraak
Sectie Familie & Jeugd
locatie Haarlem
alimentatie/tegenspraak
zaak-/rekestnr.: C/15/245321 / FA RK 16-3935
beschikking van de enkelvoudige kamer voor familiezaken van 8 februari 2017
in de zaak van:
[de man] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: de man,
advocaat mr. F.D. van Damme, kantoorhoudende te Beverwijk,
tegen
[de vrouw] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: de vrouw,
advocaat mr. M.A.Th. Klaver, kantoorhoudende te Hoorn NH.
1 Procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, met producties, van de man, ingekomen op 27 juni 2016;
- het verweerschrift, met producties, van de vrouw, ingekomen op 26 juli 2016;
- het F-formulier, met productie, van de advocaat van de vrouw van 23 december 2016;
- het F-formulier, met producties, van de advocaat van de man van 23 december 2016;
- het F-formulier, met producties, van de advocaat van de man van 26 december 2016.
De behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op de zitting van 6 januari 2017 in aanwezigheid van partijen, de man bijgestaan door mr. F.D. van Damme en de vrouw bijgestaan door mr. M.A.Th. Klaver.
De advocaat van de vrouw heeft ter zitting pleitaantekeningen overgelegd.
2 Feiten en omstandigheden
Partijen zijn op [huwelijksdatum] met elkaar gehuwd, welk huwelijk op [datum] is ontbonden door inschrijving in de registers van de burgerlijke stand van de echtscheidingsbeschikking van de rechtbank Alkmaar van 10 juni 2010.
Bij de hiervoor genoemde beschikking is – voor zover hier van belang – bepaald dat
de man aan de vrouw een bijdrage in de kosten van levensonderhoud van de vrouw (hierna ook: partnerbijdrage) van € 1.153 per maand moet voldoen.
Ingevolge de wettelijke indexering bedraagt de partnerbijdrage met ingang van 1 januari 2017 € 1.260,77 per maand.
3 Verzoek
De man heeft verzocht voornoemde beschikking te wijzigen in die zin dat de
de partnerbijdrage wordt bepaald op nihil met ingang van de datum van het verzoekschrift (23 juni 2016). Hij stelt hiertoe dat de hierboven genoemde beschikking door wijziging van omstandigheden heeft opgehouden te voldoen aan de wettelijke maatstaven.
Voorts heeft de man verzocht de vrouw te veroordelen tot terugbetaling aan de man van hetgeen hij vanaf 23 juni 2016 teveel, althans onverschuldigd, ten titel van partneralimentatie aan de vrouw heeft betaald.