Rechtbank Noord-Holland, 03-05-2017, ECLI:NL:RBNHO:2017:3235, 5439583
Rechtbank Noord-Holland, 03-05-2017, ECLI:NL:RBNHO:2017:3235, 5439583
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 3 mei 2017
- Datum publicatie
- 11 maart 2019
- ECLI
- ECLI:NL:RBNHO:2017:3235
- Formele relaties
- Einduitspraak: ECLI:NL:RBNHO:2019:908
- Zaaknummer
- 5439583
Inhoudsindicatie
Artikel 14 belemmeringenwet privaatrecht. Schadeloosstelling. Planschade. Tussenvonnis.
Uitspraak
Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton – locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 5439583 CV EXPL 16-9374
datum uitspraak: 3 mei 2017
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
inzake
de besloten vennootschap Delta Onroerend Goed B.V.
gevestigd te Velsen
eiseres
hierna te noemen: Delta
gemachtigde: mr. R.A.M. Schram
tegen
de besloten vennootschap TenneT TSO B.V.
gevestigd te Arnhem
gedaagde
hierna te noemen: TenneT
gemachtigden: mr. C.H.R.M. van Hoeven en mr. J. Sluijter
1 De procedure
Delta heeft TenneT op 4 oktober 2016 gedagvaard. TenneT heeft op 16 november 2016 schriftelijk geantwoord.
Op 5 april 2017 heeft een comparitie na antwoord plaatsgevonden. Daarbij zijn verschenen voor Delta [betrokkene 1] , bijgestaan door mr. R.A.M. Schram en voor TenneT [betrokkene 2] en [betrokkene 3] , bijgestaan door mr. J. Sluijter en mr. N.H. van den Biggelaar. Partijen hebben hun standpunten toegelicht aan de hand van zittings- dan wel pleitaantekeningen. De griffier heeft aantekening gehouden van het verder verhandelde ter zitting.
2 De feiten
Delta is een onderneming die onder meer gericht is op het aankopen van gronden met het oogmerk deze in de toekomst te ontwikkelen tot bedrijventerreinen. Delta is eigenaar van de volgende percelen:
- gemeente Beverwijk, sectie [sectie] , nummer [nummer] , groot 119.020 m2;
- gemeente Beverwijk, sectie [sectie] , nummer [nummer] , groot 215.080 m2;
- gemeente Beverwijk, sectie [sectie] , nummer [nummer] , groot 120.850 m2.
TenneT is de beheerder van het landelijk hoogspanningsnet in Nederland. In verband met de groeiende behoefte aan transportcapaciteit van elektriciteit wordt het hoogspanningsnet uitgebreid. Onderdeel van die uitbreiding is een nieuwe 380 kV-hoogspanningsverbinding tussen Beverwijk en Zoetermeer (Randstad 380 kV Noord).
De Minister van Economische Zaken en de Minister van Infrastructuur en Milieu hebben een Rijksinpassingsplan vastgesteld, waarin de tracering van de hoogspanningsverbinding is vastgelegd. Het Rijksinpassingsplan maakt planologisch mogelijk dat een deel van de hoogspanningsverbinding wordt aangelegd op de percelen van Delta. Het Rijksinpassingsplan en een aantal voor de uitvoering noodzakelijke vergunningen zijn na een uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State van 5 juni 2013 onherroepelijk geworden.
Omdat tussen Delta en TenneT geen overeenstemming is bereikt over de vestiging van een zakelijk recht voor de aanleg en instandhouding van de hoogspanningsverbinding, heeft TenneT op 25 februari 2014 de Minister van Infrastructuur en Milieu verzocht aan Delta een gedoogbeschikking op te leggen op grond van artikel 1 juncto artikel 2 lid 5 Belemmeringenwet Privaatrecht (hierna: BP), met inachtneming van artikel 20 lid 1 van de Elektriciteitswet 1998.
In opdracht van de Minister van Infrastructuur en Milieu heeft de Deskundigencommissie op 18 juli 2014 advies uitgebracht over het verzoek van TenneT tot het opleggen van een gedoogplicht op grond van BP aan (onder meer) Delta. De Deskundigencommissie adviseert de Minister Delta te verplichten de aanleg, aanwezigheid en instandhouding van de Randstad 380 kV verbinding Beverwijk – Vijfhuizen, in voorkomende gevallen inclusief toegang tot het werk, op haar percelen te gedogen. Met betrekking tot het door Delta onder meer ingebrachte bezwaar dat het voorgestane tracé niet op de voor Delta minst belemmerende wijze wordt uitgevoerd en dat haar percelen hierdoor ongeschikt worden voor toekomstige ontwikkeling, zoals bedrijfsbebouwing, overweegt de Deskundigencommissie: “Eventuele gemiste inkomsten doordat de percelen niet meer ontwikkeld kunnen worden, bijvoorbeeld met bedrijfsbebouwing, speelt (in deze procedure) geen rol bij de beoordeling of het werk niet op de minst belemmerende wijze wordt aangelegd. Dit aspect is volgens de commissie een onderdeel dat Delta in kan brengen in het kader van de schadeloosstelling.”
Op 5 augustus 2014 heeft de Minister de door TenneT verzochte gedoogplicht opgelegd aan Delta (hierna te noemen: de gedoogbeschikking). Met betrekking tot toekomstige schade merkt de Minister onder meer op: “Bezwaren die betrekking hebben op in de toekomst te lijden schade dienen eveneens te worden aangemerkt als bezwaren van financiële aard en kunnen niet leiden tot de afwijzing van het verzoek tot oplegging van de gedoogplicht. Voor zover, als gevolg van de aanleg en instandhouding van de 380kV hoogspanningsverbinding in de toekomst concreet sprake zou zijn van waardevermindering van een onroerende zaak, dan wel van andere schadeposten, kan ingevolge het bepaalde in de slotalinea van artikel 1 juncto artikel 14, eerste lid van de BP, van die gebleken schade vergoeding worden verzocht.”Met betrekking tot de door Delta ingebrachte bezwaren overweegt de Minister: “Overwegingen naar aanleiding van de bezwaren. In hoofdstuk 4.5. van het advies wordt op basis van de vereisten nader ingegaan op de door rechthebbende ingebrachte bezwaren en overwegingen. De overwegingen en conclusie van de Deskundigencommissie worden door mij overgenomen.”
Delta heeft op 18 september 2014 beroep ingesteld tegen de gedoogbeschikking.
Op 12 augustus 2015 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State het beroep van Delta ongegrond verklaard, waarmee de gedoogbeschikking onherroepelijk is geworden.
De gedoogbeschikking bracht mee dat op de percelen van Delta onder meer een ondergrondse en bovengrondse hoogspanningsverbinding, een opstijgpunt en een aantal hoogspanningsmasten zou worden gerealiseerd. De werken zijn inmiddels uitgevoerd.
De zakelijk rechtstrook loopt over de percelen met een breedte van 22 meter aan weerszijden van en inclusief de hartlijn van de bovengrondse hoogspanningsverbindingen en over een breedte van 12,5 meter aan weerszijden van en inclusief de hartlijn van de ondergrondse hoogspanningsverbinding en heeft een oppervlakte van 58.867 m2.
De permanente belemmering in het gebruik betreft het opstijgpunt (4.500 m2), de toegangsweg (367 m2), de watercompensatie (191 m2), en drie masten (174 m2), mitsdien in totaal 5.232 m2.
3 De vordering
Delta vordert veroordeling van TenneT tot vergoeding van de schade die Delta heeft geleden en nog zal lijden als gevolg van de gedoogbeschikking en de handelwijze van Tennet, met vaststelling van deze schade op een bedrag van € 5.112.201,- althans op een zodanig bedrag als de rechtbank in goede justitie mag vermenen te behoren, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de datum van de gedoogbeschikking en met veroordeling van TenneT in de proceskosten.
Delta legt aan haar vordering -samengevat- het volgende ten grondslag.
Delta heeft de percelen, met landbouwbestemming, aangekocht met het uitdrukkelijke doel deze op termijn te ontwikkelen tot een bedrijventerrein. De percelen bevinden zich op een zeer gunstige locatie, gelegen direct aan de Rijksweg A9 en aan het Noordzeekanaal en direct tegenover een reeds bestaand -eveneens door Delta ontwikkeld- bedrijventerrein. Ontwikkeling tot bedrijventerrein viel te verwachten, enerzijds vanwege de ligging en anderzijds omdat ook de gemeente Beverwijk had aangegeven dat dit gebied in de toekomst zou kunnen worden ontwikkeld tot bedrijventerrein. Op grond van de gedoogbeschikking is op de percelen van Delta een hoogspanningsverbinding met masten, kabels en bijbehorende voorzieningen aangebracht, die schuin door het midden over de percelen loopt, waardoor de percelen onbruikbaar zijn geworden voor de ontwikkeling als bedrijventerrein. De percelen hebben hun ontwikkelingswaarde verloren en hierdoor lijdt Delta schade. De schade is in opdracht van Delta door een rentmeester/taxateur begroot op het gevorderde bedrag. Delta baseert haar vordering op artikel 14 BP.