Home

Rechtbank Noord-Holland, 15-06-2017, ECLI:NL:RBNHO:2017:4968, 5857494

Rechtbank Noord-Holland, 15-06-2017, ECLI:NL:RBNHO:2017:4968, 5857494

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
15 juni 2017
Datum publicatie
10 juli 2017
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2017:4968
Zaaknummer
5857494

Inhoudsindicatie

Buitengerechtelijke ontbinding arbeidsovereenkomst door werkgever wegens dwaling. Beroep op dwaling slaagt niet.

Uitspraak

Afdeling Privaatrecht

Sectie Kanton - locatie Alkmaar

Zaaknr./rolnr.: 5857494 \ AO VERZ 17-32

Uitspraakdatum: 29 mei 2017

Beschikking in de zaak van:

[naam verzoeker] ,

wonende te [plaats]

verzoekende partij

verder te noemen: [verzoeker]

gemachtigde: C.G.P. Korver (Stichting Rechtswinkel Noord-Holland Noord)

tegen

Stichting SPG Noord-Holland,

gevestigd te Heerhugowaard

verwerende partij

verder te noemen: SPG

gemachtigde: mr. B.D. Roelink

1 Het procesverloop

1.1.

[verzoeker] heeft een verzoek gedaan om te bepalen dat de leer-/arbeidsovereenkomst tussen partijen in stand blijft en om SPG te veroordelen tot doorbetaling van het loon over de maand februari 2017, vermeerderd met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente. SPG heeft een verweerschrift ingediend.

1.2.

Op 1 mei 2017 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten, mede aan de hand van pleitaantekeningen, naar voren hebben gebracht. Ter zitting heeft [verzoeker] zijn verzoek vermeerderd, in die zin dat hij ook loon over de maand maart 2017 vraagt.

2 De feiten

2.1.

[verzoeker] , geboren [geboortedatum] , is met ingang van 28 november 2016 krachtens een leer-/arbeidsovereenkomst bij SPG in dienst getreden in de functie van leerling opperman bestratingen.

2.2.

SPG is een opleidingsbedrijf als bedoeld in artikel 1 lid 5 van de cao voor de bouw en infra. SPG verzorgt praktijkopleidingen voor jongeren.

2.3.

[verzoeker] heeft tijdens zijn sollicitatiegesprek aangegeven dat aan hem in het verleden een WIA-uitkering is toegekend en dat het UWV hem sinds 22 augustus 2016 slechts voor 3,95% arbeidsongeschikt heeft (her)beoordeeld.

2.4.

Op 30 januari 2017 heeft [verzoeker] zich ziek gemeld. In een persoonlijk gesprek met mevrouw [x] , HR adviseur, heeft [verzoeker] aangegeven dat hij klachten heeft in het persoonlijk functioneren. [verzoeker] is door de huisarts doorgestuurd naar de GGZ, waar [verzoeker] momenteel in behandeling is.

2.5.

Op 1 februari 2017 heeft [verzoeker] een gesprek gehad met de bedrijfsarts. Daarover heeft de bedrijfsarts in zijn probleemanalyse onder meer gerapporteerd dat er momenteel geen benutbare mogelijkheden zijn maar in de toekomst wel en dat het einddoel van de re-integratie werkhervatting in de eigen functie is.

2.6.

Bij brief van 2 februari 2017 heeft SPG de leer-/arbeidsovereenkomst buitengerechtelijk vernietigd wegens dwaling. De inhoud van de brief luidt als volgt, voor zover hier relevant:

(...) Ten tijde van je sollicitatie gaf je aan dat je in een WIA situatie zat waarvan UWV beoordeeld had dat je vanaf 22 augustus 2016 nog slechts 3,95% arbeidsongeschikt was. (...) Omdat je na die datum in dienst zou treden hebben wij bij jou geïnformeerd of je nog klachten had waarvoor je mogelijk toch uit zou kunnen vallen gedurende tijdens een dienstverband.(...) In het sollicitatie gesprek heb je aangegeven dat je de WIA beschikking had voor knieklachten.(...)

Op maandag 30 januari 2017, de eerste werkdag na het verstrijken van de proeftijd, ben je bij SPG ten kantore verschenen. Je hebt eerst aan de balie verteld wat er aan de hand is en daarna heb je in een persoonlijk gesprek gehad met mevrouw [x] . Je vertelde, onverwacht en tot grote verrassing van SPG-NH, dat je al jaren lang klachten ervaart in het persoonlijk functioneren en jezelf niet in staat te achten eigen of aangepaste werkzaamheden te verrichten. De afgelopen maand voelde jij je niet goed maar nu ging het echt niet meer, zo gaf je aan.

Vanaf je 16e, zo vertelde je, heb je af en aan klachten van deze aard en mede hierdoor was de WIA beschikking verstrekt, deze zou je beslist niet alleen wegens knieklachten hebben verkregen. Je vertelde dat je elke keer als je een nieuwe start maakt met werken, last krijgt van de klachten in persoonlijk functioneren. Je kunt niet tegen druk en moeten, zo omschreef je de klachten.

(...) echter moet vastgesteld worden dat jij opzettelijk hebt verzwegen dat je als gevolg van je frequente en reeds lang aanwezige klachten niet in staat bent de in de een leer-/arbeidsovereenkomst overeengekomen inspanningen te leveren. Indien SPG van deze klachten op de hoogte zou zijn geweest, met andere woorden: bij een juiste voorstelling van zaken, zou de arbeidsovereenkomst met jou niet zijn gesloten. (...)

Het voorgaande leidt ertoe dat wij de arbeidsovereenkomst hierdoor vernietigen. (...)

2.7.

Bij beslissing van 27 februari 2017 heeft het UWV aan [verzoeker] een WIA-uitkering toegekend. De beslissing luidt als volgt, voor zover hier relevant:

(...) Op 30 januari 2017 bent u opnieuw arbeidsongeschikt geworden. Hierover heeft u een gesprek gehad met onze arts. Deze vindt dat u vanaf 30 januari 2017 door dezelfde oorzaak arbeidsongeschikt bent, als tijdens uw eerdere periode van arbeidsongeschiktheid.

Beslissing over uw uitkering

De periode tussen de beëindiging van uw uitkering en de dag waarop u opnieuw ziek werd, is korter dan vijf jaar. Daarom krijgt u vanaf 30 januari 2017 weer uw WIA-uitkering. (...)

Re-integratie

U kunt op dit moment niet werken, maar in de toekomst misschien wel. (...)

2.8.

Tegen voornoemde beslissing van het UWV heeft SPG bezwaar aangetekend.

2.9.

Bij brief van 8 maart 2017 heeft (de gemachtigde van) [verzoeker] bezwaar gemaakt tegen de buitengerechtelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst.

3 Het verzoek

3.1.

[verzoeker] verzoekt de kantonrechter – na vermeerdering van eis – om te bepalen dat de leer-/arbeidsovereenkomst tussen partijen in stand blijft en om SPG te veroordelen tot betaling van het loon over de maanden februari en maart 2017, te vermeerderen met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente.

3.2.

Aan dit verzoek legt [verzoeker] ten grondslag dat volgens vaste jurisprudentie buitengerechtelijke vernietiging van een arbeidsovereenkomst alleen toelaatbaar is indien na de ontdekking van de dwaling een situatie is ontstaan waarin de arbeidsovereenkomst geheel nutteloos is geworden en de vernietiging niet leidt tot een omzeiling van een binnen het stelsel van ontslagrecht bestaande bescherming tegen opzegging. Aan geen van beide voorwaarden is in dit geval voldaan. SPG heeft de arbeidsovereenkomst vernietigd nadat [verzoeker] zich had ziek gemeld en in een persoonlijk gesprek met mevrouw [x] zijn klachten had toegelicht. Hiermee heeft SPG getracht het opzegverbod tijdens ziekte te omzeilen. Evenmin is de arbeidsovereenkomst nutteloos geworden. Volgens de bedrijfsarts zijn er in de toekomst wel benutbare mogelijkheden voor [verzoeker] . Hij verwacht zelfs dat [verzoeker] zijn eigen werkzaamheden zou kunnen hervatten. Bovendien heeft [verzoeker] zijn mededelingsplicht niet geschonden. Ten tijde van zijn sollicitatie achtte [verzoeker] zichzelf in staat om te werken en in dit standpunt werd hij ondersteund door het UWV.

4 Het verweer

5 De beoordeling

6 De beslissing