Home

Rechtbank Noord-Holland, 09-12-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:10370, 8820565

Rechtbank Noord-Holland, 09-12-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:10370, 8820565

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
9 december 2020
Datum publicatie
11 december 2020
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2020:10370
Zaaknummer
8820565

Inhoudsindicatie

Uitleg ondernemings-cao. Cao-norm. Geen verplichting voor werkgever om tot overeenstemming met vakvereniging te komen over sociaal plan.

Uitspraak

Handel, Kanton en Bewind

locatie Alkmaar

Zaaknr./rolnr.: 8820565 \ KG EXPL 20-96 (IL)

Uitspraakdatum: 9 december 2020

Vonnis van de kantonrechter in kort geding in de zaak van:

de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid

Vereniging Nederlandse Verkeersvliegers (VNV)

gevestigd te Badhoevedorp

eiseres

verder te noemen: VNV

gemachtigde: mr. A. Stege

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

CHC Helicopters Netherlands B.V.

gevestigd te Den Helder

gedaagde

verder te noemen: CHC

gemachtigde: mr. P.A. Nabben

1 Het procesverloop

1.1.

VNV heeft een dagvaarding d.d. oktober 2020 jegens CHC uitgebracht, waarin is opgemerkt dat CHC heeft aangegeven vrijwillig in het geding te zullen verschijnen. CHC is vervolgens in het geding verschenen.

1.2.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 25 november 2020. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten, mede aan de hand van pleitaantekeningen, naar voren hebben gebracht. Voorafgaand aan de zitting heeft VNV bij brief van 23 november 2020 stukken toegezonden. CHC heeft een conclusie van antwoord en bij brief van 23 november 2020 stukken toegezonden.

2 De feiten

2.1.

CHC is een luchtvaartmaatschappij gespecialiseerd in het vervoer van passagiers per helikopter. Bij CHC werken circa 41 vliegers op basis van een arbeidsovereenkomst.

2.2.

VNV is een vakvereniging die, onder meer, de arbeidsvoorwaardelijke belangen van helikoptervliegers in dienst van CHC behartigt. Van de bij CHC in dienst zijnde vliegers zijn er 40 lid van VNV.

2.3.

Partijen hebben voor de vliegers in dienst van CHC de ‘collectieve arbeidsovereenkomst voor vliegers in dienst bij CHC Helicopters Netherlands B.V.’ (hierna: de cao) gesloten. Deze cao heeft een looptijd van 1 mei 2017 tot 31 december 2018.

2.4.

In mei 2020 is bekend geworden dat een klant van CHC zijn contract niet zal verlengen. Het contract is vervolgens op 1 juli 2020 beëindigd. Een andere klant van CHC heeft zijn contract per 1 november 2020 teruggebracht qua bemanning, waardoor de omvang van de werkzaamheden van CHC zou afnemen met 29%. Mede gezien de verwachtingen op de markt, heeft CHC besloten 18 arbeidsplaatsen te laten vervallen: negen arbeidsplaatsen van de vliegers en negen van het grondpersoneel.

2.5.

Op 23 juni 2020 heeft CHC een adviesaanvraag voor het groepsontslag van de vliegers (en het grondpersoneel) ingediend bij de ondernemingsraad en een adviesaanvraag voor het groepsontslag van de vliegers bij VNV.

2.6.

De adviesaanvraag aan VNV d.d. 23 juni 2020 is gegrond op artikel 1.4.1 en 1.5.2 van de cao. In de adviesaanvraag staat, onder meer, dat CHC voornemens is om met VNV een sociaal plan overeen te komen en dit te delen met de ondernemingsraad (OR).

2.7.

Bij brief van 3 juli 2020 heeft CHC onder meer aan VNV bericht dat de viermaandentermijn van artikel III lid 3 van bijlage 13 van de cao geen minimumtermijn, maar een maximumtermijn is en dat het overleg dus eerder kan plaatsvinden dan nadat de OR heeft geadviseerd.

2.8.

Op 7 augustus 2020 heeft VNV onder meer aan CHC gemaild dat de viermaandentermijn pas start als CHC formeel overtolligheid heeft verklaard en bekendgemaakt aan de vliegers nadat de OR en VNV daarover advies hebben uitgebracht en dat het eerder over maatregelen praten afbreuk zou doen aan de waarde van de nog uit te brengen adviezen.

2.9.

VNV heeft haar advies op 3 september 2020 uitgebracht.

2.10.

Op 4 september 2020 heeft de OR advies uitgebracht.

2.11.

Op 8 september 2020 hebben partijen overleg gevoerd.

2.12.

CHC heeft in haar brief aan de leden van de OR en in kopie aan VNV d.d. 11 september 2020 bericht over de door het MT genomen besluiten met betrekking tot de adviesaanvraag van 23 juni 2020. In de brief staat onder meer dat 8,07 fte in de functie van Captain komt te vervallen en wat de planning is. Daarbij staat ook: “Zoals aangegeven in (6) planning (hierboven) zal CHC aan piloten (…) de mogelijkheid aanbieden om in deeltijd te werken, onbetaald verlof / non-activiteit op te nemen en gebruik te maken van Vrijwillige Vertrek Regeling”.

2.13.

In een ongeadresseerde brief van CHC van 23 september 2020, gericht tot een vlieger die in aanmerking komt voor gedwongen ontslag, staat dat CHC als onderdeel van de cao en de afspraken met VNV, voordat wordt overgegaan tot gedwongen ontslag, eerst probeert via alternatieve mogelijkheden ontslagen te voorkomen. Deze alternatieve mogelijkheden zijn een vrijwillig vertrek met ontslagvergoeding en een vermindering van arbeidsomvang (deeltijdwerken) via een vrijwillige functiewijziging van captain naar SFO met bijbehorend salaris.

2.14.

Bij brief van 29 september 2020 heeft VNV aan CHC bericht dat zij zich jegens VNV heeft verbonden om in overleg met VNV een sociaal plan op te stellen op basis van de kaders genoemd in bijlage 13 van de cao en dat dit nog niet is gebeurd. VNV roept CHC op om geen verdere uitvoering aan de reorganisatie te geven. In de brief staat voorts, samengevat, dat CHC in strijd met de cao een tweetal maatregelen heeft voorgesteld (demotie en collectieve deeltijd) en dat boventalligheid kan worden uitgesteld door de afbouw van het saldo collectieve vakantiedagen. VNV heeft voorts CHC voorgesteld een minnelijke oplossing te bereiken.

2.15.

Partijen zijn niet tot overeenstemming gekomen.

2.16.

CHC heeft op 8 oktober 2020 een ontslagaanvraag wegens bedrijfseconomische redenen bij UWV ingediend voor de desbetreffende vliegers.

2.17.

Inmiddels heeft een vlieger de vrijwillige vertrekregeling geaccepteerd en hebben drie vliegers een vaststellingsovereenkomst met CHC gesloten. De overtolligheid ziet nu dus nog op vijf arbeidsplaatsen van vliegers.

3 De vordering

3.1.

VNV vordert om bij wijze van voorlopige voorziening:

A) CHC te gebieden art. 1.4.1, leden 3 en 4, van de cao, alsmede art. 1.5.2, lid 2, van de cao na te komen, en de sociale gevolgen van de herziening van het personeelsbestand, en de reeds vastgestelde overtolligheid van vliegers, in overleg met de VNV te regelen, en in dit kader het overleg te hervatten over een sociaal plan;

B) CHC te verbieden uitvoeringsmaatregelen te treffen in het kader van het oplossen van de door haar vastgestelde overtolligheid van vliegers in dienst van CHC, totdat er tussen CHC en de VNV een sociaal plan tot stand is gekomen dat door de CHC-leden van de VNV is goedgekeurd;

C) CHC te gebieden eventuele ontslagprocedures om bedrijfseconomische redenen voor vliegers bij het UWV te beëindigen door aanvragen voor ontslagvergunningen in te trekken en geen nieuwe aanvragen te doen, zo lang er geen door de CHC-leden van de VNV goedgekeurd sociaal plan tussen CHC en de VNV tot stand is gekomen;

D) CHC te verbieden arbeidsovereenkomsten van vliegers om bedrijfseconomische redenen op te zeggen met eventueel door het UWV afgegeven ontslagvergunningen, zo lang er geen door de CHC-leden van de VNV goedgekeurd sociaal plan tussen CHC en de VNV tot stand is gekomen, zoals dit mede tussen CHC en de VNV is overeengekomen in art. III, lid 3, van bijlage 13 van de cao;

E) CHC te verbieden individuele vertrekregelingen aan vliegers aan te bieden, zo lang er geen door de CHC-leden van de VNV goedgekeurd sociaal plan tussen CHC en de VNV tot stand is gekomen;

F) CHC te verbieden op individuele basis demotie aan vliegers aan te bieden van gezagvoerder naar (senior) first officer, en daarmee gepaard gaande salarisverlaging, vanwege strijdigheid met bijlage 13 van de cao, en zo lang een dergelijke mogelijkheid niet alsnog expliciet wordt toegestaan in een te sluiten sociaal plan;

G) CHC te gebieden eventuele reeds afgesproken demoties van gezagvoerder naar (senior) first officer, en de salarisverlagingen, ongedaan te maken binnen drie dagen na betekening van het vonnis;

H) CHC te verbieden op individuele basis vermindering van arbeidsduur met vliegers af te spreken, en daarmee gepaard gaande salarisverlagingen, vanwege strijdigheid met de cao, en zo lang een dergelijke mogelijkheid niet alsnog expliciet wordt toegestaan in een te sluiten sociaal plan;

I) CHC te gebieden eventuele reeds individueel met vliegers afgesproken verminderingen van arbeidsduur, en de salarisverlagingen, ongedaan te maken binnen drie dagen na betekening van het vonnis;

J) CHC te gebieden de openstaande vakantiedagen van vliegers in te delen zoals bepaald in art. 3.4 van bijlage 8a van de cao;

K) CHC te verbieden vliegers in te zetten die niet bij haar in dienst zijn, op basis van een met CHC gesloten arbeidsovereenkomst, om productie (vluchten) ten behoeve van CHC uit te voeren, zo lang er vliegers in dienst van CHC overtollig zijn, waarbij dit verbod niet van toepassing is op externe vliegers die met ingang van 1 november 2020 voor een periode van drie maanden op een tussen partijen genoegzaam bekend wetlease-contract ingezet zullen worden;

L) CHC te veroordelen tot een dwangsom van € 10.000 (tienduizend euro), althans een door de voorzieningenrechter te bepalen dwangsom, voor elke dag of deel daarvan dat CHC niet voldoet aan één of meer van de onder B) tot en met K) genoemde vorderingen; en

M) CHC in de kosten van dit geding te veroordelen, te betalen binnen veertien dagen na betekening van het vonnis;

3.2.

VNV voert daartoe het volgende aan, samengevat.

ad A (sociaal plan)

3.3.

CHC is op grond van de artikelen 1.4.1 lid 3 en 4 en 1.5.2 lid 1 en 2 van de cao verplicht een sociaal plan te sluiten. CHC heeft zich niet alleen verplicht te onderhandelen (een inspanningsverbintenis), maar heeft zich vrijwillig verbonden daarover tot overeenstemming te komen (resultaatsverbintenis). CHC moet de bepalingen van de cao nakomen, maar voert een eigen koers. Hiermee pleegt CHC wanprestatie. Dit zorgt voor onrust en onvrede bij het vliegerkorps.

3.4.

Bijlage 13 geeft een limitatieve opsomming van mogelijke maatregelen die CHC kan nemen in geval van overtolligheid en kan niet met een sociaal plan worden gelijkgesteld. Partijen kunnen naast de in bijlage 13 genoemde kaders aanvullende afspraken maken. CHC kan niet eenzijdig andere maatregelen dan in bijlage 13 genoemd, nemen. Dat is in strijd met de cao.

ad B tot en met E (uitvoeringshandelingen)

3.5.

Zolang er geen sociaal plan tot stand is gekomen, mag CHC geen uitvoering aan de reorganisatie geven. De uitvoeringshandelingen van CHC tot beëindiging en/of aanpassing van arbeidsovereenkomsten van vliegers zijn prematuur zolang partijen geen overeenstemming hebben bereikt over een sociaal plan.

3.6.

Het is CHC op grond van artikel III lid 3 van bijlage 13 niet toegestaan om binnen vier maanden na bekendmaking van de overtolligheid (op 11 september 2020) tot gedwongen ontslagen over te gaan. Deze termijn loopt tot en met 10 januari 2021. CHC mag pas tot gedwongen ontslagen overgaan, nadat zij met VNV de voorwaarden daarvoor is overeengekomen.

ad F en G (demotie) en H en I (vermindering arbeidsduur)

3.7.

CHC heeft vliegers voorgesteld in te stemmen met een demotie (van captain naar senior first officer, SFO) met salarisverlaging en met een vermindering van arbeidsduur met salarisverlaging voor onbepaalde tijd. Daarmee handelt zij in strijd met bijlage 13 bij de cao, omdat deze maatregelen daarin niet worden genoemd als mogelijkheid om overtolligheid op te vangen en dit niet in overleg met VNV is afgesproken.

ad J (niet-genoten vakantiedagen)

3.8.

De overtolligheid kan en moet worden uitgesteld door het collectieve saldo van niet-genoten vakantiedagen eerst af te bouwen, omdat CHC in de cao heeft afgesproken niet-genoten vakantiedagen in te delen (bijlage 8a, hoofdstuk 3, artikel 3.4 lid 3 van de cao).

3.9.

Als hierover afspraken gemaakt kunnen worden, kan de overtolligheid worden uitgesteld en zullen er pas later vliegers gedwongen uit dienst hoeven te treden. CHC wil daar niet aan meewerken, maar dat is onverenigbaar met de gestelde overtolligheid. Enerzijds stelt CHC dat er teveel vliegers zijn voor het beschikbare werk, anderzijds stelt zij dat vakantiedagen niet ingedeeld kunnen worden omdat het werk dit niet toelaat. Dan vraagt VNV zich af of er wel sprake is van overtolligheid.

ad K (personeel van derden)

3.10.

CHC zet externe medewerkers in om vluchten ten behoeve van CHC te verzorgen. Uit artikel 1.5.4 lid 5 van de cao volgt dat tewerkstelling van vliegers van derden niet mag leiden tot overtolligheid. Het moet CHC dus worden verboden om personeel van derden in te zetten, zolang er bij CHC sprake is van overtolligheid van vliegers.

3.11.

VNV heeft bij deze vordering uitgezonderd, zonder haar rechten prijs te geven, de medewerkers die CHC ten behoeve van een wetlease (huur van helikopter met meegeleverde externe bemanning) per 1 november a.s. voor een periode van drie maanden zal inzetten op een toestel waarvoor de eigen CHC-vliegers thans niet bevoegd zijn.

4 Het verweer

5 De beoordeling

6 De beslissing