Rechtbank Noord-Holland, 20-05-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:3787, 8364879
Rechtbank Noord-Holland, 20-05-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:3787, 8364879
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 20 mei 2020
- Datum publicatie
- 26 mei 2020
- ECLI
- ECLI:NL:RBNHO:2020:3787
- Zaaknummer
- 8364879
Inhoudsindicatie
843a Rv. Afschrift rapport klachtencommissie. Rechtmatig belang werknemer. Geen gewichtige redenen werkgever (privacy andere medewerkers) om afschrift te weigeren.
Uitspraak
Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 8364879 \ KG EXPL 20-28 IL
Uitspraakdatum: 20 mei 2020
Vonnis van de kantonrechter in kort geding in de zaak van:
[eiseres]
wonende te [woonplaats]
eiseres
verder te noemen: [eiseres]
gemachtigden: mr. F. Havers
tegen
de naamloze vennootschap
Alkmaar Sport N.V.
gevestigd te Alkmaar
gedaagde
verder te noemen: Alkmaar Sport
gemachtigde: mr. I.C. Holtkamp (Holtkamp Juridisch Adviesbureau)
1 Het procesverloop
[eiseres] heeft Alkmaar Sport op 17 maart 2020 gedagvaard.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 6 mei 2020. Deze zitting vond in verband met de maatregelen vanwege het coronavirus plaats via het programma Skype voor bedrijven. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten, mede aan de hand van pleitaantekeningen, naar voren hebben gebracht. Voorafgaand aan de zitting heeft [eiseres] bij brieven van 4 mei 2020 nog stukken toegezonden.
2 De feiten
[eiseres] , geboren [geboortedag] 1986, is vanaf 6 oktober 2006 in dienst bij (de rechtsvoorganger van) Alkmaar Sport. De functie van [eiseres] is zweminstructeur met een salaris van nu € 1.639,48 bruto per maand exclusief vakantietoeslag.
[eiseres] is sinds 2 oktober 2018 arbeidsongeschikt.
Naar aanleiding van klachten van [eiseres] wegens ongewenste omgangsvormen op het werk (intimidatie en pesten) tegen twee leidinggevenden, heeft Alkmaar Sport op 25 oktober 2019 een Procedure voor onderzoek naar klachten over ongewenste omgangsvormen vastgesteld en een (ad-hoc) klachtencommissie ingesteld.
Op 28 oktober 2019 heeft [eiseres] haar klachten ingediend bij de klachtencommissie.
De klachtencommissie heeft op 3 februari 2020 haar rapport met bevindingen, conclusies, advies en aanbevelingen naar Alkmaar Sport gestuurd. Het rapport bestaat uit 27 pagina’s (inclusief een bijlagenoverzicht) en heeft 12 bijlagen.
De klachtencommissie heeft een aantal bijlagen naar [eiseres] gestuurd.
Bij brief van 18 februari 2020 heeft Alkmaar Sport onder meer aan [eiseres] bericht dat het rapport van de klachtencommissie bij Alkmaar Sport ter inzage ligt, dat het uitdrukkelijk niet de bedoeling is dat er een fotokopie of opname gemaakt wordt, dat bij inzage van het rapport haar mobiele telefoon / andere dragers van geluid / foto-opname zal worden ingenomen, dat er geen kopie voor haar gereed ligt en dat ze natuurlijk haar advocaat kan meenemen, voor wie dezelfde voorwaarden / beperkingen gelden. Indien ze kan instemmen met deze voorwaarden, wordt [eiseres] uitgenodigd het rapport te lezen op 26 februari 2020. [eiseres] heeft de brief voor akkoord getekend.
Op 20 februari 2020 heeft (de gemachtigde van) [eiseres] Alkmaar Sport om een kopie van het rapport verzocht. Op 24 februari 2020 heeft de gemachtigde van Alkmaar Sport geantwoord dat er geen kopie aan [eiseres] wordt verstrekt, omdat de procedure voor het onderzoek naar klachten over ongewenste omgangsvormen daar geen aanleiding toe geeft, net als bijvoorbeeld de klachtenprocedure uit de Algemene wet bestuursrecht.
Op 26 februari 2020 heeft [eiseres] een rapport, dat niet is ondertekend door de voorzitter van de klachtencommissie en niet is voorzien van de 12 bijlagen, ingezien. Bij de inzage bleek dat de bijlagen 11 en 12 niet naar [eiseres] zijn gestuurd. Alkmaar Sport heeft deze bijlagen op 4 maart 2020 naar [eiseres] gezonden.
Bij brief van 21 april 2020 heeft Alkmaar Sport op basis van het rapport van de klachtencommissie een standpunt ingenomen ten aanzien van de klachten van [eiseres] . In de brief is onder meer weergegeven welke klachten de klachtencommissie heeft onderkend (punt 17 en 20), wat de klachtencommissie daarover heeft opgemerkt (punt 18 en 20) en wat de conclusie van de klachtencommissie met betrekking tot de klachten is (punt 19 en 21-22). Kort gezegd wordt geconcludeerd dat de eerste klacht ongegrond is en de tweede klacht deels ongegrond, deels gegrond. In de brief is ook weergegeven wat het advies van klachtencommissie aan Alkmaar Sport is (punt 24-25) en welke drie aanbevelingen zij heeft gedaan (punt 26). Verder is hoofdstuk IV (conclusie, advies en aanbevelingen) van het rapport van de klachtencommissie bij de brief gevoegd. De directeur van Alkmaar Sport ( [XX] ) heeft, kort gezegd, de conclusies, het advies en de aanbevelingen van de klachtencommissie overgenomen (punt 28 t/m 37). Ten aanzien van de tweede klacht schrijft de directeur onder meer dat de klachtencommissie van oordeel is dat drie klachtonderdelen gegrond moeten worden verklaard, in die zin dat [eiseres] dit gedrag / handelen van de leidinggevende als intimiderend en/of pestgedrag heeft (kunnen) ervaren, terwijl er bij de leidinggevende geen sprake was van een intentie om haar te intimideren (punt 35). Over het advies schrijft de directeur onder meer dat de klachtencommissie van oordeel is dat niet altijd de noodzakelijke zorgvuldigheid jegens [eiseres] is betracht, zeker wat betreft het dreigen met een loonstop en het instellen daarvan, dat de opeenvolging van en de houding/bejegening van de bedrijfsarts volgens de klachtencommissie niet hebben bijgedragen aan een veilig klimaat / gevoel bij ziekte en arbeidsongeschiktheid en dat hij het met de klachtencommissie eens is dat het instaan voor een veilig klimaat / gevoel bij ziekte en arbeidsongeschiktheid onder zijn verantwoordelijkheid valt (punt 36).
3. De vordering
[eiseres] vordert dat de kantonrechter bij wijze van voorlopige voorziening Alkmaar Sport veroordeelt tot het verstrekken van een afschrift van de volledige ondertekende rapportage van de klachtencommissie, inclusief de bijlagen, aan [eiseres] binnen 48 uur na betekening van het vonnis, op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per dag en de wettelijke rente daarover vanaf de dag van opeisbaarheid, althans de dagvaarding, en met veroordeling van Alkmaar Sport in de proceskosten waaronder de nakosten.
Zij legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat zij een rechtmatig belang bij ontvangst van een kopie van het rapport van de klachtencommissie heeft, zoals bedoeld in artikel 843a van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering (Rv).
4 Het verweer
Alkmaar Sport betwist de vordering. Zij voert aan – samengevat – dat met de inzage van het rapport al is voldaan aan het bepaalde in artikel 843a Rv. Alkmaar Sport betwist verder dat [eiseres] nog een belang bij afschrift van het rapport heeft. Daarnaast moet het rapport onder de directeur van Alkmaar Sport blijven in verband met de bescherming van de privacy van derden. Alkmaar Sport betwist ook dat [eiseres] een spoedeisend belang bij haar vordering heeft.