Home

Rechtbank Noord-Holland, 29-10-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:8553, 8096749 \ CV EXPL 19-5325

Rechtbank Noord-Holland, 29-10-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:8553, 8096749 \ CV EXPL 19-5325

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
29 oktober 2020
Datum publicatie
29 oktober 2020
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2020:8553
Zaaknummer
8096749 \ CV EXPL 19-5325

Inhoudsindicatie

Albert Heijn mocht er in redelijkheid van uitgaan dat toestemming tot gebruik van portret van profvoetballer t.b.v. promotie van voetbalplaatjesspaaractie lag besloten in bij cao gegeven toestemming tot exploitatie van het portret in de spaaractie zelf.

Uitspraak

Handel, Kanton en Bewind

locatie Zaanstad

Zaaknr./rolnr.: 8096749 \ CV EXPL 19-5325

Uitspraakdatum: 29 oktober 2020

Vonnis van de kantonrechter in de hoofdzaak in de zaak van:

[eiser]

wonende te [plaats]

eiser

verder te noemen: [eiser]

gemachtigde: mr. M.E.M. Wiebe

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

ALBERT HEIJN B.V.

gevestigd te Zaandam

gedaagde29 oktober 2020

verder te noemen: Albert Heijn

gemachtigden: mr. R.D. Chavannes

en

1. de commanditaire vennootschap

EREDIVISIE MEDIA & MARKETING C.V.

gevestigd te Amsterdam

verder te noemen: EMM

2. de commanditaire vennootschap

EREDIVISIE C.V.

gevestigd te Zeist

verder te noemen: ECV

gevoegde partijen aan de zijde van Albert Heijn

gemachtigde: mr. R.D. Chavannes.

Gevoegde partijen zullen gezamenlijk ook worden aangeduid als EMM & ECV.

1 Het verdere procesverloop in de hoofdzaak

1.1.

Bij vonnis in incident van 12 december 2019 heeft de kantonrechter EMM & ECV toegestaan zich in de hoofdzaak aan de zijde van Albert Heijn te voegen en de zaak in de hoofdzaak verwezen naar de rolzitting van donderdag 9 januari 2020 voor conclusie van antwoord aan de zijde van Albert Heijn alsmede EMM & ECV.

1.2.

Albert Heijn en EMM & ECV hebben bij gezamenlijke conclusie van antwoord van 6 februari 2020 gereageerd op de dagvaarding van [eiser] .

1.3.

Een mondelinge behandeling ter zitting heeft vanwege de uitbraak van het coronavirus en de daarop volgende (gedeeltelijke) sluiting van de rechtbank niet plaatsgevonden.

1.4.

De kantonrechter heeft [eiser] vervolgens in de gelegenheid gesteld om schriftelijk te reageren op de conclusie van antwoord van Albert Heijn en EMM & ECV.

1.5.

[eiser] heeft hierop schriftelijk gereageerd bij conclusie van repliek tevens wijziging van eis van 23 juli 2020, waarna Albert Heijn en EMM & ECV bij gezamenlijke conclusie van dupliek van 17 september 2020 heeft gereageerd op voornoemde conclusie van repliek.

1.6.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1.

[eiser] is professioneel voetballer in de Eredivisie en kwam ten tijde van het aanhangig maken van de onderhavige procedure uit voor de voetbalclub ADO Den Haag.

2.2.

Op de arbeidsovereenkomst tussen [eiser] en ADO Den Haag was van toepassing de CAO voor contractspelers betaald voetbal Nederland 2017-2021 (hierna: de cao), waarin onder meer het volgende is opgenomen:

Artikel 22

Stichting CAO voor contractspelers

  1. Partijen bij deze CAO hebben de Stichting CAO voor Contractspelers opgericht ten behoeve van de exploitatie van collectieve commerciële rechten.

  2. Werknemers en Werkgevers verlenen aan de Stichting CAO voor Contractspelers toestemming voor het gebruik van de aan ieder van hen individueel toekomende rechten ten behoeve van de exploitatie van de rechten als bedoeld in de vorige volzin, mits deze exploitatie geschiedt overeenkomstig het bepaalde in dit artikel. Het hiervoor bepaalde is alleen van toepassing op de Werknemer en Werkgever die uitkomen in de competities betaald voetbal (Ere – of Eerste Divisie).

  3. Onder collectieve commerciële rechten wordt door Partijen verstaan: de gezamenlijke in het economisch verkeer verzilverbare aanspraken van de Werknemers en Werkgevers, waar onder in elk geval begrepen het evenredig en gelijkmatig gebruik van de logo’s, namen en/of overige gedeponeerde merken toebehorend aan alle Werkgevers uit dezelfde divisie altijd en alleen in combinatie met het evenredig en gelijkmatig gebruik van afbeeldingen, namen en/of overige persoonlijkheidsrechten van tenminste elf (11) Werknemers van elk van die Werkgevers uit vorenbedoelde divisie. Onder de commerciële rechten dienen in ieder geval niet de rechten te worden verstaan die op het moment van ingaan van deze CAO reeds worden geëxploiteerd binnen het kader van andere entiteiten in het betaalde voetbal, waarmede onder meer de zogeheten mediarechten worden bedoeld.

  4. (…)

2.3.

ECV is opgericht door de 18 Eredivisieclubs met als doel om onder andere de belangen van de clubs, de onderlinge samenwerking tussen de clubs en de organisatie en commerciële exploitatie van de Eredivisie te waarborgen.

2.4.

EMM is een samenwerkingsverband dat zorg draagt voor de collectieve exploitatie van de Eredivisie.

2.5.

De Stichting CAO voor contractspelers heeft aan ECV, en later aan EMM, een licentie verleend om de collectieve commerciële rechten als bedoeld in artikel 22 lid 2 cao te (doen) exploiteren.

2.6.

EMM & ECV hebben vervolgens indirect, via het bedrijf Brand Loyalty, aan Albert Heijn toestemming gegeven om de bedoelde collectieve commerciële rechten te exploiteren in een landelijke voetbalplaatjesactie.

2.7.

Supermarktketen Albert Heijn heeft van 2 januari tot 24 februari 2019 een landelijke voetbalplaatjesactie georganiseerd (hierna: de spaaractie). Klanten van Albert Heijn konden bij besteding van iedere € 10,- aan boodschappen één set van vier voetbalplaatjes krijgen. Doel van de spaaractie voor de consument was alle 292 plaatjes te verzamelen . Voor de spaaractie zijn (onder meer) portretten van in totaal 198 verschillende voetbalspelers uit de Eredivisie gebruikt, waaronder die van [eiser] :

[Afbeelding 1: portret / voetbalplaatje eiser]

Daarnaast zijn voor de plaatjes van de spaaractie gebruikt portretten van coaches en speelsters uit het Nederlands dameselftal, clublogo’s en teamfoto’s.

2.8.

Voor de spaaractie heeft Albert Heijn in al haar filialen promotie gemaakt. Voor deze promotie werden de (uitvergrote) beelden van voetbalplaatjes (waaronder die van [eiser] ) naast elkaar in de winkels opgehangen:

[Afbeeldingen 2 en 3: hamster met voetbalplaatje eiser]

of werden meerdere plaatjes op één poster afgebeeld:

Ook op social media (Facebook, Twitter en Instagram) werden voetbalplaatjes getoond.

2.9.

Bij brief van 5 juli 2019 heeft (de gemachtigde van) [eiser] Albert Heijn onder meer gesommeerd zich te onthouden van iedere inbreuk op het portretrecht van [eiser] en het (individuele) gebruik van het portret van [eiser] te staken en gestaakt te houden, alsmede om een schadevergoeding van € 15.000,- te betalen. Albert Heijn heeft niet aan die sommatie voldaan.

2.10.

Bij brief van 24 juli 2019 is namens onder meer EMM onder meer het volgende aan (de advocaat van) [eiser] geschreven:

(…)

Uw cliënt heeft middels de ondertekening van zijn arbeidsovereenkomst met ADO Den Haag ingestemd met het gebruik van zijn portret in het kader van het zogenoemde "Collectief Portretrecht'', het recht waarbij het de Stichting CAO voor Contractspelers is toegestaan om afbeeldingen, namen en/of overige persoonlijkheidsrechten van tenminste elf (11) spelers van elk van de Eredivisieclubs commercieel te exploiteren, mits zij dit op evenredig en gelijkmatige wijze doet. Het Collectief Portretrecht is neergelegd in artikel 22 van de CAO voor Contractspelers en is daarmee rechtstreeks van toepassing op de arbeidsovereenkomst van uw cliënt.

EMM heeft het Collectief Portretrecht ingekocht bij de Stichting CAO voor Contractspelers ten behoeve van haar "Voetbalplaatjes Actie": een spaaractie waarbij de consument het totaal van 198 verschillende voetbalplaatjes kon sparen via de aanschaf van boodschappen bij de Albert Heijn. Deze voetbalplaatjes, elk bestaande uit een spelersportret, waren verpakt in zakjes van vier. Ik begrijp uit uw brief dat uw cliënt geen bezwaar maakt tegen de wijze waarop EMM de Voetbalplaatjes Actie zelf heeft uitgevoerd.

Het zal uw cliënt niet verbazen dat een dergelijke Voetbalplaatjes Actie ook moet worden gepromoot, wil deze succesvol kunnen zijn. Albert Heijn heeft daartoe – met goedkeuring van EMM – in elk van haar filialen een groot aantal posters, met daarop uitvergrote voetbalplaatjes, opgehangen (de "Posters"). In de bijlage treft u foto's zoals die zijn gemaakt in het filiaal waar uw cliënt zijn eigen voetbalplaatje heeft zien hangen. In tegenstelling tot de indruk die uw cliënt probeert te wekken, hing de Poster met daarop het voetbalplaatje van uw cliënt temidden van een veelvoud van Posters met anders voetbalplaatjes. Sommige individueel afgebeeld en sommige als onderdeel van een veel groter geheel (en derhalve op één Poster). Dat enkel het individuele portret van uw cliënt zou zijn gebruikt, wordt dan ook nadrukkelijk door ons betwist.

Er is geen verschil met de wijze waarop EMM spelersportretten heeft ingezet bij de Voetbalplaatjes Actie zelf en de wijze waarop zij spelersportretten heeft gebruikt bij de promotie van diezelfde Voetbalplaatjes Actie: in beide gevallen is er sprake van een "evenredig en gelijkmatig gebruik", althans is het gebruik van de spelersportretten volledig in lijn met de ratio achter artikel 22 CAO voor Contractspelers. De perceptie van de consument speelt daarin een grote rol: ondanks het feit dat zij bij de kassa "slechts" vier voetbalplaatjes kreeg, was evident dat dit onderdeel was van een spaaractie waarbij in totaal 198 voetbalplaatjes konden worden gespaard. Voor de door uw cliënt ter discussie gestelde wijze van promotie was dit niet anders: het was voor elke bezoeker van de Albert Heijn volstrekt duidelijk dat de Voetvalplaatjes Actie niet enkel draaide om of bestond uit de op de Posters afgebeelde spelers - laat staan enkel uw dient - en dat de getoonde Posters slechts een impressie poogden te geven van het totaal van 198 spelers(kaarten) dat viel te sparen.

De vraag rijst dan ook hoe uw cliënt een en ander dan voor zich had gezien? Had EMM in elke Albert Heijn vestiging 198 verschillende voetbalkaartjes op moeten hangen? Of stelt uw cliënt zich op het standpunt dat EMM uberhaupt geen voetbalplaatjes had mogen gebruiken voor de promotie van de Voetbalplaatsjes Actie? Het moge duidelijk zijn dat beide niet de bedoeling van artikel 22 CAO voor Contractspelers kan zijn geweest.

Gezien bovenstaande is EMM van mening dat zij volledig in lijn heeft gehandeld met artikel 22 van de CAO voor Contractspelers en derhalve geen inbreuk maakt op het portretrecht van uw cliënt. Bovenal valt niet in te zien waarom uw cliënt heeft ingestemd met het het gebruik van zijn portret als onderdeel van een Voetbalplaatjes Actie, maar tegelijkertijd bezwaar maakt - en geld denkt te kunnen ontvangen - voor het gebruik van exact datzelfde portret ter promotie van diezelfde Voetbalplaatjes Actie. Een analoge toepassing van het Dior/Evora-arrest dringt zich hier op.

(…)

3 De vordering

4 Het verweer

5 De beoordeling

6 De beslissing