Home

Rechtbank Noord-Holland, 08-10-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:8631, 8681624 VV EXPL 20-124

Rechtbank Noord-Holland, 08-10-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:8631, 8681624 VV EXPL 20-124

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
8 oktober 2020
Datum publicatie
29 oktober 2020
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2020:8631
Zaaknummer
8681624 VV EXPL 20-124

Inhoudsindicatie

Kort geding. Doorvliegen na pensioen. Zijn de vliegers reeds een doorvliegovereenkomst met werkgever overeengekomen? Wegens het ontbreken van schriftelijke arbeidsovereenkomst (systeem cao) en de tenzij-clausule zijn slechts voorbereidingshandelingen getroffen voor aangaan van een arbeidsovereenkomst.

Uitspraak

Handel, Kanton en Insolventie

locatie Haarlem

Zaaknr./rolnr.: 8681624 VV EXPL 20-124

Uitspraakdatum: 8 oktober 2020

Vonnis van de kantonrechter in kort geding in de zaak van:

1 [eiser sub 1]wonende te [woonplaats]2. [eiser sub 2]wonende te [woonplaats]3. [eiser sub 3]wonende te [woonplaats]4. [eiser sub 4]wonende te [woonplaats]5. [eiser sub 5]wonende te [woonplaats]6. [eiser sub 6]wonende te [woonplaats] eisers, hierna gezamenlijk te noemen: de Vliegers

gemachtigde: mr. A. Hiebendaal

tegen

de commanditaire vennootschap
Transavia Airlines C.V.
statutair gevestigd en kantoorhoudende te Schiphol
gedaagde

verder te noemen: Transavia

gemachtigde: mrs. R.C.M. Andriessen en A.S. Boonstra

1 Het procesverloop

1.1.

De Vliegers hebben Transavia op 7 augustus 2020 gedagvaard.

1.2.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 24 september 2020. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van hetgeen partijen ter toelichting van hun standpunten, mede aan de hand van pleitaantekeningen, naar voren hebben gebracht. Voorafgaand aan de zitting heeft Transavia bij brief van 22 september 2020 nog stukken in het geding gebracht. De Vliegers hebben eveneens bij brief van 22 september 2020 producties toegezonden.

2 De feiten

2.1.

Transavia is een luchtvaartmaatschappij met circa 2.600 werknemers, waarvan 660 vliegers.

2.2.

De Vliegers zijn laatstelijk in de functie van gezagvoerder bij Transavia in dienst geweest op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.

2.3.

De arbeidsvoorwaarden van de Vliegers zijn ondermeer in de Collectieve arbeidsovereenkomst Transavia Vliegers (hierna: de cao) opgenomen.

2.4.

Artikel 5 van de cao luidt, voor zover van belang, als volgt:
‘Hoofstuk 5 – De dienstbetrekking
Artikel 5.1 – De individuele arbeidsovereenkomst
Het aangaan of verlengen van een dienstbetrekking tussen werkgever en werknemer wordt vastgelegd in een individuele arbeidsovereenkomst op de wijze als vermeld in Bijlage 1.
Artikel 5.2. – Aanvang, duur en einde van de dienstbetrekking
(…)
4) De dienstbetrekking neemt een einde op de in de wet geregelde of uit de wet voortvloeiende wijzen van beëindiging en tevens – zonder dat daartoe opzegging is vereist -:

a) op de datum welke in de pensioenregeling voor de betreffende categorie werknemers als verplichte pensioendatum is vastgesteld, tenzij, onder bepaalde voorwaarden, tussen werkgever en de werknemersorganisatie een andere datum is overeengekomen.
(…)’

Artikel 5.6 – Contract voor bepaalde tijd voor een gepensioneerde werknemer
Vliegers hebben het recht om met ingang van 1 juli 2015 aansluitend aan pensionering een contract voor bepaalde tijd aan te gaan met Transavia. Transavia zal dit faciliteren tenzij dit vanwege zwaarwegende redenen in redelijkheid niet van Transavia kan worden verlangd. Het dienstverband wordt aangegaan op basis van een bepaalde tijdcontract van maximaal 2 jaar (tot de leeftijd van 60 jaar), waarbij gemiddeld 50% productie zal worden geleverd tegen € 100.000,= bruto (inclusief 8% vakantiegeld en andere emolumenten) voor gezagvoerders, per jaar geïndexeerd volgens de inflatie compenserende maatregelen voortvloeiend uit de Transavia cao-vliegers, alsmede voor First Officers tegen € 60.000,= bruto (inclusief 8% vakantiegeld en andere emolumenten), per jaar geïndexeerd volgens de inflatie compenserende maatregelen voortvloeiend uit de Transavia cao-vliegers. Hierbij zal geen pensioenpremie worden betaald en hierbij zal op basis van maatwerk, welke in overleg zal plaatsvinden, de vlieger (meer in de productiepiek en (minder) in de dalperiode worden ingezet (met als richtlijn een minimum van 37,5%).

Vliegers die gebruik willen maken van deze mogelijkheid zullen dit minimaal 1 jaar voor pensionering aan Transavia kenbaar maken.

De cao blijft van toepassing op de vlieger zoals bedoeld in dit artikel, doch in ieder geval met uitzondering van: cao bijlagen 2, 11, 13, 18 en 25.

Behoud van senioriteit geldt niet voor vakantie/verlof aanvraag door de vlieger. Tevens geldt dat in geval van overtolligheid eerst reductie van arbeidsplaatsen plaatsvindt bij deze groep doorwerk vliegers op basis van omgekeerde volgorde van de reguliere senioriteitslijst.’

2.5.

Op grond van artikel 1 sub r van het pensioenreglement van Transavia is de pensioenleeftijd voor vliegers 58 jaar.

2.6.

De Vliegers hebben de pensioenleeftijd van 58 jaar op de volgende datum bereikt:

Naam vlieger:

Pensioenleeftijd bereikt op:

[eiser sub 1]

[pensioendatum]

[eiser sub 2]

[pensioendatum]

[eiser sub 4]

[pensioendatum]

[eiser sub 3]

[pensioendatum]

[eiser sub 5]

[pensioendatum]

[eiser sub 6]

[pensioendatum]

2.7.

Bij e-mail van 6 juli 2018 heeft [functionaris 1] , Senior Flight Operations Support Officer bij Transavia, aan de Vliegers het volgende geschreven:

Onderwerp: Gaat u door Doorvliegen

Goedemorgen Collega,

Hoewel het nog toekomst is, leek het mij aardig u te informeren dat u dit vast kunt melden. Dit ondanks het feit dat u feitelijk dit pas minimaal een jaar van te voren kunt doen.
Mocht u er uit zijn en in goed overleg met het thuis front dan kunt u uw aanvraag sturen aan het FOS [e-mailadres] .
Zet u erbij of u het in week of gewoon het in blokken wilt.’

2.8.

De Vliegers, met uitzondering van [eiser sub 6] en [eiser sub 4] , hebben hierop per e-mail geantwoord dat zij door willen vliegen en van deze regeling gebruik willen maken.

2.9.

Bij e-mail van 1 februari 2019 heeft [functionaris 1] aan [eiser sub 6] ondermeer het volgende geschreven: ‘Wij hebben samen met LTP de doorvlieg lijst doorgenomen.
Gebleken is dat u geen gebruik wilt maken van de optie om door te vliegen na uw pensioen.’

2.10.

Dezelfde dag heeft [eiser sub 6] geantwoord dat bovenstaande bevinding onjuist is en derhalve om een gesprek verzocht over de doorvliegregeling.

2.11.

Op 26 november 2018 heeft [eiser sub 4] het doorvliegformulier in het Sharepointsysteem, dit is het HR-systeem van Transavia, doorgevoerd en daarmee een aanvraag voor het doorvliegen ingediend.

2.12.

De Vliegers hebben als productie een foto van het Sharepointsysteem overgelegd waarop te zien is dat de ‘aanvraag’ voor het doorvliegen omgezet is in ‘afgehandeld’.

2.13.

Binnen Transavia wordt jaarlijks op 1 juli de senioriteitslijst bekend gemaakt. Deze lijst geeft een overzicht van vliegers die op korte termijn met pensioen zullen gaan en hierop wordt ook de ‘nieuwe pensioendatum’ van vliegers weergegeven die na hun 58e jaar nog zullen doorvliegen. De senioriteitslijst wordt door Transavia in overeenstemming met de vakbond VNV opgesteld.

2.14.

De Vliegers hebben als productie de senioriteitslijst van 2019 en 2020 overgelegd, waaruit volgt dat de pensioendatum van de Vliegers met twee jaar is opgeschoven naar de eerste van de maand waarin zij de 60e jarige leeftijd zullen bereiken.

2.15.

Bij e-mail van 19 juli 2019 heeft [planner] , planner van de afdeling Manpower Planning Cockpit bij Transavia, ondermeer het volgende aan de Vliegers geschreven:
‘In september zal de afdeling Manpowerplanning Cockpit de deeltijdweken voor de periode 27 april 2020 t/m 25 april 2021 bepalen voor de vliegers die gedurende die periode gebruik maken van de doorvliegregeling 58+.

Voor de vliegers die slechts een gedeelte van de periode in de 58+ doorvliegregeling vallen zal naar rato het aantal weken ingedeeld worden, zodanig dat gedurende de 2 jaar dat er doorgevlogen wordt totaal 52 weken werken en 52 weken vrij wordt ingedeeld.

De voorkeuren kunnen opgegeven worden door onderstaande gegevens in te vullen.’

2.16.

Vervolgens heeft Transavia bij e-mail van 27 september 2019 het definitieve deeltijdrooster van mei 2020 tot en met april 2021 aan de Vliegers bekend gemaakt.

2.17.

Op 22 april 2020 heeft Transavia de Vliegers uitgenodigd om op 24 april 2020 deel te nemen aan een online vergadering.

2.18.

Tijdens deze online vergadering op 24 april 2020 heeft Transavia de Vliegers medegedeeld dat zij bij het bereiken van de 58-jarige leeftijd met pensioen zullen gaan en dat Transavia met hen geen arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is aangegaan dan wel zal aangaan wegens de uitbraak van Covid-19 en de hieruit voortvloeiende financiële gevolgen voor Transavia.

2.19.

De Vliegers hebben bij brieven van 29 mei en 11 juni 2020 aan Transavia kenbaar gemaakt dat zij het standpunt van Transavia niet delen dat met hen niet reeds een arbeidsovereenkomst is overeengekomen.

2.20.

Bij brief van 16 juni 2020 heeft Transavia op bovengenoemde brieven gereageerd en schrijft zij hierin ondermeer als volgt:
‘De coronacrisis heeft ons in een zeer rap tempo overvallen. De omvang is groot, maar nog steeds is niet bekend hoe groot. De luchtvaart is, zoals u en uw cliënten weten, buitengewoon zwaar getroffen. Het besluit om de productie geheel stil te leggen is een buitengewoon triest besluit geweest. Dit zijn zeer ongewone en instabiele, onzekere tijden.

Deze situatie heeft Transavia er toe gebracht diverse besluiten te moeten nemen die ons zeer zwaar zijn gevallen. Een van de besluiten is een beroep te doen op de uitzonderingssituatie zoals genoemd in artikel 5.6 van de cao. De (gevolgen van) de crisis zijn zwaarwegende redenen waardoor van Transavia in redelijkheid niet kan worden verlangd dat zij nu het aangaan van een contract voor bepaalde tijd aan een gepensioneerde werknemer faciliteert.

U geeft aan dat er sprake is van een onherroepelijk aanbod in de cao. Dit is echter niet aan de orde. Zoals het artikel aangeeft is het een faciliteit waarvan in beginsel gebruik kan worden gemaakt. In beginsel kan een vlieger, aansluitend aan zijn pensionering, een nieuw contract met Transavia sluiten, tenzij. Het is, gelet op de tekst en het systeem van de cao (zie ook de laatste alinea van het betreffende artikel) evident dat die tenzij moet worden beoordeeld naar het moment van pensionering.

Dat nog geen overeenkomsten zijn gesloten volgt evenzeer uit het feit dat over één van de essentialia daarvan, namelijk de duur (de cao zegt maximaal 2 jaar) nog helemaal niet is gesproken, laat staan dat daarover overeenstemming is bereikt. Bovendien bepaalt de cao dat een arbeidsovereenkomst schriftelijk wordt aangegaan, conform een bij cao afgesproken model, en ook daarvan is bij uw cliënten nog geen sprake. Het aangaan en opstellen van zo’n doorvliegcontract vindt plaats bij het pensioneren, maar in dit geval kan dit van Transavia duidelijk niet worden verlangd.

De termijn van 1 jaar, waarnaar u verwijst, is het moment waarop de vlieger die na pensionering gebruik zou willen gaan maken van de faciliteit dit moet aangeven. De cao gebruikt hier bewust geen verbintenisrechtelijk termen en deze melding heeft enkel een praktisch achtergrond. Immers, als Transavia in haar voorlopige planning geen rekening zou houden met het aanblijven van de betreffende vliegers, dan zou de mogelijkheid van doorwerken überhaupt niet kunnen worden geboden. Die planningen zijn intussen – zo is u bekend – de prullenbak in en de suggestie dat dit op korte termijn allemaal wel voorbij zal zijn is ongefundeerd.’

2.21.

Transavia heeft hierna aan de Vliegers schriftelijk bevestigd dat hun arbeidsovereenkomst per datum pensioenleeftijd is geëindigd.

2.22.

Op 29 juni 2020 heeft tussen [functionaris 2] , Hoofd Vliegdienst bij Transavia, en de Vliegers een gesprek plaatsgevonden. Partijen zijn niet tot overeenstemming gekomen.

3 De vordering

4 Het verweer

5 De beoordeling

6 De beslissing