Home

Rechtbank Noord-Holland, 04-11-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:8777, 8432244

Rechtbank Noord-Holland, 04-11-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:8777, 8432244

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
4 november 2020
Datum publicatie
6 november 2020
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2020:8777
Zaaknummer
8432244

Inhoudsindicatie

Werknemers van Vomar mogen na sluitingstijd filiaal alleen gezamenlijk verlaten. Tijd na sluitingstijd wordt aangemerkt als arbeid. Ook met beschikbaar houden voor werkgever wordt invulling gegeven aan begrip arbeid.

Uitspraak

Handel, Kanton en Bewind

locatie Alkmaar

Zaaknr./rolnr.: 8432244 \ CV EXPL 20-1390

Uitspraakdatum: 4 november 2020

Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:

[eiser]

wonende te [woonplaats]

eiser

verder te noemen: [eiser]

gemachtigde: mr. M.H. Horst

[toevoeging verleend onder nummer 4NT4495]

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Vomar Voordeelmarkt B.V.

gevestigd te Alkmaar

gedaagde

verder te noemen: Vomar

gemachtigde: mr. H.J. Ulehake-Mink

1 Het procesverloop

1.1.

[eiser] heeft bij dagvaarding van 19 maart 2020 een vordering tegen Vomar ingesteld. Vomar heeft schriftelijk geantwoord.

1.2.

[eiser] heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna Vomar een schriftelijke reactie heeft gegeven. Op de daarbij overgelegde producties heeft [eiser] , die daartoe in de gelegenheid is gesteld, bij akte gereageerd.

2 De feiten

2.1.

[eiser] is bij Vomar op 4 juli 2011 in dienst getreden in de functie van hulpkracht.

2.2.

Op de arbeidsovereenkomst is de CAO VGL (CAO Grootwinkelbedrijf levensmiddelen) van toepassing.

2.3.

Op 22 juni 2015 heeft Vomar aan haar werknemers een bericht gestuurd over de invoering van de personeelsgids en het personeelshandboek. Dit bericht luidt voor zover van belang, als volgt:
“Vanaf vandaag introduceren we een Personeelsgids- en handboek voor onze filialen. Hierin hebben we alle regelingen, huisregels en procedures op een rij gezet. Je kunt alle informatie voortaan dus op één plek vinden. De Personeelsgids is een korte samenvatting van het Personeelshandboek en vind je, net als het Personeelshandboek, onder ‘mijn gegevens’ op het Vomar Medewerkersportaal (dit is de naam van ons ESS portaal waar je ook je loonstrook vindt).
(…)
De afspraken in het nieuwe personeelshandboek maken per 1 juli 2015 onlosmakelijk deel uit van alle arbeidsovereenkomsten binnen Vomar Voordeelmarkt. Eerder gecommuniceerd beleid komt hiermee te vervallen. Lees het Personeelshandboek dus goed door, zodat je op de hoogte bent van al onze regels en procedures!
(…)”

2.4.

Ook via het Vomar Magazine is herhaaldelijk over de introductie van het Personeelshandboek bericht. Daarnaast geldt bij Vomar het Arbo- en verzuimbeleid Filialen, waarop is gewezen in het Vomar Magazine over de perioden 11 en 12 van 2018.

2.5.

[eiser] is werkzaam voor het filiaal van Vomar in IJmuiden. Het filiaal is dagelijks geopend tot 22:00 uur.

2.6.

Artikel 4 lid 10 van de CAO, welke gold van 1 april 2017 tot 1 april 2019, luidt als volgt:
“Arbeidsduur
10. Alle werkelijke in opdracht van de werkgever gewerkte tijd, moet worden beloond in tijd of geld.”

2.7.

Artikel 9 lid 1 onder a van de CAO luidt als volgt:
“Van overwerk is sprake, indien de werknemer, na overleg tussen de werkgever en de werknemer, opdracht heeft gekregen langer te werken dan de normale arbeidsduur zoals omschreven in artikel 6 lid 2.”

2.8.

Artikel 9 lid 2 onder a van de CAO luidt als volgt:
“Onder overwerk wordt niet verstaan:
a. de arbeid verricht gedurende niet langer dan een kwartier per dag aansluitend aan de werktijd volgens rooster, wegens drukke werkzaamheden of voor het afmaken van een bepaalde taak; voor deze arbeid geldt geen toeslag, maar de gewerkte tijd wordt uitbetaald of in tijd gecompenseerd.”

2.9.

Artikelen 3.2, 3.4 en 3.6 van het personeelshandboek luiden respectievelijk als volgt:
“Voor medewerkers met een hulpkracht- of een variabel parttime contract worden meeruren uitbetaald. Dit zijn uren die je meer werkt dan is vastgelegd in je arbeidscontract. (…) Van overwerk is alleen sprake bij een duidelijke opdracht. Alleen dan wordt overwerk uitbetaald.”
“Je bent 5 minuten vóór aanvang van de werktijd aanwezig in werkkleding op de afdeling. Houd rekening met parkeertijd, omkleden, etc. (…) Aansluitend op de normale werktijd maak je de werkzaamheden waar je mee bezig bent af (maximaal een kwartier per dag). Dit is geen overwerk.”
“Je registreert zelf je begin- en eindtijd van je werkdag via de vingerprintscanner. Je meldt je aan als je gaat werken en de kantine verlaat en je meldt je af zodra je klaar bent met werken of pauze neemt. De werktijden worden automatisch in PMT geregistreerd. Wanneer je bent vergeten in- of uit te klokken, meldt dit dan zo snel mogelijk bij je leidinggevende.”

2.10.

Artikel 1.3 van bijlage 2 van het Arbo- en verzuimbeleid Filialen luidt als volgt:
“(…)
Als het filiaal wordt verlaten na sluitingstijd, gelden de volgende regels:
- Na sluiting verlaat niemand het filiaal, totdat alle werkzaamheden in het kassakantoor volledig zijn
afgerond en het kassakantoor is gesloten;
- Het verlaten van het filiaal gebeurt nooit alleen, maar in ploegen en die worden naar buiten gelaten
door de verantwoordelijke afsluiter;
(…)”

2.11.

Partijen hebben op 3 augustus 2018 overleg met elkaar gehad. De brief van 6 augustus 2018 luidt, voor zover van belang, als volgt:
“(…) Discussie omtrent het verplichte samen vertrekken vanuit het filiaal na sluitingstijd en hoe die tijd te registreren
Deze discussie laat zich als volgt samenvatten: de heer [naam] heeft als regel ingesteld dat collega’s die werken tot sluitingstijd het filiaal gezamenlijk verlaten, dit met het oog op veiligheid. In de praktijd betekent dit dat u geregeld op uw collega’s moet wachten alvorens naar huis te kunnen gaan. Dit wachten kan oplopen tot 15 minuten. U stelt zich op het standpunt dat u deze wachttijd betaald moet hebben omdat het wachten voortvloeit uit een regel die is ingesteld door uw filiaalmanager. De heer [naam] stelt zich op het standpunt dat het wachten geen werken is en dat dat derhalve niet betaald hoeft te worden.
Deze discussie heeft niet tot een oplossing geleid en we spraken af dat ik het formele standpunt van Vomar zou verwoorden in deze brief. Dit standpunt is:
De wachttijd hoeft niet betaald te worden op basis van Artikel 10 in de CAO.
Artikel 10 van de VGL stelt dat “Alle werkelijke in opdracht van de werkgever gewerkte tijd, moet worden beloond in tijd of geld.”
Desgevraagd gaf u expliciet aan dat u stond te wachten en dat u niet meer aan het werk was.
Bij wijze van uitzondering en vanuit het oogpunt van coulance stel ik voor u 5 gewerkte uren na te betalen bij wijze van compensatie. Dit is eenmalig en u kunt hier geen rechten aan ontlenen. Om de discussie te slechten zal ik de heer [naam] vragen uw werktijden zodanig te organiseren dat u niet gehouden bent aan het werken tot sluit. Dat zal uiteraard in goed overleg geschieden en zal wellicht enige tijd vergen. (…)”

3 De vordering

3.1.

[eiser] vordert dat de kantonrechter Vomar veroordeelt:
I. tot betaling van het achterstallig loon inclusief toeslagen ten bedrage van het netto
equivalent van € 620,15 bruto over de periode februari 2015 tot en met februari 2020;
II tot betaling van de vakantiebijslag van 8 % over het achterstallig loon van € 49,61 bruto;
III tot verstrekking van een schriftelijke en deugdelijke bruto/netto specificatie waarin de
onder sub I en II vermelde bedragen zijn verwerkt, op straffe van een dwangsom van €
100,00 per dag met een maximum van € 5.000,00;
IV tot betaling van de wettelijke verhoging van 50 % over alle gevorderde loonbedragen;
V tot betaling van de wettelijke rente over voornoemde bedragen vanaf de datum dat ieder
bedrag verschuldigd was;
VI tot betaling van de buitengerechtelijke kosten van € 150,70 exclusief BTW, vermeerderd
met de wettelijke rente daarover vanaf de dag van dagvaarding;
VII in de proceskosten.

3.2.

[eiser] legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat Vomar opdracht heeft gegeven te wachten met vertrek totdat iedere medewerker klaar is om de winkel gezamenlijk te verlaten. Daardoor verlaat [eiser] zijn werk structureel minimaal vijftien minuten na sluitingstijd, terwijl hij tot 22:00 uur krijgt uitbetaald. [eiser] heeft Vomar verzocht om uitbetaling van deze extra tijd. Dit heeft Vomar geweigerd, omdat het volgens haar geen werktijd is. [eiser] heeft de kwestie ook bij de Ondernemingsraad van Vomar en bij het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) aangekaart, maar dit heeft (tot op heden) nog niet geleid tot een oplossing. [eiser] heeft ondanks dat hij gedurende de tijd na het sluiten van het filiaal niet werkt, recht op loon. Op Vomar rust de bewijslast dat deze tijd in redelijkheid voor rekening van [eiser] moet komen.

3.3.

Bij repliek betwist [eiser] de toepasselijkheid van het personeelshandboek op de arbeidsovereenkomst en dat hij daarvan en van het Arbo- en verzuimbeleid Filialen kennis heeft genomen of had kunnen nemen. Verder stelt [eiser] dat de opdracht om gezamenlijk te vertrekken na sluitingstijd werd gegeven door de filiaalmanager. De grondslag van de opdracht van Vomar is een veiligheidsbelang. Niet valt volgens [eiser] in te zien waarom tegenover deze wachttijd geen vergoeding zou moeten staan. Aan een dergelijk beleid kan een werkgever geen rechten ontlenen een werknemer langer aanwezig te laten zijn, zonder dat daar een beloning tegenover staat. Dat zou indruisen tegen de CAO en dwingendrechtelijke regelgeving. Bovendien worden nog vaak werkzaamheden afgerond na 22:00 uur.

4 Het verweer

5 De beoordeling

6 De beslissing