Rechtbank Noord-Holland, 17-02-2021, ECLI:NL:RBNHO:2021:1340, 8900371 / AO VERZ 20-105
Rechtbank Noord-Holland, 17-02-2021, ECLI:NL:RBNHO:2021:1340, 8900371 / AO VERZ 20-105
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 17 februari 2021
- Datum publicatie
- 25 februari 2021
- ECLI
- ECLI:NL:RBNHO:2021:1340
- Zaaknummer
- 8900371 / AO VERZ 20-105
Inhoudsindicatie
arbeidsovereenkomst of overeenkomst van opdracht?
Uitspraak
Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 8900371 / AO VERZ 20-105 (SJ)
Uitspraakdatum: 17 februari 2021
Beschikking in de zaak van:
[verzoeker] ,
wonende te [woonplaats]
verzoekende partij
verder te noemen: [verzoeker]
gemachtigde: mr. C. Sesver
tegen
de besloten vennootschap KAO Business Services B.V.,
statutair gevestigd te Amersfoort
verwerende partij
verder te noemen: KAO
gemachtigde: mr. M. Benbrahim
Samenvatting van de zaak en de beschikking
Het gaat in deze zaak om de vraag of de rechtsverhouding tussen partijen als een arbeidsovereenkomst is te beschouwen. De kantonrechter is van oordeel dat dit niet het geval is. Verder is de kantonrechter van oordeel dat KAO, gelet op de overeengekomen opzegtermijn, de tussen partijen gesloten overeenkomst rechtsgeldig heeft opgezegd tegen 30 september 2020.
1 Het procesverloop
[verzoeker] heeft een verzoek gedaan primair om de opzegging te vernietigen, en subsidiair om toekenning van onder meer een transitievergoeding en een billijke vergoeding. Ook is een verzoek gedaan om een voorlopige voorziening te treffen. KAO heeft een verweerschrift ingediend.
Op 20 januari 2021 heeft een zitting plaatsgevonden. Partijen hebben daar hun standpunten toegelicht en vragen beantwoord. De griffier heeft daarvan aantekeningen gemaakt. [verzoeker] en KAO hebben ook pleitaantekeningen overgelegd.
Vóór de zitting heeft [verzoeker] bij brief van 14 januari 2021 nog stukken toegezonden. De stukken zijn ook aan KAO gemaild, maar KAO heeft deze stukken niet tijdig gezien en dus niet bestudeerd.
2 De feiten
KAO maakt deel uit van de internationale KAO Corporation. De van oorsprong Japanse onderneming legt zich hoofdzakelijk toe op de ontwikkeling en fabricage van producten op het gebied van persoonlijke verzorging. Wereldwijd zijn er 33.000 werknemers in dienst, van wie 160 werknemers in Nederland.
[verzoeker] is directeur/aandeelhouder van B3tter Consult B.V. (hierna: B3tter Consult). B3tter Consult is een organisatieadviesbureau.
[verzoeker] is tevens directeur/aandeelhouder van [XX] is directeur/aandeelhouder van Ignytive B.V. (hierna: Ignytive). Ignytive verricht onder meer dienstverlenende activiteiten op het gebied van informatietechnologie en verzorgt facturatie tegen een commissie.
Bij brief van 20 januari 2014 heeft bemiddelingsbureau Robert Walters B.V. aan [YY] ter attentie van [verzoeker] een opdrachtbevestiging gestuurd met betrekking tot de uitvoering van een interim-opdracht bij Guhl Ikebana Cosmetics B.V. (hierna: Guhl Ikebana) voor de duur van drie maanden tegen een vergoeding van € 17.200,- per maand exclusief reiskosten à € 0,28 per km en exclusief btw. [verzoeker] heeft op basis hiervan werkzaamheden verricht.
Op 31 augustus 2016 hebben Guhl Ikebana, als opdrachtgever, en B3tter Consult, als opdrachtnemer, een overeenkomst tot opdracht gesloten voor de periode van 1 september 2016 tot en met 31 december 2017 tegen een vergoeding van € 100,00 per uur exclusief btw. [verzoeker] heeft op basis hiervan werkzaamheden verricht.
[verzoeker] heeft vervolgens aansluitend werkzaamheden voor KAO verricht. Hiertoe hebben KAO en B3tter Consult (in 2018 en 2019)/Ignytive (in 2020) jaarlijks overeenkomsten gesloten. De overeenkomst van 3 januari 2018 ziet op de periode van 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018. De overeenkomst van 3 januari 2019 ziet op de periode van 1 januari 2019 tot en met 31 december 2019. De overeenkomst van 3 januari 2020 ziet op de periode van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2020.
In de overeenkomsten staat, steeds, dat partijen uitsluitend met elkaar wensen te contracteren op basis van een overeenkomst van opdracht en zij uitdrukkelijk niet beogen een arbeidsovereenkomst aan te gaan. Verder is in de overeenkomsten het een en ander opgenomen met betrekking tot het overeengekomen tarief – laatstelijk van € 155,45 per uur exclusief btw – en de facturering. Verder is daarin bepaald dat de opdrachtgever ermee akkoord is dat de opdrachtnemer ten behoeve van andere opdrachtgevers werkzaamheden verricht. Daarnaast is een tussentijdse opzegtermijn van vier weken opgenomen.
Bij brief van 24 augustus 2020 heeft [ZZ] (hierna: [ZZ] ) namens KAO aan [verzoeker] /Ignytive bevestigd dat de overeenkomst tot opdracht op 30 september 2020 eindigt.
Bij brief van 1 oktober 2020 heeft de gemachtigde van [verzoeker] aan KAO onder meer geschreven dat [verzoeker] het niet eens is met de opzegging van de overeenkomst.
3 Het verzoek
[verzoeker] verzoekt de kantonrechter, zakelijk weergegeven:
- bij wijze van voorlopige voorziening voor de duur van het geding KAO te veroordelen tot betaling van het salaris van € 26.943,- bruto per maand met toelating van [verzoeker] tot het verrichten van zijn werkzaamheden, op straffe van een dwangsom; en
primair:
- de opzegging van de arbeidsovereenkomst van 30 september 2020 te vernietigen;
- KAO te verplichten om [verzoeker] toe te laten tot de overeengekomen werkzaamheden, op straffe van een dwangsom;
- KAO te veroordelen tot doorbetaling van het salaris van € 26.943 bruto per maand, te vermeerderen met de wettelijke verhoging als bedoeld in artikel 7:625 BW;
- voor recht te verklaren dat [verzoeker] aanspraak heeft op wettelijke vakantiedagen vanaf 30 september 2020.
[verzoeker] heeft subsidiair een verzoek gedaan om KAO te veroordelen tot betaling van een vergoeding wegens onregelmatige opzegging van € 53.886,- bruto, een transitievergoeding van € 67.113,63 en een billijke vergoeding van € 404.145,- bruto.
[verzoeker] legt aan zijn verzoek – kort weergegeven – ten grondslag dat tussen partijen een arbeidsovereenkomst bestaat. [verzoeker] heeft vanaf 2014 voor 40 uur per week werkzaamheden verricht voor KAO. Hij was ingebed in de organisatie en onderdeel van een team. Er was sprake van een gezagsverhouding. [verzoeker] had een vast loon en werd tijdens ziekte en vakantie doorbetaald. [verzoeker] woonde jaarlijks leiderschapsbijeenkomsten bij en de personeelsfeesten. De werkzaamheden van [verzoeker] vallen onder de gebruikelijke werkzaamheden binnen de bedrijfsvoering van KAO. [verzoeker] had geen andere beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten. [verzoeker] zou meewerken aan een nieuw project en daarmee zeker tot december 2021 bezig zijn. KAO kon de overeenkomst niet op deze wijze beëindigen. Er is sprake van ernstige verwijtbaarheid aan de zijde van KAO, omdat zij in strijd met artikel 7:671 BW heeft opgezegd. Dit rechtvaardigt een billijke vergoeding.