Rechtbank Noord-Holland, 21-09-2021, ECLI:NL:RBNHO:2021:8121, 9273993
Rechtbank Noord-Holland, 21-09-2021, ECLI:NL:RBNHO:2021:8121, 9273993
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 21 september 2021
- Datum publicatie
- 6 oktober 2021
- ECLI
- ECLI:NL:RBNHO:2021:8121
- Zaaknummer
- 9273993
Inhoudsindicatie
9273993: Arbeidszaak. Deze zaak gaat over een verzoek van een werkgever om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met een werknemer. De kantonrechter oordeelt dat de arbeidsovereenkomst moet worden ontbonden vanwege een verstoorde arbeidsverhouding. Daarbij neemt de kantonrechter in aanmerking dat de werknemer zich heeft verzet tegen de door de werkgever opgelegde verplichting om een mondkapje te dragen en dat daarover conflicten zijn ontstaan die ertoe hebben geleid dat de arbeidsverhouding duurzaam en onherstelbaar is verstoord.
Uitspraak
Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./repnr.: 9273993 AO VERZ 21-50
Uitspraakdatum: 21 september 2021
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap FamilySupporters Noordkop B.V.
gevestigd te Den Helder
verzoekende partij
verder te noemen: FamilySupporters
gemachtigde: mr. M. Schlimbach
tegen
[verweerster] ,
wonende te [woonplaats]
verwerende partij
verder te noemen: [verweerster]
gemachtigde: A.A. Lieman-Bambach
Samenvatting van de zaak en de uitspraak
Deze zaak gaat over een verzoek van een werkgever om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met een werknemer. De kantonrechter oordeelt dat de arbeidsovereenkomst moet worden ontbonden vanwege een verstoorde arbeidsverhouding. Daarbij neemt de kantonrechter in aanmerking dat de werknemer zich heeft verzet tegen de door de werkgever opgelegde verplichting om een mondkapje te dragen en dat daarover conflicten zijn ontstaan die ertoe hebben geleid dat de arbeidsverhouding duurzaam en onherstelbaar is verstoord.
1 Het procesverloop
FamilySupporters heeft een verzoek gedaan om de arbeidsovereenkomst tussen partijen te ontbinden. [verweerster] heeft een verweerschrift en een tegenverzoek ingediend.
Op 10 augustus 2021 heeft een zitting plaatsgevonden. Partijen hebben daar hun standpunten toegelicht en vragen beantwoord. De griffier heeft daarvan aantekeningen gemaakt. FamilySupporters en [verweerster] hebben ook pleitaantekeningen overgelegd. Vóór de zitting hebben [verweerster] en FamilySupporters bij faxbericht van 5 en 6 augustus 2021 nog stukken toegezonden.
2 De feiten
[verweerster] , geboren [geboortedatum] , is sinds 15 november 2019 in dienst bij FamilySupporters. De functie van [verweerster] is Officemanager met een salaris van € 3.040,00 bruto per maand (exclusief vakantietoeslag).
De directeur van FamilySupporters ( [xxx] , hierna: de directeur) is de zwager van [verweerster] .
In een e-mail van 29 september 2020, gericht aan alle medewerkers van FamilySupporters, heeft de bestuurder van FamilySupporters onder andere meegedeeld dat vanwege de coronacrisis in de verschillende vestigingen het dragen van een mondkapje verplicht wordt, bij binnenkomst, in de gangen en de trappen. Ook is meegedeeld dat vanaf 30 september 2020 op alle vestigingen mondkapjes beschikbaar zijn.
De directeur van FamilySupporters heeft in een e-mail van 30 september 2020, gericht aan de medewerkers van FamilySupporters van de vestigingen in Alkmaar en Den Helder, laten weten dat het dragen van een mondkapje in die vestigingen verplicht is, behalve “als je zit”.
Per 1 december 2020 is door de landelijke overheid de verplichting ingevoerd om in alle publieke binnenruimten een mondkapje te dragen. FamilySupporters heeft daaraan aandacht besteed in haar communicatie met haar medewerkers.
Op 3 december 2020 constateerde de directeur dat [verweerster] op haar werk verscheen en in de hal, keuken en het kantoor van de vestiging van FamilySupporters in Den Helder liep, zonder een mondkapje te dragen. De directeur heeft [verweerster] daarop aangesproken en haar gevraagd om een mondkapje te dragen. [verweerster] heeft dat geweigerd en heeft onder andere gezegd dat zij om gezondheidsredenen geen mondkapje kan dragen. De directeur heeft [verweerster] daarop verzocht om daarover een medische verklaring van haar huisarts te vragen. In een verslag van het gesprek op 3 december 2020 heeft de directeur opgemerkt dat [verweerster] zeer boos reageerde en zeer geagiteerd was, en dat hij haar houding erg vervelend en onaanvaardbaar vond.
Begin december 2020 heeft [verweerster] een ook voor derden zichtbaar bericht op Facebook geplaatst, waarin zij onder andere schrijft: “Ik vergeet het nooit.. 04-12-2020 de dag dat ik GEDWONGEN werd mijn gezicht te bedekken, tegen mijn wil (&grondrecht!), door notabene een man”.
Op 9 december 2020 heeft een collega [verweerster] aangesproken op het niet dragen van een mondkapje in de vestiging van FamilySupporters in Den Helder. Daarover is vervolgens een conflict ontstaan met die collega.
In een e-mail van 10 december 2020 heeft de directeur van FamilySupporters verwezen naar een gesprek met [verweerster] op 9 december 2020 over het conflict met eerdergenoemde collega en [verweerster] erop gewezen dat haar houding en uitlatingen aanvallend en beledigend zijn. Ook is vermeld dat [verweerster] weigert om een medische verklaring te overleggen.
[verweerster] heeft zich in een e-mail van 11 december 2020 tot de bestuurder van FamilySupporters gewend en heeft onder meer vermeld dat zij geen mondkapje kan dragen en dat zij zich geïntimideerd en gediscrimineerd voelt door de directeur en eerdergenoemde collega.
Op 14 december 2020 heeft [verweerster] zich ziekgemeld. De bedrijfsarts heeft in een verslag van 16 december 2020 vermeld dat een werk gerelateerde situatie in de weg staat aan werkhervatting en dat wordt geadviseerd om met een onafhankelijke derde een gesprek aan te gaan. [verweerster] heeft zich op 21 december 2020 beter gemeld. Vanaf dat moment heeft zij uitsluitend thuisgewerkt.
In een e-mail van [verweerster] van 25 januari 2021 aan haar collega’s meldt zij onder meer: “Ik ben vanuit huis gewoon aan het werk. Er is met mij niets aan de hand, ik ben ook niet ziek. (...) De reden dat ik thuiswerk is omdat ik vanwege een medische reden geen mondkapje kan dragen. Helaas is dit verplicht gesteld door FamilySupporters. (...)”
Tussen januari en juni 2021 hebben partijen via mediation geprobeerd om hun geschil op te lossen. Dat is niet gelukt.
3 Het verzoek, het verweer en het tegenverzoek
FamilySupporters verzoekt de arbeidsovereenkomst met [verweerster] te ontbinden vanwege zodanig verwijtbaar handelen van [verweerster] dat van FamilySupporters redelijkerwijs niet gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Als ontbinding op die grond niet wordt toegewezen, wordt verzocht om ontbinding wegens een verstoorde arbeidsverhouding. FamilySupporters heeft aan haar verzoek ten grondslag gelegd – kort gezegd – dat zij haar werknemers, waaronder [verweerster] , op grond van het instructierecht heeft verzocht om op de werkplek een mondkapje te dragen, maar dat [verweerster] deze instructie niet heeft opgevolgd en zich daartegen op een onaanvaardbare wijze is blijven verzetten.
[verweerster] verweert zich tegen het verzoek en stelt dat de verzochte ontbinding moet worden afgewezen. Daartoe is – samengevat – aangevoerd dat [verweerster] vanwege medische redenen geen mondkapje kan dragen, dat zij daarop bij herhaling heeft gewezen en dat [verweerster] nooit eerder is aangesproken op het niet opvolgen van instructies. Volgens [verweerster] is er ook geen sprake van een duurzaam en onherstelbaar verstoorde arbeidsverhouding. Voor het geval de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden, verzoekt [verweerster] om toekenning van een billijke vergoeding van € 15.000,00. Verder wordt bij wijze van tegenverzoek verzocht om FamilySupporters te veroordelen tot betaling van een transitievergoeding.