Rechtbank Noord-Holland, 20-10-2021, ECLI:NL:RBNHO:2021:9290, 9299650 \ CV EXPL 21-3248
Rechtbank Noord-Holland, 20-10-2021, ECLI:NL:RBNHO:2021:9290, 9299650 \ CV EXPL 21-3248
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 20 oktober 2021
- Datum publicatie
- 27 oktober 2021
- ECLI
- ECLI:NL:RBNHO:2021:9290
- Zaaknummer
- 9299650 \ CV EXPL 21-3248
Inhoudsindicatie
Beslissing op grond van art. 96 Rv over de inhoud van geldende arbeidsvoorwaarden (arbeidsomvang en maximering aantal arbeidsuren op school) en over de vraag of wijziging daarvan is toegestaan.
Uitspraak
Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 9299650 \ CV VERZ 21-3248 BL
Uitspraakdatum: 20 oktober 2021
Beschikking van de kantonrechter na een verzoek op grond van artikel 96 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) in de zaak van:
de stichting Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Noordoost -Veluwe
gevestigd te Epe
verder te noemen: RSG
gemachtigde: mr. V. Kellenaar
en
[werknemer]
wonende te [woonplaats]
verder te noemen: [werknemer]
gemachtigde: mr. M.H. Godthelp
1 Het procesverloop
Partijen hebben zich gezamenlijk gewend tot de kantonrechter met een verzoek om op grond van artikel 96 Rv een beslissing te geven.
Op 22 september 2021 heeft een zitting plaatsgevonden. Partijen hebben daar hun standpunten toegelicht en vragen beantwoord. De griffier heeft daarvan aantekeningen gemaakt. RSG en [werknemer] hebben ook pleitaantekeningen overgelegd. Vóór de zitting heeft RSG bij brief van 17 september 2021 en bij e-mail van 21 september 2021 nog stukken toegezonden.
2 De feiten
[werknemer] , geboren [geboortedatum] , is sinds 1 juni 2008 in dienst bij RSG.
In een brief van 24 april 2008 heeft RSG de mondeling gemaakte afspraken aan [werknemer] bevestigd. RSG schrijft daarin dat [werknemer] in dienst treedt voor 0,4289 fte, deze deeltijdfactor per 1 september 2008 wordt omgezet naar 0,8578, dat zijn taak zal bestaan uit de voorbereiding en uitvoering van de op te richten reboundklas, en dat de direct leidinggevende binnenkort contact zal opnemen om afspraken te maken aangaande inwerkperiode, werkzaamheden en werktijden. “Hierin wordt opgenomen dat de directe werkzaamheden verbonden aan de reboundklas worden gemaximeerd op 7 dagdelen per week”, aldus RSG.
In februari 2019 hebben partijen gesproken over de invulling van aanwezigheidsuren van [werknemer] . In een brief van 6 februari 2019 heeft RSG aan [werknemer] bevestigd: “Uw werktijdfactor bedraagt 0,8578 FTE en daarvan bent u 7 dagdelen oftewel 28 klokuren aanwezig in de school.” Daarbij schrijft RSG dat zij binnen dit construct een bepaalde mate van flexibiliteit en verantwoordelijkheid van [werknemer] verwacht, omdat een wezenlijk deel van zijn werkzaamheden zich meermaals en vaak onvoorzien afspeelt buiten reguliere werktijden.
[werknemer] werkt momenteel voor project ‘Pluspunt’. De functie van [werknemer] is ondersteuningscoördinator. De werkzaamheden van [werknemer] zijn in de loop der jaren inhoudelijk grotendeels gelijk gebleven.
[werknemer] heeft sinds september 2008 steeds 28 uren per week op school gewerkt.
In een brief van 18 mei 2021 heeft RSG aan [werknemer] meegedeeld:
“1. dat er, rekening houdend met een overgangstermijn, vanaf 31 mei 2021 een einde komt aan het minder werken dan de 34,3 uur per week die bij uw werktijdfactor horen en u vanaf 31 mei 2021 voor 34,3 uur met werkzaamheden kunt worden belast die passen binnen uw functie;
2. dat het maximale aantal uren per week dat u binnen uw dienstverband op school moet werken rekening houdend met een overgangstermijn en een stapsgewijze wijziging per 31 mei 2021 wordt verhoogd van 28 naar 32 zodat u vanaf dan voor 32 per week kunt worden belast met werkzaamheden op school;
3. dat het maximale aantal uren dat u binnen uw dienstverband op school moet werken rekening houdend met een overgangstermijn en een stapsgewijze invoering vanaf 1 augustus 2021 vervalt zodat u voor 34,3 uur per week met werkzaamheden op school kunt worden belast.”
3 Het verzoek
Op de zitting is besproken wat de kern is van de vragen die in deze procedure beantwoord moeten worden. Partijen zijn het ermee eens dat het gaat om de volgende vragen:
-
Is er een arbeidsvoorwaarde die inhoudt dat bij een deeltijdfactor van 0,8578, die in beginsel leidt tot een arbeidsomvang van 34,3 uur per week, niettemin in afwijking daarvan voor [werknemer] een arbeidsomvang geldt van 28 uur per week?
-
Als die vraag ontkennend moet worden beantwoord, en er dus een arbeidsomvang geldt van 34,3 uur per week, is er dan sprake van een arbeidsvoorwaarde die inhoudt dat [werknemer] hiervan maximaal 28 uur op school moet werken en de resterende uren elders mag werken?
-
Indien ofwel als arbeidsvoorwaarde geldt dat sprake is van een arbeidsomvang van 28 uur per week, of een arbeidsomvang van 34,3 per week waarvan [werknemer] maximaal 28 uur op school aanwezig hoeft te zijn, mag een van die arbeidsvoorwaarden dan gewijzigd worden?
-
Als die wijzigingen zijn toegestaan, is er dan een redelijke overgangstermijn in acht genomen?