Rechtbank Noord-Holland, 28-10-2021, ECLI:NL:RBNHO:2021:9524, 319277 kg/za 21-435
Rechtbank Noord-Holland, 28-10-2021, ECLI:NL:RBNHO:2021:9524, 319277 kg/za 21-435
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 28 oktober 2021
- Datum publicatie
- 28 oktober 2021
- ECLI
- ECLI:NL:RBNHO:2021:9524
- Zaaknummer
- 319277 kg/za 21-435
Inhoudsindicatie
Kort geding in verband met een geschil over de uitvoering van het arrest ECLI:NL:GHDHA:2021:1023. Voorzieningen gevraagd met betrekking tot de communicatie over het arrest, het door KLM gedane aanbod, de cao en een loonvordering. Voorzieningen afgewezen.
Uitspraak
Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 319277 kg/za 21-435
Uitspraakdatum: 28 oktober 2021
Vonnis van de voorzieningenrechter in de zaak van:
de rechtspersoonlijkheid bezittende stichting Stichting MAC Vliegers
gevestigd te Breda
eiseres
verder te noemen: SMV
gemachtigden: mr. R.M. Beltzer en mr. B.J. Maes
tegen
de rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging Vereniging Nederlandse Verkeersvliegers
gevestigd te Badhoevedorp
gedaagde
verder te noemen: VNV
gemachtigde: mr. J.W. Stam
en
de naamloze vennootschap Koninklijke Luchtvaart Maatschappij N.V.
gevestigd te Amstelveen
gedaagde
verder te noemen: KLM
gemachtigden: mr. J.M. van Slooten en mr. J. Boer
1 Het procesverloop
SMV heeft VNV en KLM op 19 augustus 2021 gedagvaard. KLM heeft schriftelijk gereageerd. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 9 september 2021. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten, mede aan de hand van pleitaantekeningen, naar voren hebben gebracht. Voorafgaand aan de zitting hebben SMV en VNV bij brieven van 26 augustus en 7 en 8 september 2021 nog stukken toegezonden.
Van 9 september 2021 tot 6 oktober 2021 hebben partijen op instigatie van de voorzieningenrechter overleg gevoerd of ze de geschilpunten die hen in deze procedure verdeeld houden via een 96-Rv procedure aan de kantonrechter wilden voorleggen. Bij e-mail van 6 oktober 2021 heeft SMV laten weten dat het overleg geen resultaat heeft opgeleverd en heeft SMV om royement van de procedure gevraagd. Omdat VNV en KLM vonnis hebben gevraagd is vonnis bepaald op vandaag.
2 De feiten
Bij arrest van 8 juni 2021 heeft het Gerechtshof Den Haag (hierna: het arrest en het hof), na terugverwijzing door de Hoge Raad op 29 november 2019, voor recht verklaard dat 116 (oud)vrachtvliegers van Martinair met ingang van 1 januari 2014 op grond van overgang van onderneming van rechtswege in dienst zijn van KLM. (Voorzieningenrechter: het hof gebruikt de term vrachtvliegers, daarom zal die term in deze uitspraak ook worden gebruikt). Het hof heeft geoordeeld dat alle per de datum van de overgang van onderneming uit de arbeidsovereenkomsten van de vrachtvliegers voortvloeiende verplichtingen zijn overgegaan op KLM. KLM is verder veroordeeld om de vrachtvliegers binnen twintig dagen na betekening van het arrest schriftelijk aan te bieden om binnen uiterlijk zes maanden na het aanbod tewerkgesteld te worden bij of ten behoeve van KLM met behoud van de laatstelijk bij Martinair vervulde functie en het bestaande functieniveau. Ten aanzien van het hiervoor bedoelde aanbod is KLM veroordeeld om daarin de in artikel 7:655 lid 1 sub a t/m m BW genoemde gegevens op te nemen. Ten slotte heeft het hof bepaald dat KLM aansprakelijk is voor de als gevolg van het (onrechtmatig) handelen van KLM ontstane schade, op te maken bij staat.
Bij hetzelfde arrest is VNV veroordeeld om de gevolgen van de toewijzing van de vorderingen jegens KLM te gehengen en te gedogen.
Het arrest is op 23 juni 2021 aan KLM en VNV betekend.
Op 2 juli 2021 is SMV opgericht. Het doel van de stichting is onder andere: ‘het behartigen van de belangen van 116 vliegers die arbeidsovereenkomsten hadden met Martinair en waarvan hun rechten en verplichtingen voortvloeiende uit die arbeidsovereenkomsten zijn overgegaan op KLM blijkens het arrest van 8 juni 2021’.
Bij brief van 8 juli 2021 aan VNV heeft KLM opgesomd welke verplichtingen volgens haar uit het arrest voortvloeien ten aanzien van de tewerkstelling en de toepasselijke arbeidsvoorwaarden. Ook heeft KLM VNV bericht dat zij met ingang van 1 januari 2014 zal toetreden tot de cao Martinair en dat artikel 1.15 van de Martinair-cao moet worden gewijzigd in de zin dat onder werknemer moet worden verstaan: de vlieger in dienst bij KLM of Martinair, tewerkgesteld bij Martinair Holland N.V. Bij brief van dezelfde datum heeft VNV KLM bericht dat zij het eens is met de inhoud van de brief van KLM. Afschrift van deze brieven is gestuurd naar Martinair.
Bij brief van 12 juli 2021 heeft KLM de vrachtvliegers die daarop aanspraak maakten (en niet bijvoorbeeld met pensioen zijn) tewerkstelling aangeboden met verwijzing naar het arrest van 8 juni 2021. In één van die brieven staat: ‘Dit aanbod houdt het volgende in: 1. U bent in dienst bij KLM […] 3. U zult tewerk worden gesteld met behoud van de laatstelijk bij Martinair door u vervulde functie, te weten Gezagvoerder MD-11 Fullfreighter, en het laatstelijk bestaande functieniveau […] 6. U wordt, op basis van de laatstelijk bij Martinair Holland N.V. door u vervulde functie, als vlieger (in dienst van KLM) ten behoeve van KLM tewerkgesteld bij Martinair Holland N.V., op de full freighter. Gelet daarop is op u de van tijd tot tijd geldende cao voor vliegers Martinair Holland N.V. van toepassing. […] 8. U zult deelnemen in de Martinair pensioenregeling.’
Bij brief van 13 juli 2021 heeft SMV KLM bericht dat de inhoud van de brief aan de vrachtvliegers niet (volledig) voldoet aan de verplichtingen die volgens SMV voor KLM voortvloeien uit het arrest. SMV heeft verzocht de brief aan te passen. Daarna hebben (de gemachtigden van) SMV en KLM uitvoerig gecorrespondeerd over de vraag of het aanbod van KLM wel of niet voldoet aan het arrest.
Bij Martinair gold van 1 januari 2012 tot 31 december 2013 de Martinair-cao. Vanaf 1 januari 2017 zijn steeds nieuwe (opvolgende) Martinair-cao’s tot stand gekomen.
In artikel 1.19 van de KLM-cao is het begrip ‘vlieger’ (op wie de KLM-cao van toepassing is) gedefinieerd: ‘De vlieger op vleugelvliegtuigen, als zodanig in dienst van de KLM en tewerkgesteld bij de KLM of KLM Cityhopper.’
3 De vordering en de grondslag
SMV vordert dat de voorzieningenrechter bij wijze van voorlopige voorziening:
I. a. VNV verbiedt zich op enigerlei wijze uit te laten over welk voorliggend aanbod van KLM aan de 116 dan ook;
b. VNV verbiedt deel te nemen aan het overleg tussen SMV en KLM over de uitvoering van het arrest;
c. VNV gebiedt binnen 2 dagen na dit vonnis over te gaan tot rectificatie van eerder gedane uitlatingen op dit terrein, zulks op dezelfde wijze als die eerder gedane uitlatingen zijn gedaan;
II. het besluit van VNV inzake aanpassing van de Martinair-cao vernietigt ex artikel 2:15 lid 1 BW en VNV
a. gebiedt de wijziging van de Martinair-cao ongedaan te maken, en VNV
b. verbiedt uitvoering te geven aan de gewijzigde Martinair-cao;
III. KLM veroordeelt om aan ieder van de 116 het verschuldigde salaris uit te betalen, primair over de periode vanaf 1 januari 2014, subsidiair over de periode vanaf 29 november 2019 en meer subsidiair vanaf 8 juni 2019, te vermeerderen met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente;
IV. KLM gebiedt
a. het aan ieder van de 116 gedane aanbod schriftelijk jegens ieder van hen in te trekken en in die gevallen waarin het betreffende aanbod reeds is aanvaard schriftelijk aan de betreffende personen te bevestigen dat KLM onverkort het arrest zal uitvoeren en toepassen;
b. aan ieder van de 116 een schriftelijk aanbod te doen dat voldoet aan het dictum van het arrest en de wet;
V. a. KLM gebiedt over de uitvoering van het arrest uitsluitend te communiceren met SMV en dus niet met de individuele personen die behoren tot de 116, noch met VNV;
b. KLM gebiedt een rectificatie te sturen aan al haar personeel voor zover het communicatie betreft die niet in lijn is met het arrest;
c. KLM verbiedt zich te gedragen als contractspartij bij de Martinair-cao;
d. KLM verbiedt de Martinair-cao toe te passen op de 116;
e. KLM gebiedt de pensioenregeling van KLM met ingang van 1 januari 2014 toe te passen op de 116;
Aan het gevorderde onder I, II, IV en V heeft SMV een dwangsom van € 25.000,- per dag verbonden. Ten slotte vordert SMV dat de voorzieningenrechter VNV en KLM veroordeelt tot betaling van de proceskosten.
SMV heeft in de dagvaarding een chronologisch overzicht gegeven van wat zich in haar beleving tussen partijen heeft afgespeeld en bij de dagvaarding een groot aantal producties overgelegd, waarbij zij lang niet bij iedere productie heeft aangegeven op welke passage(s) de voorzieningenrechter acht moet slaan. Aan het slot van de dagvaarding heeft SMV 14 voorzieningen geformuleerd van uiteenlopende aard. Zij heeft in de dagvaarding niet per voorziening de grondslag daarvan aangegeven. Omwille van de leesbaarheid zullen de voorzieningen naar onderwerp worden gegroepeerd en bij de beoordeling ook per onderwerp worden behandeld.
Voorzieningen met betrekking tot de communicatie
De vorderingen Ia, b, en c, Va en Vb zien op de communicatie tussen enerzijds SMV en VNV/KLM anderzijds. SMV legt aan deze voorzieningen ten grondslag dat VNV met KLM heeft samengespannen om de gevolgen van het arrest zoveel mogelijk te ontlopen. VNV heeft zich volgens SMV actief bemoeid met de uitvoering van het arrest en overlegd met KLM over het creëren van mogelijkheden om de gevolgen van het arrest zoveel mogelijk te ontgaan. Daarom mag VNV niet meer deelnemen aan het overleg tussen SMV en KLM en mag VNV zich ook niet meer uitlaten over enig aanbod van KLM aan de vrachtvliegers. Ook leggen VNV en KLM het arrest verkeerd uit. Zowel KLM als VNV moet daarom rectificaties sturen.
Voorzieningen met betrekking tot het aanbod van KLM
Aan voorzieningen IVa en b legt SMV ten grondslag dat de vrachtvliegers van rechtswege bij KLM in dienst zijn gekomen, zodat in het geheel geen aanbod met een aanvaardingstermijn aan hen gedaan had hoeven en mogen worden. Verder stelt SMV dat het aanbod dat KLM heeft gedaan niet in overeenstemming is met de wet, rechtspraak en het arrest. KLM heeft in de brieven ten onrechte opgenomen dat de Martinair-cao van toepassing is, terwijl dat de KLM-cao moet zijn. Hetzelfde geldt voor de pensioenregeling. Ook verwijst KLM in haar aanbod naar niet bestaande functies. Verder heeft KLM in de aanbiedingsbrieven ten onrechte opgenomen dat de vliegers ten behoeve van KLM tewerkgesteld zullen worden bij Martinair. KLM dwingt hiermee ten onrechte detachering af.
Voorzieningen met betrekking tot de wijziging van de Martinair-cao
3.5.Vordering II aanhef, IIa en Vc zien op de toetreding van KLM bij de Martinair-cao met terugwerkende kracht per 1 januari 2014 en de wijziging van de werkingssfeerbepaling van deze cao. VNV, KLM en Martinair (dat bestuurd wordt door KLM functionarissen) zijn ten onrechte met elkaar overeengekomen dat KLM met terugwerkende kracht alsnog partij wordt bij de Martinair-cao. Dat besluit is niet juist ondertekend en in strijd met de statuten van VNV genomen. Ook is het juridisch niet mogelijk om met terugwerkende kracht partij bij deze cao te worden. Daarbij hebben partijen met terugwerkende kracht de werkingssfeer bepaling aangepast. Ook dat kan niet en moet ongedaan gemaakt worden.
Loonvordering
Met voorziening III vraagt SMV loon. Volgens SMV staat vast dat de vrachtvliegers vanaf 1 januari 2014 een arbeidsovereenkomst met KLM hebben, zodat het uitgangspunt is dat zij recht hebben op loon (zij vorderen loon primair vanaf die datum, subsidiair en meer subsidiair vanaf de datum van het arrest van de Hoge Raad, respectievelijk de datum van het arrest van het hof). Het is aan KLM om aan te tonen dat het niet werken van de vrachtvliegers voor rekening van de vrachtvliegers moet komen.
Welke cao is van toepassing?
Aan voorzieningen IIb, Vd en Ve legt SMV ten grondslag dat op de arbeidsovereenkomsten van de vrachtvliegers niet de Martinair-cao maar de KLM-cao van toepassing is. Bij de beoordeling hieronder wordt besproken waarom SMV dat vindt.