Home

Rechtbank Noord-Holland, 09-11-2022, ECLI:NL:RBNHO:2022:10013, C/15/324954 / HA ZA 22-112

Rechtbank Noord-Holland, 09-11-2022, ECLI:NL:RBNHO:2022:10013, C/15/324954 / HA ZA 22-112

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
9 november 2022
Datum publicatie
15 november 2022
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2022:10013
Zaaknummer
C/15/324954 / HA ZA 22-112

Inhoudsindicatie

Gespoten herbiciden zijn gevaarlijke stoffen in de zin van artikel 6:175 lid 1 BW. Akkerbouwbedrijf is (risico)aansprakelijk voor de schade aan de gewassen op naastgelegen perceel.

Uitspraak

vonnis

Handel, Kanton en Insolventie

Zittingsplaats Haarlem

zaaknummer / rolnummer: C/15/324954 / HA ZA 22-112

Vonnis van 9 november 2022

in de zaak van

[eiser] ,

wonende te [plaats 1] ,

eiser,

advocaat mr. O. Asscher te Amsterdam,

tegen

1. de vennootschap onder firma

[gedaagde 1] ,

gevestigd te [plaats 2] ,

2. [gedaagde 2],

wonende te [plaats 2] ,

3. [gedaagde 3],

wonende te [plaats 2] ,

4. [gedaagde 4]

wonende te [plaats 2] ,

gedaagden,

advocaat mr. E.H. Verweij te Apeldoorn.

Eiser zal hierna [eiser] worden genoemd.

Gedaagden zullen hierna gezamenlijk [gedaagde 1] c.s. worden genoemd, en ieder afzonderlijk de [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , [gedaagde 3] en [gedaagde 4] .

1 De zaak in het kort

1.1.

[eiser] is een kweker van snijbloemen gewassen, erwten en tuinbonen. [gedaagde 1] c.s. exploiteren een akkerbouwbedrijf met verschillende nevenactiviteiten. De percelen van [eiser] en [gedaagde 1] c.s. liggen naast elkaar.

Op 20 mei 2021 bespuit [gedaagde 1] c.s. de gewassen op hun perceel met herbiciden. [eiser] stelt dat deze herbicidebehandeling schade heeft veroorzaakt aan (onder andere) zijn gewassen Penstemon. [gedaagde 1] c.s. zijn volgens [eiser] aansprakelijk voor de schade. Hij vordert schadevergoeding. [gedaagde 1] c.s. betwisten de aansprakelijkheid.

De rechtbank oordeelt dat de door [gedaagde 1] c.s. gespoten herbiciden gevaarlijke stoffen zijn in de zin van artikel 6:175 lid 1 BW en dat het gevaar van deze stoffen voor een akkerbouwbedrijf als de [gedaagde 1] bekend is. Artikel 6:175 BW is van toepassing omdat de herbiciden zijn gespoten in het kader van de uitoefening van een bedrijf. De rechtbank acht voldoende bewezen dat de door [eiser] gestelde schade een rechtstreeks gevolg is van de bespuiting met herbiciden op 20 mei 2021. Dit betekent dat [gedaagde 1] c.s. risicoaansprakelijk zijn voor de door [eiser] geleden schade en dat zij deze aan [eiser] moeten vergoeden.

2 De procedure

2.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

-

het tussenvonnis van 25 mei 2022 en de daarin opgenomen stukken;

-

een B8-formulier van de zijde van [gedaagde 1] c.s. van 1 juli 2022, houdende de aanvullende productie 18 tot en met 20;

-

een B8-formulier van de zijde van [gedaagde 1] c.s. van 8 juli 2022, houdende nogmaals de aanvullende productie 20;

-

de mondelinge behandeling van 18 juli 2022, van welke zitting de griffier aantekeningen heeft bijgehouden;

-

de spreeknotitie van de zijde van [eiser] ;

-

de akte van de zijde van [gedaagde 1] c.s. van 17 augustus 2022;

-

de akte van de zijde van [eiser] van 14 september 2022.

2.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

3 Feiten

3.1.

Op 20 mei 2021 spuit [gedaagde 3] namens de [gedaagde 1] een combinatie van de herbiciden Betanal, Goltix en Dual Gold (verder: de herbiciden) op de suikerbieten op zijn perceel.

3.2.

Op 29 mei 2021 stelt [eiser] vast dat er schade is ontstaan aan (onder meer) zijn gewassen Penstemon. Hij spreekt [gedaagde 3] hier dezelfde dag op aan.

3.3.

In opdracht van [eiser] beoordeelt [betrokkene 1] (verder: [betrokkene 1] ) register schade taxateur van Delphy Gewastaxaties B.V. (Delphy) op 8 juni 2021 de schade aan de gewassen van [eiser] .

3.4.

Bij brief van 18 juni 2021 stelt [eiser] [gedaagde 1] c.s. aansprakelijk voor de schade aan zijn gewassen.

3.5.

In zijn rapport van 20 juli 2021 (verder: het rapport) concludeert [betrokkene 1] als volgt:

Penstemon

De schade aan de Penstemon zit over het gehele perceel. De schade bestaat uit bladeren die misvormd zijn. Foto’s van de schade aan de Penstemon zijn toegevoegd als bijlage 3 [de rechtbank begrijpt: bijlage 2].

Causaliteit

Bij opname is vastgesteld dat er schade is ontstaan in de Sedum en de Penstemon. Bij de Sedum is duidelijk zichtbaar dat aan het begin van het perceel op de eerste meters geen schade is ontstaan. Dat is te verklaren doordat het snijbloemenperceel enkele meters verder doorloopt naar voeren dan het bietenperceel. Hierdoor hebben de eerste meters van het perceel geen middel ontvangen bij de bespuiting op het bieten perceel. Daarnaast is in de slootkant tussen de beide percelen zichtbaar dat de brandnetels aan de windzijde hetzelfde schadebeeld hebben. In de slootkant aan de andere zijde (luw zijde) is geen schade zichtbaar. Dit is een indicatie dat de schade is ontstaan vanuit de zijde van het bietenperceel. De foto’s met de gekrulde brandnetelblad zijn toegevoegd als bijlage 4.

Het vermoeden van dhr. [gedaagde 1] dat de schade is ontstaan door de pad bespuiting met Quick down kan worden weerlegd door het feit dat in de Sedum nooit is gespoten met Quick down en dat de schade in de Penstemon in het midden van het bed net zo erg is als aan de zijkanten. Indien er een dampwerking van Quick down zou zijn opgetreden, dan zou de schade voornamelijk zichtbaar zijn langs de randen van het bed. Dat is niet het geval. Daarnaast zou bij een Quick down bespuiting verbrandingsschade zijn ontstaan. Dat is niet het geval. Dit wordt bevestigd door de toelatingshouder van het middel. Dit is het bedrijf Certis. De verklaring van de technisch specialist van Certis is toegevoegd als bijlage 5. Het veiligheidsblad met technische informatie over Quick down is toegevoegd als bijlage 6.

Op de beeldenbank van groenkennisnet.nl is schade vastgelegd van Goltix in tuinbonen, van Betanal in Bieten en van Dual Gold in Weigela. De foto’s zijn toegevoegd als bijlage 7. De beelden komen overeen met de schade in de planten bij [betrokkene 2] . De bladeren vergroeien trekken krom en gaan kroezen.

(...)

Van de planten met schade zijn door een medewerker van Groen Agro Control bladmonsters genomen. Er is op 3 afstanden van het buurperceel een bladmonster genomen. Het betreft een monster direct naast het bieten perceel. Een monster halverwege het perceel en een bladmonster helemaal aan de andere kant van het perceel. Deze bladmonsters zijn in het laboratorium van Groen Agro Control onderzocht op aanwezigheid van herbiciden. Uit alle drie de analyses blijkt dat alle vier de stoffen die door de buurman zijn toegepast in het blad aangetoond kunnen worden. Dat geldt voor de gehele breedte van het perceel. De causaliteit tussen de bespuiting op het naastgelegen perceel en de schade in de Penstemon en Sedum is hiermee aangetoond. De uitslag van de analyse is toegevoegd als bijlage 9. Op de analyse is de afstand tot het bietenperceel vermeld door Groen Agro Control.’

3.6.

Bij het rapport van [betrokkene 1] zijn de bij de herbiciden horende Veiligheidsinformatiebladen, in de zin van Verordening (EG) Nr. 1907/2006, gevoegd (bijlage 1). Als gevarenaanduiding in de zin van Verordening (EG) Nr. 1272/2008 wordt genoemd dat alle drie de herbiciden zeer giftig zijn voor in het water levende organismen (onder meer H400, H410, H411 en H412). Dual Gold en Betanel veroorzaken verder ernstige oogirritatie (onder meer H318 en H319), en Goltix is schadelijk bij inslikken (H302).

4 Het geschil

5 De beoordeling

6 De beslissing