Rechtbank Noord-Holland, 08-04-2022, ECLI:NL:RBNHO:2022:3145, C/15/326478 / KG ZA 22-129
Rechtbank Noord-Holland, 08-04-2022, ECLI:NL:RBNHO:2022:3145, C/15/326478 / KG ZA 22-129
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 8 april 2022
- Datum publicatie
- 12 april 2022
- ECLI
- ECLI:NL:RBNHO:2022:3145
- Zaaknummer
- C/15/326478 / KG ZA 22-129
Inhoudsindicatie
Vordering tot het opleggen van een gebod tot het intrekken van beroep tegen twee omgevingsvergunningen wordt in kort geding toegewezen. De Stichting had de bij haar bekende belangen van de kopers van de 162 woningen die door het ingestelde beroep worden geraakt bij het bepalen van haar handelswijze ter zake niet buiten beschouwing mogen laten. Gelet op de inhoudelijk onweersproken zwaarwegende aard en omvang van die belangen, en op de omstandigheid dat de Stichting andere (en waarschijnlijk efficiëntere) middelen ter beschikking staan om het door haar nagestreefde doel te bereiken, waarbij de schadelijke gevolgen voor de kopers uitblijven, had de Stichting het beroep niet mogen instellen. Door dat wel te doen, en door dit beroep te handhaven, maakt de Stichting misbruik van recht en handelt zij onrechtmatig tegenover de kopers.
Het meer algemeen geformuleerde verbod om bezwaar en beroep aan te tekenen tegen toekomstige vergunningen wordt afgewezen.
Uitspraak
vonnis
Handel, Kanton en Insolventie
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer / rolnummer: C/15/326478 / KG ZA 22-129
Vonnis in kort geding van 8 april 2022
in de zaak van
1. de commanditaire vennootschap
GEM BLOEMENDALERPOLDER C.V., ten deze vertegenwoordigd door haar beherend vennoot GEM Bloemendalerpolder Beheer B.V.,
gevestigd te Amsterdam ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
GEM BLOEMENDALERPOLDER BEHEER B.V.,
gevestigd te Amsterdam ,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
AM B.V.,
gevestigd te Utrecht ,
4. de vennootschap onder firma
BVW ONTWIKKELING V.O.F.,
gevestigd te Rotterdam ,
5. de vennootschap onder firma
V.O.F. WEESPERSLUIS,
gevestigd te Amsterdam ,
6. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CENTRUM WEESPERSLUIS B.V.,
gevestigd te Amsterdam ,
eiseressen in de hoofdzaak, verweersters in het incident tot tussenkomst dan wel voeging,
advocaat: mr. R.H. Bekker te Amsterdam ,
tegen
1. de stichting
STICHTING FLORA & FAUNABESCHERMING,
gevestigd te [plaats 1] ,
2. [gedaagde 1],
wonende te [plaats 1] ,
3. [gedaagde 2],
wonende te [plaats 1] ,
gedaagden in de hoofdzaak, verweersters in het incident tot tussenkomst dan wel voeging,
advocaat: mr. M.N. Mense te Haarlem.
in welke procedure hebben verzocht te worden toegelaten als tussenkomende partij, dan wel als tussenkomende partij aan de zijde van eiseressen:
1 [De Koper 1] ,
wonende te [plaats 2] ;
2. [De Koper 2] ,
wonende te [plaats 2] ;
3. [De Koper 3] ,
wonende te [plaats 2] ;
4. [De Koper 4] ,
wonende te [plaats 2] ;
5. [De Koper 5] ,
wonende te [plaats 2] ;
6. [De Koper 6] ,
wonende te [plaats 2] ;
7. [De Koper 7] ,
wonende te [plaats 1] ;
8. [De Koper 8] ,
wonende te [plaats 2] ;
9. [De Koper 9] ,
wonende te [plaats 2] ;
10. [De Koper 10] ,
wonende te [plaats 2] ;
11. [De Koper 11] ,
wonende te [plaats 2] ;
12. [De Koper 12] ,
wonende te [plaats 2] ;
eisers in het incident tussen tussenkomst dan wel voeging,
advocaat: mr. R. Bisschop te [plaats 2] .
Partijen zullen hierna als volgt worden aangeduid:
- -
-
eiseressen in de hoofdzaak: afzonderlijk als GEM C.V., GEM Beheer B.V., AM, BVW, vof Weespersluis en Centrum Weespersluis, en gezamenlijk als GEM c.s.;
- -
-
gedaagden in de hoofdzaak: afzonderlijk als de Stichting, [gedaagde 1] en [gedaagde 2] , en gezamenlijk als de Stichting c.s.;
- -
-
eisers in het incident: gezamenlijk als de kopers.
1 De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- -
-
de dagvaarding van 24 maart 2022 met producties 1 tot 7 van GEM c.s.;
- -
-
het vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam van 24 maart 2022, waarbij de zaak is verwezen naar de voorzieningenrechter van deze rechtbank;
- -
-
de akte wijziging van eis van de zijde van GEM c.s.;
- -
-
de door GEM c.s. in het geding gebrachte aanvullende producties 8 tot 10;
- -
-
de incidentele conclusie, tevens eis in de hoofdzaak met producties 1 tot 14 van de kopers;
- -
-
de door de kopers in het geding gebrachte aanvullende productie 15;
- -
-
de door de Stichting c.s. in het geding gebrachte producties 1 tot 21;
- -
-
de mondelinge behandeling, waarbij door alle partijen pleitaantekeningen zijn overgelegd.
Ter zitting is vonnis bepaald op heden.
2 De feiten
Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting wordt in dit geding van het navolgende uitgegaan.
De Stichting wordt bestuurd door het echtpaar [gedaagde 1] en [gedaagde 2] en heeft blijkens haar statuten ten doel:
“Het behouden en verbeteren van de natuur, de leefomgeving, het milieu en de landschappelijke cultuurhistorische waarden in ondermeer en met name Amsterdam Amstelland, gemeente Wijdemeren, gemeente Gooimeren, gemeente Weesp en omstreken in het algemeen en de bescherming van flora en fauna in vermelde gebieden en haar omgeving in het bijzonder en het verrichten van al hetgeen met het vorenstaande verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn.”
Onder andere de gemeente Weesp , de gemeente Gooise Meren (destijds gemeente Muiden) en GEM C.V. hebben in 2012 een uitvoeringsovereenkomst ondertekend voor de realisatie van de nieuwe woonwijk “Weespersluis” in de Bloemendalerpolder (hierna ook: het project). Het project bestaat uit circa 2.750 woningen verdeeld over circa 200 hectare woongebied (inclusief parken en waterpartijen) en 100 hectare natuurgebied.
De voor het project relevante bestemmingsplannen “Bloemendalerpolder voormalig grondgebied Muiden” en “Bloemendalerpolder Weesp ” zijn in 2017 onherroepelijk geworden. De Stichting is tegen de bestemmingsplannen niet opgekomen.
Ook het exploitatieplan (1e herziening) voor het project is onherroepelijk geworden. Daarin is - onder meer - bepaald dat de ontwikkeling van de in het project voorziene groengebieden parallel dient plaats te vinden aan de ontwikkeling van de daarin voorziene woongebieden (artikel 4.3).
Voor het project is een (totaal-)ontheffing verleend op grond van de Wet natuurbescherming (Wnb) ten behoeve van de uitvoering van werken en werkzaamheden. De Stichting heeft diverse procedures gevoerd, onder meer over het ontbreken van vermeend verplichte ontheffingen op grond van de Wet natuurbescherming, de inhoud van verleende ontheffingen en de handhaving van de daarbij gestelde voorwaarden. Op één ontheffing voor enkele reststroken na, zijn de ontheffingen op grond van de Wet natuurbescherming inmiddels onherroepelijk geworden.
De activiteiten van de GEM C.V. bestaan uit het ophogen van grote delen van het gebied, de aanleg van infrastructuur, een waterplas en groenvoorzieningen en het bouwrijp maken van bouwkavels, alsmede de inrichting van het natuurcompensatiegebied. Zij verkoopt en levert bouwrijpe kavels aan de ontwikkelaars (waaronder AM, BVW, vof Weespersluis en Centrum Weespersluis) ten behoeve van de ontwikkeling, verkoop en realisatie van de woningen en de centrumvoorzieningen.
Tot op heden zijn er circa 600 woningen gerealiseerd. Een groot aantal woningen is in aanbouw. Er zijn onherroepelijke omgevingsvergunningen verkregen voor de bouw van in totaal 1.244 woningen.
Het vervolg van het project is opgedeeld in verschillende fasen:
- -
-
AM draagt zorg voor de ontwikkeling van fase 4B1. Dit betreft 92 grondgebonden woningen, die inmiddels alle zijn verkocht aan particuliere kopers.
- -
-
BVW draagt zorg voor de ontwikkeling van fase 5A1west. Dit betreft 65 grondgebonden woningen en 5 appartementen, die eveneens alle reeds zijn verkocht.
- -
-
vof Weespersluis draagt zorg voor de ontwikkeling van fase 5A1oost. Dit betreft 80 grondgebonden woningen. Deze woningen zijn nog niet verkocht.
- -
-
Centrum Weerspersluis draagt zorg voor de ontwikkeling van de centrumvoorzieningen, waaronder winkels, een medisch centrum, horeca en een kinderdagverblijf.
Voor de 162 woningen en appartementen voor fasen 4B1 en 5A1west zijn koop- en aannemingsovereenkomsten gesloten tussen de betreffende ontwikkelaar en de individuele kopers. Daarin is vermeld dat de overeenkomst is aangegaan onder de opschortende voorwaarde dat binnen negen maanden een onherroepelijke omgevingsvergunning (met formele rechtskracht) is verkregen.
De kopers van deze 162 woningen en appartementen hebben hypotheekoffertes afgesloten bij diverse banken voor de financiering van de koop- en aanneemsom. De hypotheekoffertes hebben een bepaalde geldigheidsduur, die voor het merendeel van de 162 kopers eindigt in maart, april of mei 2022. De banken stellen als eis voor het geven van financiering dat er een onherroepelijke omgevingsvergunning aanwezig is. Pas indien een onherroepelijke omgevingsvergunning aanwezig is, kan de hypotheekakte bij de notaris worden gepasseerd.
Op 26 oktober 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente [plaats 1] (hierna ook: het college) omgevingsvergunningen verleend aan AM voor het realiseren van 92 nieuwbouwwoningen (fase 4B1) en aan BVW voor het realiseren van 65 grondgebonden woningen en 5 appartementen (fase 5A1west). Op 6 december 2021 heeft de Stichting bezwaar gemaakt tegen (onder meer) deze omgevingsvergunningen. Bij beslissing op bezwaar van 14 februari 2022, met kenmerk Z.191227/D.172357 (hierna ook: het besluit van 14 februari 2022) heeft het college de bezwaren van de Stichting ongegrond verklaard.
GEM c.s. heeft op 4 februari 2022 aan de Stichting een voorstel gedaan om tegemoet te komen aan de belangen van de Stichting en de Stichting verzocht daarover in overleg te treden. De Stichting heeft dit voorstel alsmede het aangeboden overleg op 7 februari 2022 van de hand gewezen. Per e-mail van 7 februari 2022 heeft GEM c.s. er op aangedrongen het overleg toch te laten plaatsvinden, welk verzoek de Stichting op 8 februari 2022 heeft afgewezen, wegens eerder door GEM c.s. geschonden afspraken en een daardoor ontstane ernstige vertrouwensbreuk.
Ook de kopers hebben de Stichting gevraagd in overleg te treden, onder meer in een brief van 12 maart 2022 en in meerdere gesprekken tussen (een) vertegenwoordiger(s) van de kopers en de Stichting. In de brief van 12 maart 2022 is onder meer het volgende vermeld:
“De ‘Stichting Flora & Faunabescherming Weesp ’ (hierna: de stichting) heeft onlangs bezwaar ingediend tegen het besluit van de gemeente Weesp tot het afgeven van omgevingsvergunningen voor de deelgebieden 4B1 en 5A1-West van Weespersluis. Sindsdien verkeren alle toekomstige bewoners in grote onzekerheid over hun toekomstige woning en woonplaats.
U ontvangt hierbij namens het overgrote merendeel van de toekomstige bewoners een brief met een tweeledig doel. Enerzijds willen wij u deelgenoot maken van de diepe impact die een eventuele beroepsprocedure heeft op de levens van 162 gezinnen. Anderzijds, en voor ons het meest belangrijk, willen wij u opnieuw uitnodigen om met ons in gesprek te gaan.
Onze kant van het verhaal
Het is voor ons inmiddels duidelijk voelbaar geworden dat wij, als welwillende toekomstige bewoners van de deelgebieden 4B1 en 5A1-West, geheel onwetend partij zijn geworden in een langer bestaand verschil van inzicht tussen uw stichting en de GEM c.q. projectontwikkelaars. Uw stichting komt op voor de (ecologische) belangen van het gebied, dat begrijpen wij. Wij zijn daarin medestanders en geen tegenstanders. Wij delen het streven om goed voor de natuur te zorgen, maar feit is dat wij als bewoners het slachtoffer zijn geworden van deze situatie. Het continueren van een bestuursrechteljke beroepsprocedure brengt voor ons grote onzekerheden met zich mee. Het gaat om een diepe impact op ons (toekomstig) gezinsleven dat verder reikt dan louter materialistische of financiële schade. Wij zijn hierdoor als mens op diepe wijze geraakt.
(…)
Wij hebben hier niet voor gekozen. Het brengt ongekende vormen van stress met zich mee. Velen van ons slapen slecht, vinden het lastig zich te concentreren op het werk en ontwikkelen gevoelens van verdriet, onbegrip en frustratie. Het instellen van een beroepsprocedure betekent voor tientallen gezinnen dat zij de mogelijkheid tot het aankopen van de woning definitief kwijtraken. Een aantal van ons hebben hun huidige woning reeds verkocht en hebben daardoor geen idee of ze straks überhaupt nog wel een eigen woning zullen hebben. Anderen stellen de beslissing om bijvoorbeeld een gezin te stichten of uit te breiden uit, dit in afwachting van meer duidelijkheid en zekerheid. Voor sommigen van ons reikt de impact nog vele malen verder.
(…)
Wij willen uw stichting ook kenbaar maken dat de onzekerheid die is ontstaan door de
bezwaarprocedure verstrekkende financiële gevolgen heeft. Wij hebben bij ondertekening van de koop- en aanneemovereenkomst een bewust en gecalculeerd risico genomen omtrent de omgevingsvergunning. Echter, de verwachte financiële impact was op het moment van tekenen aanzienlijk minder dan zich nu materialiseert. Dit door allerhande niet voorzienbare maatschappelijke ontwikkelingen. (…)”
Op 15 maart 2022 heeft de Stichting ook dit aanbod van de kopers om in overleg te treden over een gezamenlijke oplossing, afgewezen.
De Stichting heeft op 22 maart 2022 bij de bestuursrechter van de rechtbank Amsterdam beroep ingesteld tegen het besluit van 14 februari 2022.