Rechtbank Noord-Holland, 14-04-2023, ECLI:NL:RBNHO:2023:3412, HAA 22/967
Rechtbank Noord-Holland, 14-04-2023, ECLI:NL:RBNHO:2023:3412, HAA 22/967
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 14 april 2023
- Datum publicatie
- 20 april 2023
- ECLI
- ECLI:NL:RBNHO:2023:3412
- Zaaknummer
- HAA 22/967
Inhoudsindicatie
Contra-legem. Sprake van bijzondere omstandigheden waarmee de wetgever geen rekening heeft gehouden en die de toepassing zozeer in strijd doen zijn met algemene rechtsbeginselen of (ander) ongeschreven recht dat die toepassing achterwege moet blijven. Aanvraag bijzondere bijstand voor kosten curatele. Bij de bepaling van de draagkracht is het college, op grond van artikel 33 Pw, uitgegaan van het inkomen uit studiefinanciering, inclusief een aanvullende rentedragende lening waarop eiseres aanspraak kan maken.
Doordat de curator, om haar beloning voor de werkzaamheden voor eiseres zoveel mogelijk voldaan te krijgen, verplicht wordt voor eiseres een studielening bij DUO aan te vragen en eiseres gaat belasten met schulden, kan ook niet worden gezegd dat de belangen van eiseres, als onder curatele gestelde, worden beschermd. De voorschriften uit de Participatiewet strijden hier met die uit het Burgerlijk Wetboek en de doelstelling die uit de onder curatelestelling volgt. Door bij de draagkrachtberekening rekening te houden met de aanspraak op de studielening wordt de bescherming van eiseres als onder curatele gestelde in ernstige mate tekort gedaan. Genoemde gevolgen van toepassing van artikel 33, tweede lid, van de Pw, stroken naar het oordeel van de rechtbank niet met wat de wetgever kan hebben bedoeld of voorzien. Om die reden ziet de rechtbank aanleiding om in dit bijzondere geval artikel 33, tweede lid, van de Pw (gedeeltelijk, voor zover het betreft het in aanmerking nemen van de DUO-lening) buiten toepassing te laten.
Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 22/967
uitspraak van de meervoudige kamer van 14 april 2023 in de zaak tussen
[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres
(gemachtigde: mr. N.M. Belle-Zimmerman),
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schagen, verweerder
(gemachtigden: M.W.J. Paulie en D.W. Anema).
Inleiding
Bij besluit van 19 oktober 2021 (het primaire besluit) heeft verweerder besloten om de bijzondere bijstand van eiseres voor de kosten van curatele gewijzigd voort te zetten. De vergoeding bedraagt met ingang van 1 oktober 2021 € 62,33 per maand.
Bij besluit van 9 december 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres gegrond verklaard. Daarbij heeft verweerder de hoogte van de bijzondere bijstand voor de kosten van curatele herzien en met ingang van 1 oktober 2021 vastgesteld op € 96,60 per maand.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De enkelvoudige kamer van de rechtbank heeft het beroep op 15 december 2022 op zitting behandeld. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Nadat het onderzoek op de zitting is gesloten, heeft de enkelvoudige kamer van de rechtbank het onderzoek bij beslissing van 16 december 2022 heropend en bepaald dat de zaak voor verdere behandeling wordt verwezen naar de meervoudige kamer. Met instemming van partijen heeft de meervoudige kamer van deze rechtbank het beroep behandeld zonder nadere zitting. Door die kamer wordt vandaag het onderzoek gesloten en uitspraak gedaan.