Rechtbank Noord-Holland, 10-05-2023, ECLI:NL:RBNHO:2023:3669, 10112266
Rechtbank Noord-Holland, 10-05-2023, ECLI:NL:RBNHO:2023:3669, 10112266
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 10 mei 2023
- Datum publicatie
- 30 mei 2023
- ECLI
- ECLI:NL:RBNHO:2023:3669
- Zaaknummer
- 10112266
Inhoudsindicatie
Onderaanneming; tweetraps ingebrekestelling. Geen sprake van verzuim, want niet in de gelegenheid gesteld om binnen de gestelde termijn tot herstel over te gaan. Niet van omstandigheden gebleken dat het verzuim eerder kon intreden.
Uitspraak
Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10112266 CV EXPL 22-5681
Uitspraakdatum: 10 mei 2023
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[eiser] v.h.o.d.n. [bedrijf 1]
wonende te [plaats 1] (gemeente [gemeente 1])
eiser
verder te noemen: [eiser]
gemachtigde: M. Hosepyan (Van der Meer Incasso & Gerechtsdeurwaarders)
tegen
[gedaagde] v.h.o.d.n. [bedrijf 2]
wonende te [plaats 2] (gemeente [gemeente 2])
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
gemachtigde: mr. R.P. Groot te [plaats 2]
1 De zaak in het kort
[gedaagde] heeft uit hoofde van onderaanneming tegelwerk uitgevoerd in de badkamer van de opdrachtgever van [eiser]. Volgens [eiser] is het tegelwerk niet deugdelijk en moest dit in zijn geheel vervangen worden. Hoewel [gedaagde] erkent dat een aantal tegels vervangen moest worden, betwist hij dat geheel vervangen noodzakelijk was. Het verweer dat hij niet in de gelegenheid is gesteld om voor herstel zorg te dragen slaagt. Niet staat immers vast dat herstel alleen kon op de door [eiser] voorgestane wijze. Omdat [eiser] heeft vast gehouden aan deze wijze van herstel en voor afloop van de ‘langere’ termijn die in de sommatiebrief is gegeven het tegelwerk zelf heeft hersteld, is [gedaagde] de mogelijkheid ontnomen om tot herstel over te gaan. Er is dus sprake van schuldeisersverzuim, zodat de vorderingen van [eiser] worden afgewezen.
Het feit dat [gedaagde] in de sommatiebrief ook een ‘korte’ termijn is gegeven om uiterlijk op 27 mei 2022 te laten weten of hij tot herstel over zou gaan doet daar niet aan af. Bij gebreke van een fatale termijn is namelijk niet van dusdanige omstandigheden gebleken dat het verzuim eerder kon intreden dan vanaf de gestelde uiterste datum waarbinnen de gebreken moesten zijn hersteld, te weten vanaf 10 juni 2022.
Daarnaast is niet komen vast te staan dat [gedaagde] op 31 mei 2022 heeft aangegeven niet meer zelf te willen zorgdragen voor herstel en dat [eiser] de rekening voor de herstelwerkzaamheden naar hem kon sturen. Verzuim aan de kant van [gedaagde] kan dus ook niet zijn ontstaan door niet nakoming van een betalingsverplichting op grond van een schikking.
De tegenvordering (betaling van de factuur van [gedaagde]) wordt eveneens afgewezen. Op grond van de stukken die zijn overgelegd is het niet mogelijk om te bepalen in hoeverre het werk gereed was. Daarnaast acht de kantonrechter het aannemelijk dat het werk weinig tot geen waarde had.
2 Het procesverloop
[eiser] heeft bij dagvaarding van 20 september 2022 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft schriftelijk geantwoord en daarbij een tegenvordering ingediend. Vervolgens heeft [eiser] nog schriftelijk gereageerd op de tegenvordering.
Op 12 april 2023 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. [eiser] heeft gebruik gemaakt van pleitaantekeningen, die zijn overgelegd.
Voorafgaand aan de zitting heeft [gedaagde] bij brief van 27 maart 2023 nog stukken toegezonden.
3 De feiten
[eiser] dreef tot voor kort een onderneming in de burgerlijke en utiliteitsbouw onder de naam ‘[bedrijf 1]’.
[gedaagde] drijft een eenmanszaak in de afwerking van vloeren en wanden onder de naam ‘[bedrijf 2]’.
Tussen [eiser] en [gedaagde] is een overeenkomst van onder aanneming tot stand gekomen met betrekking tot tegelwerk (hierna: het werk) in de badkamer van de woning aan het [adres] te [gemeente 1] van de opdrachtgever van [eiser], de heer [betrokkene 1] (hierna: [betrokkene 1]).
Naar aanleiding van klachten van [betrokkene 1], hebben [eiser] en [gedaagde] op vrijdag 20 mei 2022 het werk geïnspecteerd. [gedaagde] heeft aangeboden om een paar tegels te vervangen. [eiser] vond dat echter niet voldoende, volgens hem moest al het tegelwerk opnieuw worden gedaan. Het werk was op dat moment nog niet af.
Op 23 mei 2022 heeft de gemachtigde van [eiser] [gedaagde] per brief in gebreke gesteld en gesommeerd om de herstelwerkzaamheden uiterlijk op 10 juni 2022 af te ronden en om uiterlijk vrijdag 27 mei 2022 voor 17.00 uur te bevestigen dat hij de herstelwerkzaamheden (naar behoren) zal uitvoeren (hierna: de sommatiebrief). In de sommatiebrief staat onder meer:
De gebreken met betrekking tot de door u verrichte werkzaamheden zijn, in het kort:
het tegelwerk is niet goed, tegels zijn scheef en de voegen komen niet overeen. De tegels op de wand steken uit en er zitten op meerdere tegels bluzen (butsen, stukkende tegels). Op de groene grote muur zijn de meeste voegen kleiner dan 1mm terwijl er op de verpakking van het voegmiddel staat dat minimaal 1mm vereist is. Deze muur zal niet goed waterdicht (te maken) zijn. De groene kleine muur is zeer rommelig getegeld, er zitten slechts een paar tegels goed. De vloertegels steken op meerdere plekken uit, dit heeft tot gevolg dat er niet op de vloer gelopen kan worden zonder schoeisel vanwege het ‘open halen’ van de voeten. Veel van de voegen lopen niet mooi over in elkaar, Ook de plek waar de douchehoek wordt geïnstalleerd steken tegels uit op meerdere plekken, waardoor je je voeten open haalt. Het gedeelte van de doucheruimte dient aflopend te zijn, dit is op dit moment niet zo gerealiseerd. De hoeken van de badkamer waar de wanden, dan wel de wanden en de vloer op elkaar aansluiten kunnen niet netjes worden gevoegd/afgekit omdat de ruimtes te groot zijn.
(...)
[eiser] kan niet anders concluderen dan dat al het tegelwerk eruit gebikt moet worden, dit dient zeer voorzichtig te gebeuren. De muren in de badkamer bij de klant zijn erg kwetsbaar. Door het slopen zal de vloerverwarming, de drain (douche) en de wc ombouw stuk gaan. Er zal opnieuw gestukt en geschilderd moeten worden. Daarnaast komen de volgende extra kosten posten bij het herstel kijken: - vuilcontainer voor het extra afval, - nieuwe vloer en wand tegels, - vloerverwarming, - drain, - stucloop, - afplakmateriaal voor de muur, - alle materialen om te tegelen, (...)
Afgelopen vrijdag bent u tezamen met [eiser] en de klant ter plaatse geweest om de klachten en problemen te bespreken. U heeft daarbij aangegeven alleen ‘een paar tegels’ te willen vervangen. De werkzaamheden zijn volgens u naar behoren verricht. (...)
Op 31 mei 2022 hebben [eiser] en [gedaagde] op het werkadres in aanwezigheid van [betrokkene 1] het tegelwerk nogmaals geïnspecteerd en met elkaar gesproken. [gedaagde] werd daarbij vergezeld door de heer [betrokkene 2] (hierna: [betrokkene 2]).
[betrokkene 1] heeft in een schriftelijke verklaring over de inspectie op 31 mei 2022 onder meer het volgende geschreven:
Tijdens de inspectie van het tegelwerk door [gedaagde] in de badkamer merkte de door hem meegenomen persoon op dat het niet “top was”; (...); Tijdens de inspectie in de badkamer gaf de door de tegelzetter meegenomen persoon meerdere malen aan richting de tegelzetter dat “hij er wel uit moest komen met BM en met een oplossing moest komen”; dat begreep de tegelzetter. Meerdere malen is tegen [gedaagde] gezegd dat er haast was; dat het al veel te lang lag en dat wij niet echter langer konden wachten en dat er vaart gemaakt moest worden; teneinde niet achter het net te vissen, meldde BM dat er alvast wel tegels waren aangeschaft, mocht er een lange levertijd op zitten en de tegels duurder zouden worden; verder zei BM dat de tegelzetter dit echt het beste zelf kon doen; een fout kan gemaakt worden maar herstel die dan; tevens dat wanneer zij dat zouden moeten doen, dat wel het e e a zou gaan kosten en dat die rekening dan naar [gedaagde] zou gaan; dat begreep de tegelzetter.
Na ca. 1 uur gingen BM, de tegelzetter en de door hem meegenomen persoon naar buiten om gevieren verder te overleggen. Wij waren daar niet bij aanwezig; hetgeen wij wel zagen, was dat de tegelzetter na niet al te lange tijd in zijn auto stapte en wegreed; (...) Op enig moment kwam BM bij ons weer terug en meldde het volgende:
-
We zijn eruit; [gedaagde] heeft aangegeven dat wij het kunnen oplossen op zijn kosten; dat zijn dan nieuwe tegels, nieuwe andere materialen, het breekwerk, het afvoeren van het puin inclusief afval container, het stukadoorwerk van de wanden, het aanbrengen van nieuwe tegelwerk;
-
Dat zij donderdag ochtend 2 juni zouden starten met breekwerk;
-
Dat [gedaagde] die avond nog langs zou komen bij BM om het nadere af te stemmen;
(...)
In een Whatsapp bericht heeft [eiser] aan [gedaagde] geschreven:
Hoi Erik,
Jammer dat je er niet bij bent vanavond,
We komen uit op een schadepost van €6.760,95 bij de klus Dhr. [betrokkene 1] in [gemeente 1].
De factuur komt zo je kant op, graag zsm een reactie.
We willen donderdag van start gaan, daarom willen donderdag uiterlijk het geld op onze rekening hebben.
In een ander Whatsapp bericht van heeft [eiser] vervolgens aan [gedaagde] geschreven:
Wij hebben jouw 31-05 gesproken en toen zij we tot een overeenstemming gekomen dat we de schadepost die ontstaan is in de badkamer naar jouw door zouden factureren.
Op 01-06 heb jij nog gesproken met [betrokkene 3], en toen heb je aangegeven dat je het zou gaan betalen en ook zo snel mogelijk, omdat wij zoals jij weet snel aan de slag zouden gaan.
Dit alles is samen met jouw zo afgesproken.
Helaas hebben wij nog geen betaling binnen gehad. Wij hopen dit ook zo snel mogelijk binnen te krijgen, want we zijn kosten aan het maken. (...)
[eiser] is op 2 juni 2022 begonnen met het herstelwerk dat op of omstreeks 10 juni 2022 is afgerond.
Op 7 juni 2022 heeft [gedaagde] per brief aan [eiser] als volgt gereageerd:
Het geheel bevreemd me, eerst de brief van de deurwaarder van Van der Meer, over gebreken stellen naar mijn, daar wilde ik aan het verzoek voldoen, van de brief op 23 mei, na ons samen komst op 31 mei bleek al snel dat ik niet meer welkom ben op het werk, U had buiten mijn weten om al de materialen besteld om opnieuw te starten. (...) En daarnaast verstuurd u een factuur van 6760,95 ten zeerste bevreemd mijn dit. Dat vind ik niet gebruikelijk. en dat de facturen niet onderlegd zijn, in ga niet in op geen enkele wijze in op u Financieele eisen, (...)
In een schriftelijke verklaring aan de gemachtigde van [gedaagde] heeft [betrokkene 2] onder meer het volgende geschreven:
Op verzoek van de Hr. [gedaagde] ben ik mee geweest naar het werk op [adres] in [gemeente 1].
Naar aanleiding van een brief op 23 mei 2022 vond ons bezoek aan het [adres] plaats op 31 mei 2022.
Volgens een bericht van de Meer-incasso had [gedaagde] de tijd tot 10 juni 2022 om het werk gereed te maken
Tijdens ons gesprek werd hem echter duidelijk gemaakt dat hij niet meer welkom was op het werk.
Ook meldde ze dat ze de materialen al opnieuw hadden besteld en ze zelf zouden gaan slopen en tegelen
(...)
Op 5 augustus 2022 heeft [gedaagde] voor het werk een factuur aan [eiser] gestuurd voor een bedrag van € 1.600,00.