Rechtbank Noord-Holland, 07-06-2023, ECLI:NL:RBNHO:2023:5210, 23/2745
Rechtbank Noord-Holland, 07-06-2023, ECLI:NL:RBNHO:2023:5210, 23/2745
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 7 juni 2023
- Datum publicatie
- 12 juni 2023
- ECLI
- ECLI:NL:RBNHO:2023:5210
- Zaaknummer
- 23/2745
Inhoudsindicatie
Uitspraak op het verzoek om een voorlopige voorziening en het beroep tegen een opgelegde last onder dwangsom waarin de gemeente verzoekster (een tennisvereniging) hebben verboden om na 20.00 uur padel te spelen op de drie padelbanen vanwege overschrijding van de wettelijke maximale geluidsniveaus. De rechter oordeelt dat de gemeente het besluit kunnen baseren op een door de tennisvereniging zelf overgelegd akoestisch onderzoek. Daaruit blijkt dat tennisspelen ’s avonds al tot een geringe overschrijding van de geluidsnormen leidt en dat padel dat nog verergert. Dat de vereniging een geluidsscherm wil gaan plaatsen, is geen reden handhaving nu achterwege te laten. De gemeente kan dus handhavend optreden en een last opleggen, maar de oplegde last is te verstrekkend. De tennisvereniging krijgt de keuze of ’s avonds te tennissen of te padellen. Het beroep is daarom gegrond. De voorzieningenrechter voorziet zelf in de zaak en past de last aan.
Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Bestuursrecht
zaaknummers: HAA 23/2745 (voorlopige voorziening) en 23/2746 (beroep)
uitspraak van de voorzieningenrechter van 7 juni 2023 op het beroep en het verzoek om een voorlopige voorziening in de zaak tussen
Lawn Tennis Club Door Eendracht Macht, uit Beverwijk, verzoekster
gemachtigde: mr. K. van Driel,
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Beverwijk, verweerder
gemachtigde: mr. M. Dur, jurist bij de Omgevingsdienst IJmond.
Als derde-partij neemt aan de zaak deel: [derde partij] , uit [woonplaats] ( [derde partij] ).
Inleiding
Bij besluit van 19 september 2022 (het primaire besluit) heeft verweerder verzoekster gelast om, op straffe van een dwangsom van € 2.000,-- per constatering met een maximum van € 8.000,--, overschrijding van de geluidsnormen door padelactiviteiten vóór 23 september 2022 te beëindigen en beëindigd te houden door te voldoen aan de geluidsnormen gesteld in artikel 2.17, eerste lid, onder a, van het Activiteitenbesluit Milieubeheer (Activiteitenbesluit). Dit houdt in, aldus verweerder in de last, dat de padelbanen tot maximaal 20.00 uur gebruikt mogen worden en dat tussen 20.00 en 07.00 uur geen padel gespeeld mag worden.
Verzoekster heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt. Op 22 september 2022 heeft zij de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter heeft in een uitspraak van 30 september 2022 (HAA 22 /4733) een voorlopige voorziening getroffen die er op neer komt dat verzoekster (pas) met ingang van 1 november 2022 het gebruik van de padelbanen vanaf 20.00 uur moest staken.
In een besluit van 5 april 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van verzoekster ongegrond verklaard en de in het primaire besluit opgelegde last in stand gelaten met een aanvullende motivering.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep (HAA 23/2746) ingesteld en de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen (HAA 23/2745).
Verweerder heeft op 23 mei 2023 een verweerschrift ingediend.
Verzoekster heeft op 23 mei 2023 een aanvullende reactie ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 24 mei 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen namens verzoekster haar bestuursleden [naam 1] ( [functie 1] ) en [naam 2] ( [functie 2] ), bijgestaan door de gemachtigde van verzoekster. Namens verweerder hebben deelgenomen de gemachtigde van verweerder en de heer [naam 3] , eveneens in dienst van de Omgevingsdienst IJmond. Voorts was [derde partij] aanwezig, vergezeld van zijn dochter [naam 4] .
Beslissen op het beroep
1. Omdat de voorzieningenrechter na afloop van de zitting tot de conclusie is gekomen dat nader onderzoek niet kan bijdragen aan de beoordeling van de zaak, beslist hij ook op het beroep. Artikel 8:86 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.