Rechtbank Noord-Holland, 24-07-2023, ECLI:NL:RBNHO:2023:7165, HAA 21_1960
Rechtbank Noord-Holland, 24-07-2023, ECLI:NL:RBNHO:2023:7165, HAA 21_1960
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 24 juli 2023
- Datum publicatie
- 28 juli 2023
- ECLI
- ECLI:NL:RBNHO:2023:7165
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:RVS:2024:2051, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- HAA 21_1960
Inhoudsindicatie
Natuur. Afwijzing verzoek handhaving. Onevenredigheid handhavend optreden onvoldoende gemotiveerd. Beroep gegrond.
Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 21/1960
Vereniging Leefmilieu, uit Nijmegen, eiseres
(gemachtigde: mr. D. Delibes),
en
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, verweerder
(gemachtigden: mr. S.J. van Winzum, mr. S. Speekenbrink en mr. M. Blondelle).
Als derde-partij neemt aan de zaak deel: de besloten vennootschap Bio Energy Netherlands B.V. uit Amsterdam
(gemachtigde: mr. J.C. Ozinga).
Inleiding
1. Bio Energy Netherlands B.V. (hierna: BEN) exploiteert een biomassacentrale aan de [locatie] . In de inrichting wordt biomassa (hout) vergast tot houtgas, dat wordt verstookt voor de opwekking van elektriciteit en warmte. De energie wordt geleverd aan leveranciers die tezamen aan 6.000 huishoudens in en om Amsterdam warmte en stroom leveren.
2. Aan BEN is op 27 februari 2017 een oprichtingsvergunning verleend en op 6 november 2017 een vergunning voor het veranderen van de inrichting. BEN heeft op 26 november 2018 een melding gedaan op grond van het Programma Aanpak Stikstof (PAS). De PAS-melding is door het bevoegd gezag geaccepteerd, omdat uit de ingebrachte Aeriusberekening van 21 maart 2017 naar voren kwam dat de maximale stikstofdepositie op Natura 2000-gebieden vanuit het bedrijf 0,39 mol N/ha/jr bedraagt. Hiermee werd gebleven onder de grenswaarde van 1 mol N/ha/jr.
3. Op 29 mei 20191 verklaarde de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) artikel 2.12 van het Besluit natuurbescherming onverbindend, omdat het PAS niet voldeed aan de eisen in artikel 6, derde lid, van de Habitatrichtlijn (richtlijn 92/43/EEG). Dat betekende dat voor activiteiten die waren gemeld onder het PAS of niet meldingsplichtig waren, maar die wel significante gevolgen kunnen hebben voor een Natura 2000-gebied, een vergunning op grond van artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming (Wnb) nodig is (hierna: natuurvergunning).
4. Drs. [naam 1] (hierna: [naam 1] ) heeft verweerder op 8 november 2019 namens de Coöperatie Mobilisation for the Environment U.A. (hierna: MOB) verzocht om handhavend op te treden tegen BEN, omdat BEN een biomassacentrale exploiteert zonder de daarvoor benodigde natuurvergunning. Het verzoek is bij besluit van 2 april 2020 afgewezen, omdat volgens verweerder kon worden volstaan met een waarschuwing. Tegen dit besluit is geen rechtsmiddel aangewend.
5. Op 24 juni 2020 heeft [naam 1] nogmaals verzocht om handhavend op te treden tegen BEN vanwege het ontbreken van de voor de exploitatie benodigde natuurvergunning. Verweerder heeft dit verzoek als herhaalde aanvraag aangemerkt en bij besluit van 27 juli 2020 afgewezen onder verwijzing naar het besluit van 2 april 2020. Het besluit van 27 juli 2020 is in augustus 2020 herroepen, omdat [naam 1] het verzoek van 24 juni 2020 niet namens MOB maar namens Vereniging Leefmilieu heeft gedaan. Van een herhaalde aanvraag was volgens verweerder dus toch geen sprake.
6. Verweerder heeft het handhavingsverzoek van 24 juni 2020 bij besluit van 14 september 2020 afgewezen. Verweerder heeft daartoe besloten omdat het traject om PAS-melders te legaliseren is gestart en BEN zich naar verwachting voor de legalisatieprocedure zal aanmelden, zodat sprake is van een concreet zicht op legalisatie.
7. Op 16 maart 2021 heeft verweerder een beslissing genomen op het bezwaarschrift van Vereniging Leefmilieu (het bestreden besluit). Verweerder heeft daarbij de afwijzing van het handhavingsverzoek in stand gelaten, maar de motivering gewijzigd. Verweerder ziet in dit besluit af van handhavend optreden, omdat handhavend optreden in het geval van BEN onevenredig is. Dit, omdat nu de Stikstofwet ook door de Eerste Kamer is aangenomen, het legalisatieproces voor BEN nu ontegenzeggelijk van start gaat. Vanwege het rechtszekerheidsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel treedt verweerder tegen BEN niet handhavend op.
8. Vereniging Leefmilieu heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend. Vereniging Leefmilieu heeft daarop schriftelijk gereageerd.
9. De rechtbank heeft het beroep behandeld op de zitting van 5 juni 2023, gelijktijdig met het beroep geregistreerd onder nummer HAA 23/1958. Vereniging Leefmilieu heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden. Namens BEN is [naam 2] verschenen, bijgestaan door voornoemde gemachtigde.