Rechtbank Noord-Holland, 08-02-2024, ECLI:NL:RBNHO:2024:1164, 10862290 \ KG EXPL 24-3
Rechtbank Noord-Holland, 08-02-2024, ECLI:NL:RBNHO:2024:1164, 10862290 \ KG EXPL 24-3
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 8 februari 2024
- Datum publicatie
- 9 februari 2024
- ECLI
- ECLI:NL:RBNHO:2024:1164
- Zaaknummer
- 10862290 \ KG EXPL 24-3
Inhoudsindicatie
Kort geding: In deze zaak vordert een arbeidsongeschikte werknemer doorbetaling van loon nadat de werkgever een loonstop heeft afgekondigd. De kantonrechter is van oordeel dat de werknemer geen recht heeft op doorbetaling van zijn loon omdat hij onvoldoende meewerkt aan redelijke voorschriften van zijn werkgever die de re-integratie kunnen bevorderen. De vordering wordt afgewezen.
Uitspraak
Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 10862290 \ KG EXPL 24-3
Uitspraakdatum: 8 februari 2024
Vonnis van de kantonrechter in kort geding in de zaak van:
[eiser]
wonende te [woonplaats]
eiser
verder te noemen: [eiser]
gemachtigden: mr. V. Sol en mr. R. Amelink
tegen
de besloten vennootschap Action Service & Distributie B.V.
statutair gevestigd te Wervershoof en kantoorhoudende te Zwaagdijk-Oost
gedaagde
verder te noemen: Action
gemachtigde: mr. L. Bijl
De zaak in het kort
In deze zaak vordert een arbeidsongeschikte werknemer doorbetaling van loon nadat de werkgever een loonstop heeft afgekondigd. De kantonrechter is van oordeel dat de werknemer geen recht heeft op doorbetaling van zijn loon omdat hij onvoldoende meewerkt aan redelijke voorschriften van zijn werkgever die de re-integratie kunnen bevorderen. De vordering wordt afgewezen.
1 Het procesverloop
[eiser] heeft Action op 11 januari 2024 gedagvaard.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 25 januari 2024. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten, mede aan de hand van pleitaantekeningen, naar voren hebben gebracht. Voorafgaand aan de zitting zijn de volgende stukken ingediend:
- -
-
een brief van 23 januari 2024 van Action met producties 1 tot en met 33;
- -
-
een brief van 23 januari 2024 van Action met producties 34 tot en met 36;
- -
-
een brief van 22 januari 2024 van [eiser] met producties 16 tot en met 18;
- -
-
een brief van 23 januari 2024 van [eiser] met productie 19.
2 De feiten
[eiser] is per [datum] 2019 in dienst getreden bij Action in de functie van Supply Chain Manager. De arbeidsduur is 38 uur per week. Het salaris bedraagt per jaar € 130.000,- bruto, inclusief 8% vakantiegeld en exclusief overige emolumenten. Dit salaris wordt uitbetaald in termijnen van vier weken (€ 9.305,46 bruto per vier weken).
[eiser] is verantwoordelijk voor het functioneren van de distributiecentra van Action in Peine, Biblis (allebei in Duitsland) en Bratislava (Slowakije). Daarbij gaat het om tijdige en volledige aflevering van goederen vanuit de distributiecentra naar de winkels van Action, tegen zo laag mogelijke kosten.
Op 15 augustus 2023 hebben partijen gesproken over beëindiging van het dienstverband door middel van een VSO (vaststellingsovereenkomst), omdat een eerder ingezet coachingtraject naar de mening van Action tot onvoldoende resultaten in een aantal onderdelen van het functioneren van [eiser] heeft geleid. [naam 1] heeft diezelfde dag een e-mail gestuurd naar [eiser] met daarin het volgende:
‘Zoals net besproken in onze bila zou ik je graag willen uitnodigen voor een meeting met mij en [naam 2] as maandag de 21e om 10:30 uur in Hoofddorp.
Hierin zullen wij de VSO bespreken en alle overige details omtrent de beëindiging van je contract.’
[eiser] is met ingang van 15 augustus 2023 vrijgesteld van zijn werkzaamheden.
Bij e-mail van 20 augustus 2023 heeft de advocaat van [eiser] Action bezwaar gemaakt en gevraagd om een toelichting op de voorgestelde beëindiging, alsmede toezending van de door Action gewenste VSO. Bij e-mail van 23 augustus 2023 heeft de heer [naam 3] , Head of HR Supply Chain a.i. bij Action (hierna: [naam 3] ) daarop gereageerd.
Op 4 september 2023 heeft [eiser] zich ziek gemeld.
Bij brief van zijn advocaat van 13 september 2023 heeft [eiser] laten weten open te staan voor mediation.
Tussen (de gemachtigde van) [eiser] en Action is in de periode 15 augustus 2023 tot 13 oktober 2023 overleg geweest over een mogelijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden. Tot overeenstemming is het niet gekomen.
Action heeft op 13 oktober 2023 te kennen gegeven het re-integratietraject op te starten.
Op 3 november 2023 heeft de bedrijfsarts een probleemanalyse opgesteld. In deze probleemanalyse staat onder meer het volgende:
‘Er is sprake van ziekte door werk gerelateerde oorzaken. Er is sprake van een arbeidsconflict. Hierdoor zijn er bij werknemer klachten ontstaan in het persoonlijk en sociaal functioneren. Wij het erover eens dat deze klachten zijn ontstaan door het arbeidsconflict, en dus ook de oplossing en de duurzame terugkeer in werk, ligt in het oplossen van het conflict.
(…)
Ik adviseer daarom werknemer en werkgever met elkaar in gesprek te gaan (eventueel met behulp van een naaste of onafhankelijke partij), om de werk gerelateerde oorzaken van deze uitval te bespreken en dit conflict op te lossen. Daarna zullen er wat mij betreft weer re-integratie mogelijkheden in het eigen werk gaan ontstaan.’
Bij e-mail van 17 november 2023 heeft [naam 3] aan [eiser] bericht dat hij op de hem bekende nummers voicemails heeft ingesproken, en het op maandag 20 november 2023 nogmaals zal proberen, omdat hij graag wil overleggen over onder andere het advies van de bedrijfsarts. Op 20 november 2023 heeft [eiser] de telefonische oproep niet beantwoord.
Op 23 november 2023 heeft de advocaat van [eiser] met [naam 3] telefonisch contact gehad.
In een door werkgever op 26 november 2023, en door werknemer ongedateerd, opgesteld plan van aanpak staat onder andere het volgende:
‘Visie werknemer en werkgever
(…) Terugkeer in de eigen functie en wat daar voor nodig is zou de inzet van mediation moeten zijn. (visie werknemer)
Succesvolle re-integratie is afhankelijk van de gesprekken middels mediation (visie werkgever)
Het einddoel van de re-integratie is dat de werknemer weer in de oude functie gaat werken.
(…)
Werknemer heeft behandeling gezocht en werkt goed aan zijn herstel, hier kan ik hem niet meer tips in geven. Echter zijn wij het erover eens dat deze klachten een direct gevolg zijn van het arbeidsconflict, en dus ook de oplossing en de duurzame terugkeer in het werk, ligt in het oplossen van het conflict. Ik adviseer daarom werknemer en werkgever met elkaar in gesprek te gaan (eventueel met behulp van een naaste of onafhankelijke partij), om de werk gerelateerde oorzaken van deze uitval te bespreken en dit conflict op te lossen. Daarna zullen wat mij betreft weer re-integratie mogelijkheden in het eigen werk ontstaan’
(…)
Is het plan van aanpak meer dan 2 weken na de Probleemanalyse opgesteld, geef hiervoor dan de reden.
Contact met werknemer verloopt moeizaam, inmiddels is dit er via advocaat.’
Bij e-mail van 24 november 2023 heeft [naam 3] bij de advocaat van [eiser] een gecertificeerde mediator geïntroduceerd opdat deze kan kennismaken met [eiser] en zijn advocaat. Voorgesteld wordt om in de week van 4 december 2023 een mediationtraject te starten. Bij Whats App bericht van 30 november 2023 heeft de advocaat van [eiser] bericht dat ‘deze mediator het niet gaat worden’.
Bij brief van 4 december 2023 heeft de advocaat van [eiser] aan Action het volgende bericht:
‘Ik stel voorop dat client op zich niet tegen mediation is, maar dat voordat het zover is wel een aantal zaken duidelijk(er) moet zijn. (…)
Cliënt blijft liever eerst rechtstreeks met Action in gesprek en hij wil zich in die gesprekken ook laten bijstaan door mij, als zijn raadsman. De reden daarvoor is vooral dat Action heeft uitgesproken beëindiging van het dienstverband te wensen en dat zij nog niet op die wens is teruggekomen. Cliënt moet dus nog steeds vrezen voor zijn arbeidsrechtelijke bestaan, en dan is het uiteraard begrijpelijk dat hij zich door een raadsman wil laten bijstaan. Action geeft nu weliswaar in het verzuimdossier aan dat succesvolle re-integratie afhankelijk is van gesprekken middels mediation, maar het is cliënt (en ook mij) niet duidelijk of en in hoeverre ook Action tot uitgangspunt neemt dat de arbeidsovereenkomst in stand blijft en dat te voeren gesprekken – al dan niet d.m.v. mediation – gericht zijn op herstel van de relatie en de duurzame terugkeer in werk, in de eigen functie, en dus niet op beëindiging van de arbeidsovereenkomst.
Hierover hoor ik graag eerst van u. (…)
Overigens, als het komt tot mediation dan hoort de juiste aanstellingsroute te zijn dat partijen eerst met elkaar van gedachten wisselen over de wijze van benoeming en niet dat, zoals nu het geval bleek, Action zonder overleg een (haar bekende) mediator benadert die vervolgens cliënt (en mij) benadert ‘voor het maken van een afspraak’. Ik kan nu alvast melden dat cliënt geen goed gevoel heeft bij deze persoon en dat – als het tot mediation komt – hij graag wenst dat van tevoren overleg wordt gepleegd over de wijze waarop een mediator wordt gezocht.’
Bij e-mail van 7 december 2023 heeft de advocaat van Action de aanloop naar het gesprek van 15 augustus 2023 met [eiser] , en het verloop van het contact daarna, uiteengezet, en [eiser] verzocht binnen 2 dagen te bevestigen dat hij – onvoorwaardelijk – bereid is deel te nemen aan mediation en akkoord gaat met inschakeling van voorgestelde mediator dan wel met de inschakeling van een andere mediator. [eiser] wordt erop gewezen dat Action uit niet-voldoening aan dit verzoek concludeert dat [eiser] zijn re-integratieverplichtingen niet nakomt. Op dit verzoek heeft [eiser] niet gereageerd.
Bij e-mail van 12 december 2023 heeft Action een loonstop aangekondigd. In die e-mail staat onder meer:
‘De heer [eiser] heeft niet gereageerd op het verzoek om binnen twee dagen te bevestigen dat hij bereid is deel te nemen aan mediation en dat hij akkoord gaat met inschakeling van [mediator] dan wel met de inschakeling van een andere mediator. Het is inmiddels 12 december 2023.
Door niet (tijdig) te reageren drijft de heer [eiser] de zaak op de spits en escaleert het arbeidsconflict verder.
Bovendien ziet cliënte zich thans genoodzaakt om een loonstop aan te kondigen. De heer [eiser] weigert telefonische oproepen van de heer [naam 3] te beantwoorden. De heer [eiser] belt de heer [naam 3] niet terug. De heer [eiser] weigert telefonische oproepen te beantwoorden die aangekondigd zijn in een e-mail van de heer [naam 3] . De heer [eiser] weigert deel te nemen aan mediation.
De heer [eiser] kan een loonstop voorkomen door alsnog 13 december 2023 voor 15.00 uur te bevestigen dat hij akkoord gaat met mediation en de inschakeling van [mediator] dan wel een andere mediator.’
Action heeft per 13 december 2023 de betaling van het loon stopgezet. Na die datum is tussen partijen nog gecorrespondeerd, maar tot het voeren van een gesprek tussen partijen of mediation is het niet gekomen.
Op 12 januari 2024 heeft de bedrijfsarts in een ‘spreekuurterugkoppeling’ geadviseerd om het gesprek aan te gaan, eventueel met behulp van een naaste of onafhankelijke partij.
In een e-mail van 15 januari 2024 heeft de advocaat van Action een e-mail gestuurd aan de advocaat van [eiser] waarin zij bericht dat in het plan van aanpak is afgesproken dat het einddoel van de re-integratie de terugkeer in de eigen functie is. [eiser] wordt voorts uitgenodigd voor een gesprek op 18 januari 2024. De advocaat van [eiser] heeft hierop geantwoord, naast een aantal andere opmerkingen, dat het voor hem onmogelijk is op zo’n korte termijn in te gaan op de uitnodiging voor het gesprek. Een gesprek heeft op die dag niet plaatsgevonden, evenmin is op een andere datum een gesprek gepland.
3 De vordering
[eiser] vordert dat de kantonrechter bij wijze van voorlopige voorziening Action veroordeelt tot betaling van het loon vanaf 13 december 2023 en de wettelijke verhoging daarover. [eiser] vordert ook de wettelijke rente over het loon en de wettelijke verhoging.
[eiser] legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat Action op grond van de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst gehouden is het vierwekelijkse loon uit te betalen. Die verplichting bestaat ook tijdens arbeidsongeschiktheid. De loonstop die Action heeft doorgevoerd is niet terecht omdat [eiser] bereid is in contact te treden met Action en omdat hij open staat voor mediation. De onterechte stopzetting van het loon heeft verder tot gevolg dat Action de wettelijke verhoging wegens niet-tijdige betaling van het loon verschuldigd is. Gelet op het betalingsverzuim is Action ook de wettelijke rente verschuldigd.