Rechtbank Noord-Holland, 20-03-2024, ECLI:NL:RBNHO:2024:7313, 10651313 \ CV EXPL 23-3527
Rechtbank Noord-Holland, 20-03-2024, ECLI:NL:RBNHO:2024:7313, 10651313 \ CV EXPL 23-3527
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 20 maart 2024
- Datum publicatie
- 12 augustus 2024
- ECLI
- ECLI:NL:RBNHO:2024:7313
- Zaaknummer
- 10651313 \ CV EXPL 23-3527
Inhoudsindicatie
voorshands oordeel dat sprake is van testamentair bewind, niet procesbevoegd, tussenvonnis
Uitspraak
Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 10651313 \ CV EXPL 23-3527 TB
Uitspraakdatum: 20 maart 2024
Tussenvonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[eiser]
wonende te [plaats]
eiser
verder te noemen: [eiser]
procederend in persoon
tegen
1 [gedaagde 1]
2. [gedaagde 2]
beiden wonende te [gedaagde 2]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagden]
gemachtigde: mr. M. Heimensem
1 Het procesverloop
[eiser] heeft bij dagvaarding van 17 juli 2023 een vordering tegen [gedaagden] ingesteld. [gedaagden] heeft schriftelijk geantwoord en daarbij een tegenvordering ingediend.
Op 12 december 2023 heeft een zitting plaatsgevonden. [eiser] is niet verschenen op de zitting. [gedaagden] is verschenen en bijgestaan door de gemachtigde. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat [gedaagden] ter toelichting van zijn standpunten naar voren heeft gebracht. [gedaagden] heeft gebruik gemaakt van pleitaantekeningen, die zijn overgelegd. Voorafgaand aan de zitting heeft [gedaagden] per brief nog stukken toegezonden, door de kantonrechter ontvangen op 30 november 2023.
[eiser] is na de zitting in de gelegenheid gesteld om schriftelijk te reageren op de aantekeningen die gemaakt zijn op de zitting en op de pleitaantekeningen van [gedaagden] [eiser] heeft van deze gelegenheid gebruik gemaakt, waarna [gedaagden] nog een schriftelijke reactie heeft gegeven.
2 De feiten
Tussen partijen is op 13 augustus 2022 een huurovereenkomst tot stand gekomen met betrekking tot het appartement aan het [adres] in [gedaagde 2] (hierna: de woning of het gehuurde) voor de duur van maximaal twee jaar. Het betreft een zelfstandige woonruimte gesitueerd op de 2e etage. Daarbij zijn partijen een huurprijs van € 975,00 per maand overeengekomen.
In de huurovereenkomst is – voor zover van belang – opgenomen: “Verhuurder is op het moment van tekenen niet bevoegd voor de juridische handelingen jegens de woning, daarom tekent de bewindvoering van de verhuurder de huurovereenkomst ook, deze handtekening is onlosmakelijk aan de volledige geldigheid van de huurovereenkomst.”
[gedaagden] heeft op 7 februari 2023 een verzoekschrift ingediend bij de Huurcommissie om de aanvangsprijs te toetsen.
Op 7 maart 2023 heeft de Huurcommissie een onderzoek gedaan in het gehuurde en daarvan een rapport opgesteld. Op basis van het waarderingsstelsel is aan het gehuurde 106 punten toegekend, wat correspondeert met een huurprijsgrens van € 564,40. De algemene conclusie van het rapport luidt verder dat de woonruimte ernstige gebreken kent in de categorie C wat kan leiden tot een tijdelijke verlaging van 40% van de maximale huurprijs.
De voorzitter van de Huurcommissie heeft bij uitspraak, verzonden op 22 mei 2023, overwogen dat het rapport van de Huurcommissie wat betreft de puntentelling volgt en heeft de huurprijs per 15 augustus 2022 vastgesteld op de maximaal redelijke huurprijs van € 564,40 per maand. Wat betreft de geconstateerde gebreken heeft de voorzitter overwogen dat hij geen aanleiding ziet van het rapport af te wijken. Hij heeft daarom de huurprijs verlaagd tot 40% van de maximaal redelijke huurprijs, zodat € 225,76 per maand moet worden betaald tot de eerste van de maand nadat alle gebreken zijn hersteld. Als het gebrek omtrent het lekkende raam is verholpen, maar het gebrek omtrent de deurbel nog niet, geldt een tijdelijk verlaagd percentage van 20%. De huurder moet in die periode dan € 451,52 per maand betalen.