Home

Rechtbank Noord-Holland, 25-04-2024, ECLI:NL:RBNHO:2024:8026, 10658056 / EJ VERZ 23-327

Rechtbank Noord-Holland, 25-04-2024, ECLI:NL:RBNHO:2024:8026, 10658056 / EJ VERZ 23-327

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
25 april 2024
Datum publicatie
8 augustus 2024
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2024:8026
Zaaknummer
10658056 / EJ VERZ 23-327

Inhoudsindicatie

erfrechtzaak

Uitspraak

Handel, Kanton en Bewind

locatie Alkmaar

Zaaknr./repnr.: 10658056 / EJ VERZ 23-327 (SJ)

Uitspraakdatum: 25 april 2024

Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:

1.) [verzoeker 1]

wonende te [woonplaats 1]
2.) [verzoeker 2]

wonende te [woonplaats 2]

verzoekende partij

tezamen verder te noemen: [verzoekers]

afzonderlijk te noemen: [verzoeker 1] en [verzoeker 2]

gemachtigde: mr. M.V. Vermeij

inzake

de nalatenschap van [erflaatster] (hierna: erflaatster),

geboren op [geboortedatum] 1930 te [geboorteplaats] en overleden op [overlijdensdatum] 2022 te [overlijdensplaats] , laatstelijk gewoond hebbende te [woonplaats overledene] .

tegen


1.) mr. A.H.J. Dunselman, in zijn hoedanigheid als vereffenaar van de nalatenschap

gevestigd te Alkmaar

verwerende partij

verder te noemen: Dunselman

en

2.) [verweerder]
wonende te [woonplaats 3]

verwerende partij

verder te noemen: [verweerder]

gemachtigde: mr. A. Lof

1 Het procesverloop

1.1.

[verzoekers] hebben een verzoekschrift ingediend, bij de griffie ontvangen op 8 augustus 2023.

1.2.

Dunselman en [verweerder] hebben afzonderlijk een verweerschrift ingediend.

1.3.

In een brief van 18 maart 2024 hebben [verzoekers] nadere stukken toegezonden en hun verzoek gewijzigd.

1.4.

In een brief van 22 maart 2024 hebben [verzoekers] nogmaals nadere stukken toegezonden en hun verzoek gewijzigd.

1.5.

Op 28 maart 2024 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. [verzoekers] en [verweerder] hebben gebruik gemaakt van pleitaantekeningen, die zijn overgelegd.

2 Feiten

2.1.

[verzoekers] en [verweerder] zijn de kinderen van erflaatster en haar echtgenoot (hierna: erflater).

2.2.

Erflaatster heeft in haar testament van [datum 1] haar nalatenschap vastgelegd. Daarin is een ouderlijke boedelverdeling opgenomen en zijn erflater, [verzoekers] en [verweerder] tot haar erfgenamen benoemd.

2.3.

[verweerder] is vanaf 1 oktober 1995 in loondienst als algemeen medewerker bij [bedrijf 1] , de onderneming van erflater, en vanaf 1 januari 1997 in loondienst bij de door erflaatster gevoerde eenmanszaak [bedrijf 2] te [bedrijf 2] (hierna: de onderneming). [de man van verweerster] (hierna: [de man van verweerster] ), de echtgenoot van [verweerder] , is sinds 1 januari 1998 in loondienst bij de onderneming.

2.4.

Op 26 februari 1998 heeft erflaatster namens de onderneming aan [verweerder] een volledige volmacht verleend en haar als gevolmachtigde inschreven bij de Kamer van Koophandel.

2.5.

Op 15 maart 2016 heeft erflaatster in een levenstestament het volgende vastgelegd: ‘ik herroep alle eerder gemaakte levenstestamenten en de (daarin) verleende algemene volmachten’. Verder heeft erflaatster in haar levenstestament een algemene volmacht verleend aan [verzoeker 1] en [verweerder] , die hun taken als algemeen gevolmachtigden alleen samen kunnen uitoefenen, maar zij kunnen elkaar wel (beperkte of algemene) ondervolmacht verlenen. [verzoeker 2] is als toezichthouder benoemd.

2.6.

Op [datum 2] 2017 is erflater overleden.

2.7.

In 2017 is erflaatster naar een verpleeghuis verhuisd. Zij is nadien onder bewind gesteld.

2.8.

In een medische verklaring van 11 december 2019 heeft [specialist] , specialist ouderengeneeskunde bij [bedrijf 3] , verklaard dat erflaatster niet in staat is haar vermogensrechtelijke belangen en gezondheidsbelangen naar behoren te behartigen.

2.9.

Op [overlijdensdatum] 2022 is erflaatster overleden.

2.10.

Vanwege het vooroverlijden van erflater zijn [verzoekers] en [verweerder] de enig erfgenamen in de nalatenschap van erflaatster. [verzoekers] en [verweerder] hebben deze nalatenschap beneficiair aanvaard.

2.11.

Tot deze nalatenschap behoort een onroerend goed, bestaande uit een tankstation en een aanliggend perceel. Het tankstation behoort tot de onderneming.

2.12.

Het gedeelte van het onroerend goed waarop het tankstation staat, is met ingang van 1 januari 2019 verhuurd aan Total Nederland N.V. (hierna: Total). Deze huurovereenkomst loopt tot en met 31 december 2028.

2.13.

De nalatenschap van erflater is nog niet afgewikkeld.

2.14.

In een beschikking van 7 juli 2022 heeft de rechtbank Dunselman tot vereffenaar benoemd in de nalatenschap van erflaatster.

2.15.

In een brief van 15 maart 2024 heeft Dunselman aan de rechtbank laten weten dat hij per 1 december 2024 zijn praktijk zal neerleggen en dat hij verzoekt om per 15 november 2024 te worden ontslagen als vereffenaar.

3 Het verzoek en de standpunten van partijen

ten aanzien van Dunselman

3.1.

[verzoekers] verzoeken, na wijzigingen van hun verzoek, de kantonrechter om Dunselman:
1.) te gebieden om het bij de onderneming behorende onroerend goed als één geheel te verkopen conform de verkoopstrategie van [makelaar] (hierna: [makelaar] ) via [makelaar] (al dan niet in collegiale verkoop);
2.) te instrueren om de in het verzoekschrift genoemde administratie met betrekking tot de onderneming te verkrijgen met betrekking tot de periode 2010 t/m 2018 en deze met [verzoekers] te delen;

3.) te instrueren om [verweerder] een deugdelijke rekening en verantwoording te laten afleggen over de door haar als gevolmachtigde verrichte (rechts)handelingen over de periode 1 januari 2017 t/m juli 2022 en die rekening en verantwoording te delen met [verzoekers] ;

4.) te instrueren nader onderzoek te doen naar de gestelde hypotheekaflossing door [verweerder] ;
5.) te instrueren om een afschrift te verstrekken van de indiening van de vordering van [verweerder] op de onderneming;

6.) te instrueren de ontvangen poststukken en de in de toekomst te ontvangen poststukken, met betrekking tot de onderneming en de nalatenschap, met [verzoekers] te delen;

7.) te instrueren opheldering te geven over de huurder van het tankstation: [tankstation] ;

8.) te instrueren om een andere boekhouder in te schakelen met betrekking tot het voeren van de administratie van de onderneming;

9.) te instrueren om verzoekers toegang te verschaffen tot de shop van het tankstation;

10.) te instrueren het door [verweerder] en [de man van verweerster] te veel ontvangen salaris namens de nalatenschap terug te vorderen;

11.) dan wel Dunselman te gebieden om binnen vier weken na de datum van de te nemen beschikking de betreffende administratie op grond van artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) aan [verzoekers] te overleggen, op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag of dagdeel;

12.) te instrueren om [verweerder] en [de man van verweerster] als werknemers van de onderneming te (doen) ontslaan en daartoe de nodige (rechts)maatregelen te nemen.

ten aanzien van [verweerder]

3.2.

[verzoekers] verzoeken, na wijzigingen van het verzoek, de kantonrechter om [verweerder] te veroordelen:
13.) om binnen vier weken na de datum van de te nemen beschikking afschriften van de in het verzoekschrift genoemde stukken over te leggen, op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag of dagdeel;
14.) tot het afleggen aan – de kantonrechter begrijpt – [verzoekers] binnen vier weken na de datum van de te nemen beschikking van een deugdelijke rekening en verantwoording over de door haar als ondergevolmachtigde verrichte (rechts)handelingen over de periode 1 januari 2017 t/m 2 april 2022, op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag of dagdeel;
15.) tot het afgeven van de kassabox en de muntenverzameling.

3.3.

Op de standpunten van partijen, wordt voor zover van belang bij de beoordeling, hierna ingegaan.

4 De beoordeling

5 De beslissing