Rechtbank Noord-Holland, 24-09-2025, ECLI:NL:RBNHO:2025:10981, 11621597
Rechtbank Noord-Holland, 24-09-2025, ECLI:NL:RBNHO:2025:10981, 11621597
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 24 september 2025
- Datum publicatie
- 13 oktober 2025
- ECLI
- ECLI:NL:RBNHO:2025:10981
- Zaaknummer
- 11621597
Inhoudsindicatie
De werknemer is het niet eens met de herbeschrijving en herindeling van haar functie die ertoe heeft geleid dat haar functie een andere naam heeft gekregen en is ingedeeld in een lagere salarisschaal. De kantonrechter oordeelt dat de werkgever op goede gronden en conform de cao de functie van de werknemer herbeschreven en laten herwaarderen. De werkgever heeft verder voldoende aannemelijk gemaakt dat zij (waar mogelijk) aan het bezwaar van de werknemer tegemoet is gekomen en hoeft niet te motiveren waarom zij het IBC-advies niet (volledig) heeft overgenomen.
Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Haarlem
Zaaknummer: 11621597 \ CV EXPL 25-2101
Vonnis van 24 september 2025
in de zaak van
[eiser] ,
wonende te [plaats],
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser],
gemachtigde: mr. C.J. Roest (FNV Bondgenoten),
tegen
de stichting STICHTING REGIONALE INSTELLING VOOR BESCHERMD WONEN KENNEMERLAND/AMSTELLAND EN DE MEERLANDEN,
gevestigd te Haarlem,
gedaagde partij,
hierna te noemen: RIBW,
gemachtigde: mr. F.J. van Wijk (Nysingh).
De zaak in het kort
De werknemer is het niet eens met de herbeschrijving en herindeling van haar functie die ertoe heeft geleid dat haar functie een andere naam heeft gekregen en is ingedeeld in een lagere salarisschaal. De kantonrechter oordeelt dat de werkgever op goede gronden en conform de cao de functie van de werknemer herbeschreven en laten herwaarderen. De werkgever heeft verder voldoende aannemelijk gemaakt dat zij (waar mogelijk) aan het bezwaar van de werknemer tegemoet is gekomen en hoeft niet te motiveren waarom zij het IBC-advies niet (volledig) heeft overgenomen.
1 De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:- de dagvaarding met producties 1 t/m 22;
- de conclusie van antwoord met producties 1 en 2;
- de aanvullende producties 23 t/m 31 van [eiser];- de aanvullende producties 3 t/m 17 van RIBW; - de akte vermeerdering van eis;- de mondelinge behandeling van 26 augustus 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt;- de pleitnota van [eiser];- de pleitnota van RIBW.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2 Feiten
RIBW is een regionale instelling die mensen met psychische of andere complexe problematiek ondersteunt met woonruimte en begeleiding.
[eiser] is op 1 februari 2017 bij RIBW in dienst getreden als ‘Senior ervaringsdeskundig medewerker Herstel en Ervaringsdeskundigheid’. De functie was ingedeeld in functiegroep FWG-55.
Op de arbeidsovereenkomst is de cao Geestelijke Gezondheidszorg GGZ (hierna: de cao) van toepassing.
In de cao is over herindeling en herbeschrijving het volgende bepaald:
“ 2. Herindeling Het gebruik van FWG na invoering van FWG 3.0.
Algemeen Na de eenmalige indeling van functies volgens het nieuwe functiewaarderingssysteem zullen zich regelmatig situaties voordoen, waarin (indeling of) herindeling van functies moet plaatsvinden. (...)
Uitgangspunten bij de herindeling
a. Wijziging van en aanvullingen op het functiemateriaal Wanneer partijen bij de cao overeenkomen om het systeem of de systeeminhoud aan te passen, dan dient de werkgever tot heroverweging van (een) bestaande functie-indeling(en) over te gaan, indien en voor zover de aanpassingen direct betrekking hebben op die bestaande functie-indeling(en).
b. Wezenlijke verandering van de functie-inhoud De werkgever dient tot toetsing c.q. heroverweging van (een) functie-indeling(en) over te gaan, overeenkomstig de in dit hoofdstuk opgenomen procedure, indien sprake is van wezenlijke verandering van de inhoud van (een) functie(s). Wanneer redelijkerwijs verondersteld mag worden dat de functie-inhoud en/of functie-eisen niet meer aansluiten bij de functie of het niveau, zoals deze laatstelijk is vastgesteld bij de (her)indeling, is sprake van een wezenlijke verandering van een functie. Bij de beoordeling of sprake is van een wezenlijke verandering van de functie-inhoud dient de inhoud van de functie van de betrokken werknemer te worden geïnventariseerd.
c. Voorlopige functie-indeling (...)
Herindelingsprocedure De herindelingsprocedure verloopt in twee fasen. Op basis van de hiervoor onder 2.1 omschreven uitgangspunten kan zowel de werkgever als de werknemer het initiatief nemen tot het starten van een herindelingsprocedure.
a. De eerste fase bestaat uit:
• een toetsing door de werkgever (dan wel een door de werkgever daartoe aangewezen functionaris) van het initiatief tot herindeling;
• dan wel een nadere overweging door de werkgever of en zo ja welke de gevolgen zijn van wijziging van en/of aanvullingen op het systeem;
• dan wel een afwijzing door de werkgever van het door de werknemer ingediende verzoek tot herindeling.
• De werknemer heeft de mogelijkheid schriftelijk en met redenen omkleed bezwaar te maken tegen de afwijzing van het door de werknemer ingediende verzoek tot herindeling binnen een termijn van 30 dagen nadat werkgever hem heeft geïnformeerd over de afwijzing van het herindelingsverzoek.
• De werkgever zendt het bezwaarschrift van de werknemer binnen 30 dagen ter advisering door naar de Interne Bezwaren Commissie (IBC). Deze termijn kan met instemming van de werknemer worden verlengd.
• De Interne Bezwaren Commissie brengt binnen 30 dagen na ontvangst van de adviesaanvraag advies uit aan de werkgever.
• De werkgever beslist en informeert de werknemer schriftelijk binnen een termijn van 30 dagen na het ontvangen van het advies van de Interne Bezwaren Commissie over het al dan niet starten van de herindelingsprocedure. Indien de IBC de werkgever adviseert de herindelingsprocedure te doen laten aanvangen, dan is de werkgever daartoe gehouden.
b. In de tweede fase legt de werkgever de nieuwe functiebeschrijving inclusief de (nieuwe) waardering en indeling van de functie voor aan de werknemer, als de voornoemde inventarisatie daartoe aanleiding geeft.
• De werknemer heeft de mogelijkheid schriftelijk en met redenen omkleed bezwaar te maken tegen de functiebeschrijving en/of de functiewaardering en -indeling binnen een termijn van 30 dagen nadat de werkgever hem heeft geïnformeerd over het voorlopige besluit tot vaststelling van de functiebeschrijving.
• De werkgever zendt het bezwaarschrift van de werknemer binnen 30 dagen ter advisering door naar de Interne Bezwaren Commissie (IBC). Deze termijn kan met instemming van de werknemer worden verlengd.
• De Interne Bezwaren Commissie brengt binnen 30 dagen na ontvangst van de adviesaanvraag advies uit aan de werkgever.
• De werkgever beslist en informeert de werknemer schriftelijk binnen een termijn van 30 dagen na het ontvangen van het advies van de Interne Bezwaren Commissie over de definitieve vaststelling van de functiebeschrijving en de functiewaardering en -indeling. De werkgever kan gemotiveerd eenmalig de termijn van 30 dagen verlengen met maximaal 60 dagen. Wanneer de werkgever binnen de geldende termijn geen besluit bekend maakt dan wordt het bezwaar van de werknemer geacht te zijn toegewezen.
• Als de werknemer bezwaar houdt tegen het indelingsbesluit dan kan hij zich vervolgens binnen 60 dagen tot de Landelijke Bezwaren Commissie FWG wenden (zie C hierna).